Het gewicht van de krant

Papier verdwijnt, internet wint. Dat is de toekomstboodschap voor de westerse media. De evolutie elders in de wereld loopt daarmee niet parallel.

Tabloids en gombo


Sinds de democratisering van begin jaren negentig groeien en bloeien de kranten in Afrika beneden de Sahara. Maar hebben zij ook iets te betekenen? ‘De greep van de politieke censuur is gelost’, zegt Robert Brand, onderzoeker aan de School of Journalism aan de Zuid-Afrikaanse Rhodes University. ‘Er is Zimbabwe, waar het regime van president Robert Mugabe kritische stemmen monddood maakt. Of Ethiopië, waar sinds november vorig jaar 21 journalisten achter tralies zitten. In vele landen is het echter wel de goeie kant op gegaan’, aldus Brand.
‘Kranten proberen een waakhond te zijn’, vindt Gabriel Baglo, voorzitter van de Internationale Federatie voor Journalisten in Afrika. ‘In Nigeria leidden de kranten het debat over de grondwetswijziging waarmee president Olesegun Obasanjo een derde termijn wilde veroveren. Mede door hun bewustmaking liep die poging spaak.’ Volgens Brand beïnvloedden de media ook in Zuid-Afrika het beleid, zoals bij de wet op de prijs van medicijnen:
‘Maar dit is vaker door ngo’s of politieke partijen die de media gebruiken om hun agenda door te drukken, dan door het initiatief van de media zelf.’ Baglo benadrukt dat ‘de strijd om de macht de situatie in meerdere landen lang erg ontvlambaar maakte. Daarom wilden lezers weten wat hun politici uitspoken. Maar geleidelijk vinden nu, naast politiek, ook thema’s als onderwijs, milieu of de macht van multinationals hun weg naar de voorpagina.’
‘Het grote gevaar voor kranten’, zegt Brand, ‘komt van de “economische censuur”. In landen als Ivoorkust dingen zeer veel kranten naar de gunst van weinig lezers.’ Kranten zijn immers nog een stedelijk fenomeen; en niet iedereen kan lezen. Ook zijn er weinig kranten in de nationale talen -alleen in het Frans of Engels- wat in hun nadeel speelt. Die bikkelharde concurrentie op een kleine markt en de barre economische omstandigheden in vele landen leiden volgens Brand tot laakbare praktijken: ‘Journalisten die geld aanvaarden om te schrijven over bepaalde gebeurtenissen of mensen. “Gombo”, heet dat in West-Afrika. Uiteindelijk bepalen politici en bedrijfsleiders de inhoud van een krant.’
Er is dringend nood aan professionalisering, voor het beheer van krantenbedrijven én voor het statuut van journalisten, zegt Baglo:
‘De avonturiers moeten plaats maken voor professionals. Er moeten journalistenbonden komen die aandringen op goede verloningen en statuten, en die waken over de onafhankelijkheid van redacties.’
‘De laatste jaren zijn er vele nieuwe krantenbedrijven en kranten bijgekomen’, zegt Brand. ‘Dat zijn vaak tabloids, die geen nieuwe, kritische stem in het debat brengen. Het is alles entertainment en fait divers wat de klok slaat. Dit zijn de nieuwe spelers op de markt. De commercialisering is ook in Afrika een feit.’ (ivd)

Olie op het vuur of op de golven?


Toen de Servische oppositie in 2000 Slobodan Milosevic van de macht verdreef, plaatsten media grote billboards in de straten van Belgrado, met de oproep om de nieuwe regering te steunen. ‘Het is een valkuil waarin media die tegen alles in onafhankelijk en kritisch bleven tijdens een conflict, trappen’, zegt Milica Pesic van de ngo Media Diversity Institute in Londen. ‘Plots identificeren ze zich met wie de tiran verjoeg. En dat is hun rol niet.’
Media kunnen gevaarlijke wapens zijn tijdens conflicten. Ze kunnen echter ook helpen de vrede te winnen. ‘Het zijn de ideale kanalen om de wonden te helen’, zegt Pesic. Slachtoffers kunnen hun verhaal vertellen en hun woede uitschreeuwen. ‘Het volstaat niet om na een conflict te zeggen: wat gebeurd is, is gebeurd; nu kijken we alleen naar de toekomst. Mensen willen begrijpen wat er is gebeurd.’
De media zijn een ideaal forum voor een debat over hoe het verder moet en hoe verzoening kan werken. Moet er een waarheidscommissie komen? Hoe moet die eruitzien? Hoe doen andere landen dat? ‘Media moeten daarbij zelf niet oordelen of veroordelen. Of de lezer zeggen wat hij moet denken. Ze moeten ruimte creëren voor dialoog.’
Internationale instellingen en donoren weten hoe cruciaal de media zijn om de spanningen na een conflict te kanaliseren. Ze pompen er dan ook volop geld in. Maar slagen er volgens critici niet altijd in de valkuilen te ontwijken. Eén: ze steunen de verkeerde media. ‘Degenen die het hardst roepen hoe onafhankelijk en professioneel ze wel zijn, waren tijdens het conflict meestal het partijdigst. Steun alleen wie voor, tijdens en na zijn rol van afstandelijke, onafhankelijke waakhond trouw bleef.’ Twee: ze hebben te weinig oog voor de omkadering van journalisten -een stevig statuut, een opleiding, bonden, een ombudsman- en zorgen er zo mee voor dat journalisten te kwetsbaar blijven voor pogingen om hen monddood te maken of te intimideren, meent de Internationale Federatie van Journalisten. ‘Veel machthebbers, zeker na een conflict, vinden kritische en onafhankelijke media een pest’, zegt Pesic. ‘De media zijn een machtig wapen dat ze slechts node uit handen geven. Donoren moeten profiteren van de welwillendheid van regeringen na zo’n conflict, om deze structurele punten door te drijven.’
‘Maar journalisten moeten zelf ook de context kennen, en weten wie geld schenkt en waarom’, vervolgt Pesic. In de Palestijnse Gebieden heeft het Amerikaanse State Department veel fondsen veil voor een onafhankelijke media. ‘Maar wat met je geloofwaardigheid bij de bevolking? Regeringen beschuldigen je er snel van dat je rijdt voor de CIA en niet voor je eigen land. Het is moeilijk om de notie ingang te doen vinden dat journalisten alleen rijden voor hun eigen beroep.’ (ivd)

EEN MILJARD KRANTENLEZERS

ÏBijna 400 miljoen mensen kopen elke dag een krant. Vijf jaar geleden was dat 374 miljoen. Omdat één krant door meerdere handen gaat, schat de World Association of Newspapers dat dagelijks meer dan een miljard mensen een krant lezen.

ÏDe krantenverkoop -de oplage- steeg vorig jaar met 2,1 procent, de afgelopen vijf jaar met 4,8 procent. De groei is vooral toe te schrijven aan de ontwikkelingslanden. In Azië gingen de oplages omhoog met 4,1 procent, in Zuid-Amerika met 6,3 procent, in Afrika met 6 procent. Ze daalden echter met 1,4 procent in Europa en 0,2 procent in Noord-Amerika.

ÏChinese kranten hebben de hoogste oplagecijfers ter wereld -niet verwonderlijk voor het land met de grootste bevolking. Elke dag worden er 93,5 miljoen kranten gekocht. Volgen: India (78,8 miljoen), Japan (70,4 miljoen), de Verenigde Staten (55,6 miljoen) en Duitsland (22,1 miljoen). In Japan, China en India gaat de verkoop vooruit, in Duitsland en de VS achteruit.
ÏDriekwart van de meest verkochte kranten wordt gemaakt in Azië. Zeven van de top tien zijn Japans, de top drie is zelfs exclusief Japans. De enige Europese krant in de top tien is het Duitse Bild, de eerste Amerikaanse -USA Today- staat pas dertiende. In de top honderd staan er nu voor het eerst meer Chinese kranten dan Japanse. (ivd)

Bron: World Association of Newspapers, jaarrapport 2005


Reageer via info@mo.be

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.