Hervormers betalen rekening van Amerikaanse confrontatiepolitiek

De Amerikaanse regering doet er goed aan om het regime in Iran niet te bruuskeren. Want van een domino-effect, waarbij na het Iraakse regime het Iraanse zou vallen, is helemaal geen sprake. Uit een nieuw ICG-rapport blijkt dat het Iraanse ongenoegen over het regime zich ironisch genoeg vooral tegen de hervormers keert.





De Iraanse volksopstand die de neoconservatieven in de VS voorspelden, is verder af dan ooit, zo blijkt uit het nieuwe rapport van de International Crisis Group (ICG). De gerenommeerde Brusselse denktank acht de opkomst van een conservatieve pragmaticus waarschijnlijker dan een golf van publiek protest tegen het theocratische regime. De Amerikaanse aanvaringen met Iran geven figuren als ex-president Ali Hashemi Rafsanjani, die Iran in economisch opzicht op het westen oriënteerde maar elke politieke hervorming afwees, meer kans om Iran door de moeilijke tijden te loodsen.

Het ICG-rapport bevestigt dat studenten en andere groepen inderdaad gefrustreerd zijn door het uitblijven van politieke hervormingen. De voorstellen van de reeds tweemaal verkozen president Mohamed Khatami en de Majlis (zijn hervormingsgezinde medestanders in het parlement) worden afgeblokt door de conservatieve clerus, die de werkelijke macht in handen heeft. Maar het is het hervormingsgezinde kamp dat het slachtoffer wordt van die frustratie: Khatami en de zijnen hebben aan geloofwaardigheid ingeboet omdat ze niet bij machte waren de beloofde hervormingen door te voeren. Een aanwijzing daarvoor is de lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen dit jaar. De conservatieven boekten toen een sterke stemmenwinst.

De frustratie over het uitblijven van hervormingen zorgt voor een toenemende politieke apathie, aldus de ICG. Het studentenprotest houdt aan maar blijft beperkt; het publiek wil de staatsveiligheid niet voor het hoofd stoten omdat het voelt dat het regime niet zou aarzelen om geweld te gebruiken en omdat er voorlopig toch geen geloofwaardig politiek alternatief is.

Volgens de ICG moeten internationale beleidsmakers erkennen dat interne verlamming meer waarschijnlijk is dan radicale veranderingen. Robert Malley, de Midden-Oosten directeur van de ICG, gelooft dat een aanvaringskoers met Iran de slechtst mogelijke optie is.

Het rapport is koren op de molen van de Amerikaanse Buitenlandminister Colin Powell, die aanstuurt op een geleidelijke détente met Teheran. De haviken onder leiding van vice-president Dick Cheney en Defensieminister Donald Rumsfeld sturen aan op een beleid van isolatie en confrontatie.

De jongste maanden volgen de VS vooral die laatste optie. Tijdens de oorlog in Afghanistan eind 2001 vond er achter de schermen nog intensief overleg plaats tussen Washington en Teheran, maar de relaties bekoelden snel toen president Bush Iran op de ‘As van het Kwaad’ plaatste tijdens zijn State of the Union in januari 2002. Het discrete diplomatieke overleg werd in mei dit jaar helemaal afgebroken. De Amerikaanse inlichtingendienst concludeerde toen dat het terreurnetwerk Al Qaeda een reeks aanslagen in Saudi-Arabië gepland en mogelijk bevolen had vanop Iraans grondgebied. Omstreeks dezelfde tijd begonnen de VS, en met hen het Internationaal Atoomagentschap (IAEA), van Iran duidelijkheid te eisen over het Iraanse programma voor kernenergie.

De VS geloven dat Iran een programma heeft voor de ontwikkeling van een atoomwapen. Het Internationaal Atoomagentschap heeft Teheran nog tot eind deze maand de tijd gegeven om duidelijkheid te verschaffen over een reeks ongerijmdheden die de IEAE-inspecteurs aantroffen.

Ook de weigering van het Pentagon om de vanuit Irak opererende rebellengroep Mujahedin-e Khalq (MeK) te ontwapenen zorgt voor spanningen met Iran. Een aantal neoconservatieve adviseurs pleit ervoor om financiële steun te verlenen aan de oppositie in Iran om een volksopstand uit te lokken. Het American Enterprise Institute (AEI), een denktank die vaak gehoor vindt bij Rumsfeld en Cheney, heeft met dat doel een ‘Coalition for Democracy in Iran’ (CDI) opgericht, die in het parlement lobbiet voor een wetsvoorstel om 50 miljoen dollar te schenken aan de oppositie in Iran.

De ICG pleit voor economische samenwerking met Iran en een open dialoog over de atoomkwestie. Het politieke middenveld moet versterkt worden. Dat doe je niet door het land te isoleren maar door de economische en culturele contacten maximaal op te drijven en door te blijven hameren op de nood aan politieke hervormingen en respect voor de mensenrechten, concludeert ICG-analist Karim Sadjadpour.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.