Het failliet van de unipolaire Amerikaanse droom - analyse

Een supermacht die naar eigen goeddunken ingrijpt in de wereld, met als een van de hoogste doelen een democratisch Midden-Oosten. De Amerikaanse neoconservatieven kregen onder George W. Bush de vrije hand dat ideaal te realiseren. Maar met ‘testcase’ Irak lijkt de bodem te zijn weggeslagen onder de unipolaire Amerikaanse droom.

Deze maand is het een jaar geleden dat Amerikaanse troepen de voormalige Iraakse dictator Saddam Hoessein uit zijn ‘hol in de grond’, zijn schuilplaats bij de rivier de Eufraat, haalden. Hoge militairen verwachtten dat de arrestatie het Iraakse verzet snel zou breken. Ook de regering-Bush verkeerde in jubelstemming. Nu het kwaad in Irak vrijwel bezworen leek, zouden potentieel bedreigende landen zoals Iran en Noord-Korea zich wel drie keer bedenken alvorens vijandelijke activiteiten te ontplooien. Immers, zelfs de Libische leider Muhammar Khadaffi, door oud-president Ronald Reagan ooit betiteld als ‘the mad dog of the Middle East’, koos eieren voor zijn geld. Vlak voor Kerst kondigde hij aan in te stemmen met inspecties van nucleaire installaties en beloofde hij programma’s om massavernietigingswapens te ontwikkelen, te stoppen.

Wij hebben potentiële vijanden duidelijk gemaakt wat ze te kiezen hebben, liet de Amerikaanse president vol zelfvertrouwen weten tijdens een persconferentie in het Witte Huis. Ik hoop dat andere leiders een voorbeeld nemen aan Libië. Maar nu de Amerikaanse militairen in Irak een jaar later nog steeds dagelijks te maken hebben met aanslagen van opstandelingen, lijkt de nieuwe wereld aan wiens wieg de Amerikaanse neoconservatieven en nationalisten in de regering-Bush zo graag gestaan hadden, verder weg dan ooit.

Washingtons prioriteit ligt nog steeds bij Irak, ondanks de dreigementen aan het adres van Teheran en Pyongyang. Voor zowel vriend als vijand wordt duidelijk dat de wereldwijde beschavingsmissie van Amerika, die geworteld is in het unipolaire, neoconservatieve idee een dat het land als supermacht naar eigen goeddunken in de wereld mag ingrijpen, een droombeeld is. Niet alleen gaf het Pentagon toe te weinig troepen in Irak te hebben om de situatie onder controle te krijgen, ook de steun van de bondgenoten nam steeds verder af.

De unipolaristen gingen er lange tijd vanuit dat dwarsliggende bondgenoten als Frankrijk en Duitsland en strategische rivalen als Rusland en China, zich vanzelf achter het oppermachtige Amerika zouden scharen als de overwinning eenmaal behaald was. De neoconservatieve Francofoob Charles Krauthammer voorspelde begin dit jaar in de Washington Post dat Frankrijk anders zou praten over de Verenigde Staten als eenmaal een fatsoenlijke, democratische, pro-Amerikaanse regering in een bevrijd Bagdad de inschrijving voor oliecontracten opent. Als je wint, heb je vrienden, zo gaat het gezegde immers. Maar van de 44 landen die volgens Amerika de aanval op Irak steunden, zijn er nog maar 28 over. Het lijkt erop dat 21 maanden later ook bij de coalitiepartners twijfel rijst over de Amerikaanse kansen op succes.

Wat in het bijzonder schade aanrichtte, was het gebrek aan steun van wat Pentagon-baas Donald Rumsfeld noemde het ‘Nieuwe Europa’. Dat had het pro-Amerikaanse Paard van Troje moeten worden dat de Europese Unie moest behoeden voor een ontwikkeling naar een geopolitieke tegenhanger van de Verenigde Staten. Uitgerekend Washingtons favoriete presidentskandidaat in de Oekraïne, Victor Joesjtsjenko, beloofde tijdens zijn verkiezingscampagne de Oekraïense troepen uit Irak terug te zullen trekken.

Krauthammers visie is, zo schreef de neoconservatieve realist Francis Fukuyama dit voorjaar gespeend van elk realiteitsbesef, als hij de oorlog in Irak bestempelt als een onverdeeld succes. Fukuyama somde in het blad The National Interest de feiten op: de niet-gevonden massavernietigingswapens waarover Saddam Hoessein zou beschikken, het toenemende anti-Amerikanisme in het Midden-Oosten, de doorgaande opstand in Irak, het feit dat zich nog steeds geen sterk democratisch leiderschap heeft aangediend in Irak, de financiële en menselijke kosten van de oorlog, het falen om de oorlog te gebruiken als katalysator bij de oplossing van het Palestijns-Israelische conflict en het gebrek aan steun van andere democratische landen voor de Amerikaanse zaak.

De slecht uitgevoerde strategie van wederopbouw in Irak zal de bodem wegslaan onder soortgelijke ondernemingen in de toekomst en ondermijnt krachtige binnenlandse steun voor visionair internationalisme, net zoals Vietnam dat deed, aldus Fukuyama. De marteling van Iraakse gevangenen in de Abu Ghraibgevangenis in Bagdad, het groeiend aantal oorlogsslachtoffers en de miljarden dollars die Amerika in de oorlog pompt, zijn nog maar enkele ontwikkelingen die dat inzicht bij vriend en vijand hebben versterkt. Alleen de haviken die rond president Bush cirkelen, lijken er nog in te geloven. Of Bush zich iets gelegen laat liggen aan de dreigende mislukking in Irak of dat hij in zijn nieuwe regeertermijn zijn missie als wereldpolitieagent met evenveel missionair elan voortzet, is de grote vraag voor 2005. (JS)



Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.