Haïtianen willen geen nieuw Duvalier-regime

Interview met Camille Chalmers van ngo Papda

De heropbouw van Haïti na de desastreuse aardbeving van januari 2010 dreigt helemaal de verkeerde kant op te gaan, vindt Camille Chalmers. De VS en Europa denken vooral aan hun eigen strategische belangen, terwijl de primaire noden van de Haïtianen genegeerd worden. De volksorganisaties bundelen de krachten om alternatieven te formuleren.

  • Argentijns ministerie van cultuur Camille Chalmers Argentijns ministerie van cultuur

Sinds eind vorig jaar huisvest het Haïtiaanse kuststadje Caracol het grootste industriepark van de Caraïben. Een immens areaal dat ingepland werd op kostbare landbouwgrond. Dat kon je lezen in MO*. Het is een voorbeeld van hoe het niet moet en van hoe de Haïtiaanse wederopbouw gedirigeerd wordt door buitenlandse belangengroepen. Maar ook het handelsakkoord met de Europese Unie gaat voorbij aan de eigen Haïtiaanse noden, stelt Camille Chalmers van Papda. Chalmers was onlangs in Brussel om aan Europa aandacht te vragen voor alternatieve voorstellen.

Drie jaar na de aardbeving

Wat is de stand van zaken in de wederopbouw?

Chalmers: Op de donateursconferentie van 30 maart 2010 werd 8,9 miljard euro beloofd. 4,7 miljard is daarvan effectief overgemaakt maar een groot deel is niet in Haïti geraakt. Meer dan de helft van wat het Amerikaanse Rode Kruis ontving voor Haïti, is nog niet uitgegeven. Er zijn ook merkwaardige beslissingen genomen met dat geld. De VS eisten de kosten terug voor de ontplooiing van hun 20 000 mariniers onmiddellijk na de aardbeving. De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank schold Haïti zijn schulden kwijt, maar eist dan toch een deel van die schulden weer terug uit die fondsen. Een groot deel van de hulp is dus in de VS gebleven. Het eerste jaar van de noodhulp is er welgeteld één procent van het geschonken geld naar Haïti gegaan. Zelfs de Dominicaanse Republiek ontving meer voor zijn inzet in hulpprogramma’s.

Heeft Haïti niet geprotesteerd?

Chalmers: De Haïtianen werden steeds meer geweerd van de onderhandelingstafels waar de beslissingen werden genomen. Zowel de Haïtiaanse overheid, de bedrijven en de sociale organisaties werden er systematisch buiten gehouden. Van het geld dat wel in Haïti zelf is geïnvesteerd, is er veel gegaan naar voorlopige oplossingen: 750 miljoen euro is naar voorlopige shelters gegaan, die de overstromingen en stormen die er nadien nog zijn gekomen, niet overleefd hebben. Na de aardbeving telden we 1,5 miljoen daklozen, vandaag zijn dat er nog steeds 350 000. Er zijn nieuwe wooneenheden gebouwd maar vaak in onveilige zones, bij waterbekkens of dicht bij de zee. Een deel mensen die terugkeerden naar hun huis, wonen daar met het permanente risico op instorten.

Er is heel wat kritiek gekomen op de Bill Clinton Stichting voor Haïti.

Chalmers: Die Commissie voor de Wederopbouw van Haïti was een karikaturaal project dat functioneerde als een staat in de staat en de bevoegdheden van de Haïtiaanse regering overnam. Daardoor werden zo’n projecten als Caracol mogelijk, waarbij een heel oppervlak vruchtbare grond werd ingepalmd, terwijl we kampen met voedseltekorten, erosie en allerlei milieuproblemen. Op dezelfde manier worden er ook luxehotels gebouwd en toeristische complexen, terwijl er zoveel dringende prioriteiten zijn. Bovendien wordt een deel van het geld voor de wederopbouw voor dit soort projecten gebruikt.

Dat is niet echt een opsteker voor al de mensen die in hun portemonnee schoten uit oprechte solidariteit.

Chalmers: Het Haïtiaanse volk heeft de wereldwijde solidariteit enorm op prijs gesteld. Ontelbare mensen hebben zich welgemeend ingezet om de getroffen bevolking te steunen. Er zijn tal van kleine organisaties die heel wat mensenlevens gered hebben, die wel focussen op reële noden en dicht bij de mensen staan. Aan hen vragen we vooral er attent op te zijn dat zo snel mogelijk zoveel mogelijk taken worden overgenomen door Haïtianen zelf, bijvoorbeeld in de bouwsector. Het is de bedoeling dat de Haïtianen zelf het beleid in handen nemen en hun model voor ontwikkeling bepalen.

Economisch Partnerschapsakkoord met Europa

U bent hier naar aanleiding van de besprekingen over het Economisch Partnerschapsakkoord tussen de Europese Unie en Cariforum ( Caricom en Dominicaanse Republiek). Haïti heeft dat getekend maar nog niet geratificeerd.

Chalmers: Het parlement moet dit ratificeren maar onder druk van de sociale bewegingen is dit nog niet gebeurd. Mensen stellen niet alleen vragen bij dit akkoord maar bij het hele opzet van neoliberale economische projecten. Sinds 1983 kreeg Haïti Structurele Aanpassingsprogramma’s opgelegd die desastreus zijn geweest voor ons land: vernietiging van de boerengemeenschappen, meer honger, meer werkloosheid, minder voedselzekerheid, verzwakking van de nationale staat en van de civiele samenleving. Het voorbeeld van de rijst spreekt boekdelen. Voor de Haïtianen is dat het basisvoedsel en dus een strategisch consumptieproduct. Maar onze eigen rijstproductie werd totaal kapot gemaakt door dumping vanuit de VS. Rijst wordt daar dubbel gesubsidieerd: door een subsidie voor de productie aan de boeren en door een exportsubsidie. Haïti heeft een immens onbenut potentieel voor rijstproductie maar onze boeren kunnen niet concurreren met die Amerikaanse rijst. Momenteel voeren we 82 procent van onze rijst in, we zijn de derde grootste importeur van rijst uit de VS. Onze kritiek op Europa is een kritiek tegen die neoliberale politiek.

U wil dus liever het verdrag niet geratificeerd zien in het Haïtiaanse parlement?

Chalmers: Europa voert de druk op en de Haïtiaanse regering wil de ratificering dit jaar opnieuw op de agenda plaatsen- dat proces is verdaagd door de aardbeving- maar de bevolking is tegen en toont dat ook in een breed gedragen campagne. Norman Girvan, een Jamaicaans onderzoeker, maakte een balans van de impact van de eerste jaren van de handelsakkoorden met de Caraïbische eilanden. Daaruit blijkt dat die akkoorden geen rekening houden met de strategische belangen van de Caraïben zelf.

Wat zijn die strategische belangen?

Chalmers: De Caraïben kunnen niet onderhandelen met een ander blok van landen zonder het over drie thema’s te hebben. De migratie van hoog gekwalificeerde personen naar Europa: ontelbare dokters, ingenieurs, informatici, ziekenhuispersoneel komen uit de Caraïben in Europa werken. Dat is een ernstige braindrain en een vorm van sabotage van ons eigen ontwikkelingsproces. Een tweede prioritair thema is onze ecologische kwetsbaarheid. Die is er altijd geweest maar wordt erger omwille van de klimaatverandering. De impact daarvan is duidelijk voelbaar en het is nodig daar maatregelen tegen te nemen op globaal vlak. Ten derde is er de verdediging van de Caribische zee tegen toxisch en nucleair afval. Franse boten komen voorbij gevaren met hun toxisch afval en het eerste het beste accident daarmee kan leiden tot een catastrofe in de regio. Wij willen deze thema’s op de agenda zien maar dat gebeurt niet. Er wordt onderhandeld met een Europese agenda, gestuurd en opgesteld door Europese bedrijven en Europese belangengroepen.

De samenwerkingsverbanden waarmee men in Latijns-Amerika experimenteert, werken volgens een andere logica en creëren netwerken voor handel en uitwisseling die geen kopie zijn van de structuren van uitbuiting en overheersing van de oligarchieën.

Is het dan beter geen handelsakkoord te hebben?

 

Chalmers: Het is enigszins achterhaald. Het voorstel voor dit akkoord is gegroeid uit het Akkoord van Cotonou van 2000 en voorgesteld in 2005. Bedoeling was om het dan snel in lijn te brengen met de vereisten van de Doha-ontwikkelingsronde. Maar die is mislukt. Bovendien is de wereld veranderd tussen 2006 en 2012. Er is de crisis van 2008, een heel nieuwe machtsverhouding met de aanwezigheid van China, met Brazilië als een belangrijke exporteur. Het panorama is gewijzigd en dit biedt mogelijke alternatieven voor integratie waarmee we rekening willen houden. De structuur van de Haïtiaanse economie verschilt ook van die van de andere landen in de Caraïben. Een nieuw handelsakkoord met Europa is voor ons niet nodig omdat wij al volledige toegang hebben tot de Europese markt omdat wij horen tot de Minst Ontwikkelde Landen. Zelfs dat statuut heeft onze export niet echt gestimuleerd omdat er een probleem is van institutionele capaciteit om te kunnen produceren. Liberalisering bouwt die institutionele capaciteit nog verder af.

Wat zou er volgens u eerst moeten gebeuren?

Chalmers: Er zijn zoveel structurele problemen: een probleem van landhervorming, van landgebruik, van relaties met de staat. De dienstverlening door de staat is afwezig: onderwijs, gezondheidszorg, sanitair, drinkbaar water. Die problemen moeten opgelost worden vooraleer we ons gaan concentreren op export naar de wereldmarkt.

Alternatieve samenwerking

Waaraan denkt u wanneer u het hebt over alternatieven?

Chalmers: ALBA, het Bolivariaanse Alternatief, en CELAC, de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische staten zijn een affirmatie van onze continentale soevereiniteit. Deze samenwerkingsverbanden werken volgens een andere logica en creëren netwerken voor handel en uitwisseling die geen kopie zijn van de structuren van uitbuiting en overheersing van de oligarchieën. De neoliberale modellen streven op de eerste plaats integratie na van bedrijven en de markt, wij willen een integratie van de volkeren en de culturen door ons te focussen op de meest geschikte condities van elke speler. Er zijn momenteel interessante processen bezig in Latijns-Amerika waarbij landen opnieuw hun soevereiniteit opeisen en waarbij opnieuw gedebatteerd wordt over hoe wij integratie zien.
Daarnaast is het ook belangrijk dat de bevolking van de Caraïben zich aansluit bij de strijd die verschillende Afrikaanse landen leveren, met boerenorganisaties zoals Roppa die ook netwerken ondersteunen voor alternatieve integratie.

Is die Zuid-Zuid samenwerking voor jullie belangrijker geworden?

Chalmers: Die is heel belangrijk maar we willen evengoed het perspectief van de dominante relaties veranderen. Ook Petrocaribe is een interessant model. Dat is een samenwerkingsverband van 15 Caribische landen die toegang krijgen tot olie en gas aan een vast tarief. Voor Haïti betekent dit een besparing van zo’n 300 miljoen euro per jaar. Als we een regering hadden die echt met zijn bevolking is begaan, zouden we dat geld kunnen investeren in gezondheidszorg, onderwijs, om iets te doen aan het analfabetisme en de moedersterfte. Haïti kan niet uit de crisis geraken zonder te investeren in de staat en in de nodige infrastructuur om in de basisnoden te voorzien. Volgens de logica van het handelsakkoord worden die diensten uitbesteed aan de private sector. De drinkwatervoorziening gebeurt nu nog door een overheidsbedrijf maar men is die ook aan het te privatiseren om Franse bedrijven als Suez te bevoorrechten. Wij willen ook dat de organisaties in Europa begrijpen waarover het gaat en hen vragen om die logica om te keren en echt te focussen op de strategische belangen van onze volkeren.

Misschien zijn er ook Haïtianen die wel veel liever zoiets als het industriële complex Caracol hebben en die alternatieve ontwikkeling waar u het over hebt, afremmen.

Chalmers:Sinds de basisbewegingen in Haïti in 1986 het Duvalier-regime omver wierpen, zijn ze vervolgd geworden, ontmanteld, verdeeld. We hebben twee militaire interventies gekend. Ook Minustah is een vreemde bezetting onder de paraplu van de VN. Al die interventies hebben geleid tot de verzwakking en ontmanteling van de sociale bewegingen en hebben er vooral voor gezorgd dat die zich niet meer zouden kunnen mengen in politieke aangelegenheden.

En de aardbeving heeft hen verder verzwakt?

Chalmers: We werken momenteel intens aan de heroprichting van de sociale bewegingen: door krachten te bundelen, verdeeldheden over leiderschappen weg te werken, door visies uit te klaren. We willen opnieuw sterker staan op het politieke vlak en alternatieven aanbieden. Het is een interessant proces dat gedurende vele jaren onmogelijk is geweest omwille van onderlinge verdeeldheid. De twee boerenorganisaties die lijnrecht tegenover elkaar stonden, werken nu opnieuw samen in twee concrete projecten: tegen plantages voor biobrandstoffen en tegen de zaden van Monsanto, die deze multinational zo genereus geweest is ons te schenken na de aardbeving! Die krachtenbundeling is nodig gezien alles wat er momenteel in Haïti gaande is. Door de grote projecten is er een sterke druk op de grond: de vrijhandelszones, de luxehotels en toeristische projecten. Maar recent is daar ook de mijnbouw bijgekomen. Op 21 december tekende Haïti drie contracten voor mijnexploitatie met mijnbedrijven uit VS en Canada, voor de ontginning van goud, zilver en koper. Belangrijke reserves die een groot kapitaal vertegenwoordigen. Die ondertekening is in stilzwijgen gebeurt. Niemand weet onder welke voorwaarden die contracten zijn gesloten, wat er met de opbrengsten gaat gebeuren, hoe men zal omgaan met de gemeenschappen die hierdoor getroffen worden, de impact op het water. Die ontwikkelingen maken nieuwe democratische expressievormen nodig voor inspraak. De huidige machthebbers in Haïti hebben heimwee naar het regime van Duvalier en hebben een sterke neiging naar autoritarisme, maar ze slagen daar niet in omwille van het verzet van de bevolking.

van 9 tot 28 februari loopt de tentoonstelling Haïti, 200 Schilderkunst met naïeve schilderijen, voodoo en hedendaagse kunst,
in cultuurcentrum De Borre, Speelpleinstraat 10, 3360 Bierbeek — www.deborre.be 
Opening: zaterdag 9 februari om 18 u.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.