‘Het is een mooie ervaring om voor iemand te leven’

‘Als ze iemand wilden die heel eventjes kwam optreden hadden ze 50 Cent maar moeten uitnodigen!’ schreeuwde hij op het podium van Couleur Café. Wyclef Jean, voormalig frontman van de legendarische Fugees, lokte eind juni ook zonder zijn voormalige bandleden Lauryn Hill en Pras Michel in de gietende Belgische regen een massa naar de betonnen Brusselse festivalweide. Een gesprek met de muzikant, producer, acteur, auteur, hulpverlener en aspirant-politicus.

  • MO*/Olivia Rutazibwa Wyclef Jean op Couleur Café 2013. Explosief concert, met een missie. MO*/Olivia Rutazibwa

Onvermoeibaar is het woord dat opkomt bij wie Wyclef in actie ziet. De entertainer in hart en nieren had er moeite mee dat hij helemaal naar België was gehaald om slechts een uurtje te spelen. Het zette geen rem op zijn explosieve energie, die hij ononderbroken op zijn publiek losliet. Naar het einde van het concert toe wierp hij zich onversaagd in de massa en dook na een worstelpartijtje tussen zijn lijfwachten en vastberaden fans die hem kost wat kost wilden aanraken ongehavend hoog in de stellingen aan de andere kant van het publiek op om door te gaan met zijn nummer. Alsof hij nooit was opgehouden.

Wyclef heeft een missie. Hij heeft de energie van iemand die begrijpt dat er te weinig uren in een dag zijn. ‘Elke dag herinner ik mezelf eraan dat het leven erg kort is. Na enkele seconden is het alweer voorbij’, schetst hij zijn positie in het leven. ‘Er zijn 24 uur in een dag, en de vraag die ik me steeds stel is: wat is mijn bijdrage vandaag? Wanneer ik wakker word heb ik ongeveer twaalf uur om een indruk na te laten. Ik denk dan niet in termen van: “Nu ga ik een nummer in elkaar zetten” of “Ik kom straks op tv”, maar aan manieren om een bijdrage te leveren aan de mensheid.’

Anders dan in het echte leven gaat er van zijn lijzige stem door de telefoon absolute rust uit. Hij mag dan op het podium en in zijn bijtende hiphopteksten een clown en entertainer zijn, in feite neemt hij zijn taak in het leven heel serieus. Dat spreekt uit elk van zijn weloverwogen antwoorden, maar ook uit zijn autobiografie die in 2012 uitkwam en de titel Purpose: An Immigrant’s Story kreeg. ‘Het is niet gemakkelijk, soms zou ik graag op een andere manier in het leven staan, want het bezorgt mijn hersens een hoop stress’, zegt hij toch met een zekere dosis zelfspot. ‘Soms vergeet ik zelfs om gewoon plezier te hebben’, lacht hij.

Het feit dat hij een groot deel van zijn hiphopcarrière opbouwde onder het afkeurend oog van zijn vader, en lang ook zonder diens medeweten, droeg allicht bij aan de gedrevenheid waarmee hij te werk gaat. In Purpose schildert hij een veellagig canvas van zijn relatie met zijn vader. Gesner Jean was een strenge gelovige man, een protestantse dominee, die hen voorging in de migratie uit Haïti. Toen hij kort daarop ook zijn vrouw liet overkomen, bleven Wyclef en zijn broer alleen achter bij hun grootmoeder. Dat duurde zo lang dat Wyclef uiteindelijk twijfelde of hij wel ouders had. In tussentijd kregen zijn ouders een kind op Amerikaanse bodem, waarna het mogelijk werd om Wyclef, die intussen al tien was, en zijn broer Sam naar de VS te halen.

Haïtianen meppen

Wyclef Jean doorspekt de verhalen over zijn kinderjaren in een klein dorp in Haïti met meeslepend magisch realisme. Over zijn geboorte vertelt hij dat die zo moeizaam verliep dat zijn vader psalm 23 uit de Bijbel scheurde, oploste in een vloeistof en aan zijn moeder te drinken gaf om het geboorteproces te versnellen. ‘Mijn vader gaf me de gave van het woord nog voor ik mijn moeders schoot verliet’, schrijft hij daarover.

Eenmaal in de VS wordt het leven van de arme Jeans er niet veel makkelijker op. Tussen opeenvolgende verhuizingen van de Bronx in New York naar het naburige New Jersey, ondervinden Wyclef en zijn broers en zus aan den lijve de hardheid van het migrantenbestaan in de achtergestelde wijken. De spanningen speelden zich op de speelplaats niet zozeer af tussen blank en zwart, maar meer tussen de recent gearriveerde Haïtianen en de Afro-Amerikanen. Zo was er één keer per jaar Haïti-dag, waarop de jacht op de Haïtianen geopend werd en de andere kinderen hen naar hartenlust in elkaar mochten slaan.

Wyclef komt ietwat ruiger uit deze ervaringen, en schurkt af en toe dicht aan tegen de kleine criminaliteit. Tegelijk kan hij rekenen op ouders en een grootmoeder die met ijzeren hand hun kinderen op het rechte pad proberen te houden. Centraal in die opvoeding staat de kerk van zijn vader, die zowel zijn liefde voor muziek heeft gevoed als een pijnlijke wig tussen hen dreef, omdat zijn vader het niet begrepen had op goddeloze muziek. Voor vader Jean bestond er geen twijfel aan dat rap en hiphop onder die categorie vielen, terwijl het voor Wyclef dé kunstvorm werd waarmee hij op school uiteindelijk enig respect kon afdwingen voor zichzelf en de zijnen.

Hij leerde via deze weg zijn mede-Fugees kennen en aan het einde van de jaren negentig rees hun ster tot grote hoogte, in de hiphopwereld en ver daarbuiten, met hun meesterplaat The Score. Het Fugees-verhaal bleef echter niet duren. In Purpose doet Wyclef gedetailleerd uit de doeken hoe zijn buitenechtelijke, haast transcendentale relatie met Lauryn Hill hen uiteindelijk als groep de das omdeed.

Uit het getto

Sindsdien heeft Wyclef Jean een solide solocarrière uitgebouwd, die opmerkelijk genoeg allesbehalve een eenmansonderneming is. De lijst van artiesten met wie hij intussen heeft samengewerkt is eindeloos en gaat van Santana, Whitney Houston, Shakira, Timbaland, Lil’Wayne tot Youssou N’Dour, Kenny Rogers en Mary J. Blige, om er maar enkele te noemen.

Stel je bouwt een schooltje zonder ventilatie, waar honderden kinderen samen moeten zitten, en je zet er ook nog een computer in, dan heb je in feite geen school gebouwd. Je hebt de façade van een school gebouwd, om zelf goed voor de dag te komen.

Die liefde voor samenwerken schrijft hij direct toe aan zijn vaders kerkverleden. ‘Mijn eerste passie was muziek schrijven en het koor laten zingen. Ik hou van componeren, ik hou van zangers en ik hou van interessante mensen’, vertelt hij. Daardoor mikt hij niet altijd op de bekendste mensen voor samenwerkingsverbanden, maar zoekt hij opkomend talent op dat volgens hem iets brengt dat gehoord dient te worden.

Als ik hem vraag wat hem het meest hoopvol stemt in zijn tweede vaderland, moet hij niet erg lang nadenken. Als migrantenzoon die het uiteindelijk meer dan gemaakt heeft, komt hij uit op een versie van de American Dream: ‘Kansen en ondernemerschap zijn wat mij betreft het meest hoopgevende aan de VS’, vindt Wyclef. ‘Je kan uit het getto komen, toch krijg je kansen om het te maken.’

Het verontrustendste vindt hij het geweld dat overal in de Amerikaanse samenleving om zich heen lijkt te grijpen: schietpartijen waar kinderen bij betrokken zijn, iemand die wachtend op de metro op de sporen wordt geduwd, of politiegeweld tegen Afro-Amerikanen en migranten.

Aan dat laatste wijdde hij een lied, Diallo, over een Afrikaanse man in New York die met 41 politiekogels werd doorzeefd toen hij naar zijn portefeuille greep. Aan het rijtje van Amerikaanse zwakheden voegt hij er daarom nog eentje toe: ‘Ik zou ook willen dat mijn land zijn ogen zou openen voor wat er in de hele wereld gebeurt. Wij denken hier dat Amerika de hele wereld is. Het zou goed zijn als we wisten hoe we de wereld beter kunnen helpen’, droomt Wyclef. ‘Ik bedoel echt helpen.’

Eerste vrije zwarte staat

Ook hier probeert hij als gevierd artiest zijn steentje bij te dragen. Hij schreef het aftitelingsnummer One Million Voices voor de film Hotel Rwanda, die het verhaal van de Rwandese genocide naar een groot internationaal publiek bracht. ‘They said: “Many are called and few are chosen”, but I wish some wasn’t chosen for the blood spilling of Rwanda’, zingt hij spontaan door de telefoon wanneer ik hem vertel dat ik uit Rwanda kom.

Dichter bij huis laat hij geen kans onbenut om zijn geboorteland Haïti onder de aandacht te brengen. ‘Wanneer mensen als Snoop Dogg of Bob Marley constant zingen over de plek waar ze vandaan komen, dan zet dat mensen ertoe aan om Los Angeles of Kingston te ontdekken. Precies zo wil ik ook dat mensen naar Haïti komen om het met hun eigen ogen te ontdekken. Telkens als ik Haïti zeg, denk ik nooit specifiek aan een eiland in de Caraïben. Ik wil een boodschap de wereld insturen over het feit dat het in 1804 de eerste vrije zwarte staat van de wereld was. Ik wil dat Europa zich dat herinnert, maar ook Afrika, dat Haïti een plek is waar haar zonen en dochters naartoe gesleept waren, maar die nooit voor iemand door de knieën is gegaan.’

Niet dat dat niet vaak genoeg bijna wél het geval was. Uit de eerste pagina’s van Wyclefs boek spreekt de grote radeloosheid die hem overspoelt naar aanleiding van de aardbeving in 2010, die meer dan 200.000 mensen het leven kostte. Hij neemt hals over kop met zijn vrouw het vliegtuig, om ter plaatse al was het maar iéts te doen. Zijn pogingen via de organisatie Yelé Haïti, die hij al ver voor de aardbeving had opgericht, alsook zijn gooi naar het presidentschap van zijn geboorteland, brachten hem echter in opspraak.

Progressieve hulp

Niettemin heeft Wyclef, het falen van de internationale gemeenschap in Haïti in het achterhoofd, een duidelijke visie op hoe hulp er zou moeten uitzien. ‘Ik ben een student van Fela Kuti. Die stond vaak kritisch tegenover hulp, omdat die landen vaak meer slecht dan goed doet. Ik ben niet tegen hulp, maar het is belangrijk dat die progressief is. Dat betekent niet ergens voor een jaar of 20, 25 je tenten opslaan en zakken rijst uitdelen.’

‘Stel dat je een schooltje wilt bouwen, en je zet een gebouw neer zonder ventilatie, waar honderden kinderen samen moeten zitten, en je zet er ook nog een computer in, dan heb je in feite geen school gebouwd. Je hebt de façade van een school gebouwd, om zelf goed voor de dag te komen. Het is belangrijk om ook de context mee te nemen in wat je doet. Als je een school hebt, maar de kinderen zijn uitgehongerd, dan haalt het niets uit, want ze zullen niet in staat zijn om te studeren. Als er geen aandacht is voor progressieve hulp, dan is het net als geld uit de hemel laten regenen. Dat geld is verdwenen tegen dat het de grond bereikt.’

Aspirant-politicus en ambassadeur voor zijn geboorteland en migranten wereldwijd, gitaarvirtuoos, producer, zanger, componist, auteur en occasioneel ook acteur in Amerikaanse series of films – ik vraag hem welke van al die kunstvormen en activiteiten hem uiteindelijk de grootste voldoening schenkt. Ook daar hoeft hij niet lang over na te denken.

‘Op dit ogenblik in mijn leven is dat mijn achtjarige dochter. Telkens als ik de kans heb om tijd met haar door te brengen, maakt het niet uit waarover we het hebben, muziek of andere dingen. Al haar kunstwerkjes hangen aan de muur in mijn studio. Ze denkt dat ze cooler is dan ik, leert me zwemmen en toont me constant dingen op het internet. “Papa, je moet een nummer maken met deze hippe vogel”, zegt ze dan.’

Na een leven van getalenteerd opklimmen, waarin hij van wereldomspannend succes heeft geproefd, komt het uiteindelijk hierop neer voor de ex-Fugee: ‘Het is een mooie ervaring om voor iemand te leven.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.