Helft Bosniërs wil weg (UNDP)

Bittere armoede is de belangrijkste reden waarom zoveel Bosniërs weg willen. Meer dan een vijfde van de etnische Serviërs en moslims in Bosnië vinden dat ze maar net genoeg hebben om te overleven. Bij de etnische Kroaten is dat 12 procent.

De meeste Bosniërs zien geen licht aan het eind van de tunnel: nog geen twee mensen op tien hebben de indruk dat ze er nu beter voor staan dan een jaar geleden. Het nationaal inkomen van Bosnië gaat de laatste jaren in stijgende lijn, maar de werkloosheid blijft hoog. Corruptie en misdaad verpesten het economisch klimaat.

Ook de haat en het geweld van de jaren 90 werken nog door. De bloedige burgeroorlog tussen moslims, etnische Kroaten en etnische Serviërs kostte tussen 1992 en 1995 een kwart miljoen mensen het leven. Er heerst nog altijd een gewapende vrede tussen de twee etnische deelrepublieken waarin het land is opgedeeld - de Republiek Srpska en de Federatie van Bosnië en Hercegovina waarin Kroaten en moslims samenleven. Een Europese vredesmacht, Eufor, moet ervoor zorgen dat de blijvende haat niet opnieuw uitmondt in een open conflict.

Van de drie etnische bevolkingsgroepen voelen de Serviërs zich het minst thuis in het nieuwe Bosnië. Van de Servische Bosniërs wil 60 procent emigreren; de Bosnische moslims zijn iets honkvaster en van de Kroatische Bosniërs willen maar vier op tien mensen hun land verlaten.

Zelfs oude mensen, die nog hebben meegemaakt hoe Bosnië een deel was van het voormalige Joegoslavië, hebben niet allemaal diepe wortels in Bosnië. Een kwart van de Bosniërs ouder dan 50 zou graag ergens anders een nieuw leven beginnen.

Onder de kandidaat-emigranten zitten waarschijnlijk ook heel wat mensen die nog niet zo lang naar Bosnië zijn teruggekeerd. In de herfst van vorig jaar meldden de VN dat de helft van de 2 miljoen vluchtelingen die de burgeroorlog maakte, weer in Bosnië waren. Intussen zijn nog meer vluchtelingen teruggekeerd. Bosnië telt nu ongeveer 4,2 miljoen inwoners. (PD/ADR)