Hamas moordt en foltert in Gazastrook

Human Rights Watch wil dat Hamas ophoudt met zijn aanvallen op politieke opponenten en vermeende collaborateurs in Gaza. De organisatie roept de Palestijnse politieke en militante beweging op om de verantwoordelijken voor deze misdaden te straffen.

executies en folteringen

Het rapport Under Cover of War: Hamas Political Violence in Gaza documenteert een patroon van geweld sinds eind december 2008. Het gaat om willekeurige arrestaties en opsluitingen, folteringen, verminkingen door kogels en buitengerechtelijke executies door leden van de veiligheidsdiensten van Hamas. Het rapport is gebaseerd op verklaringen van slachtoffers en ooggetuigen door Palestijnse mensenrechtenorganisaties.
De agressies startten tijdens de Israëlische militaire operatie, van 27 december 2008 tot 18 januari 2009. Een van de grootste misdaden tijdens deze periode is de executie van 18 mannen in Gaza. De meeste slachtoffers werden verdacht van collaboratie met Israël. Dit alles bleef voortduren in de drie maanden die volgden, met nog 14 moorden waarvan vier op gevangenen.

Loze beloften

“Tijdens de Israëlische aanval op Gaza, startte Hamas met een agressieve campagne tegen zijn politieke opponenten en personen waarvan men dacht dat ze collaboreerden met Israëlische strijdkrachten”, zei Joe Stork, vicevoorzitter van de Human Rights Watch’s afdeling in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. “De buitengerechtelijke arrestaties, folteringen en moorden op gevangenen bleef voortduren, ook na het einde van het geweld”.

73 inwoners van de Gazastrook brak men de armen en benen.

Intern politiek geweld is niet nieuw in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. In de voorbije jaren hebben de twee grote concurrenten Hamas en Fatah, die de Westelijke Jordaanoever controleert, zich vaak schuldig gemaakt aan willekeur en foltering ten opzichte van elkaar. De geweldplegingen in Gaza zijn verminderd in de maand april, zegt Human Rights Watch, maar de Hamasautoriteiten falen grootscheeps in het aanklagen van de criminele feiten door de veiligheidstroepen.
In een interview in april, zeiden een woordvoerder van Hamas, Fawzi Barhoum en een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken in Gaza, Iham al-Ghusein, dat Hamas zijn veiligheidstroepen expliciet had verboden om buitensporig geweld te gebruiken na de inval door Israel. Ze stelden wel dat Hamas strijdkrachten niet konden voorkomen dat Palestijnen moorden en schoten tijdens de Israëlische bezetting van het gebied.
“De politie van Gaza was vaak het doelwit van het Israëlische leger, dat soms ook illegaal optraden in het gebied, maar dat rechtvaardigt helemaal niet de willekeurige executies van Hamas”, zei Stork. “De aanvallen en moorden bleven ook voortgaan na de oorlog, dus dat kan onmogelijk als reden aangehaald worden”.