Het leven zoals het is: de Niger-delta

‘Nigeria is een land van petroleum. Bedrijven halen die eruit, de regering neemt de opbrengsten in ontvangst. De lokale bevolking zelf leeft in armoede en ziet er weinig of niets van terug.’ Zo verklaarde de Vlaamse baggertechnicus Freddy De Bruyn zijn ontvoering in de Niger-delta in augustus dit jaar. Het geweld in de Nigeriaanse olieregio neemt hand over hand toe. Ken Ike-Okere, een Nigeriaanse onderzoeksjournalist, ging voor MO* een kijkje nemen ter plaatse.
Enni rijdt met de kinderen van Okochiri -een dorp van zo’n 4000 inwoners, midden in de olierijke Niger-delta- naar school en terug in een commerciële Nissanbus met 18 zitplaatsen. Op een vrijdagochtend begin juni werd hij aan Okochiri Poort door Nigeriaanse militairen tegengehouden. Enkele uren later kreeg hij zijn bus terug, onder de bloedvlekken. Het kostte hem meer dan een uur om alles weer schoon te krijgen. Later vernam hij dat zijn bus gebruikt was om militanten af te voeren die gesneuveld waren bij een botsing met het leger. Een week eerder was James ook al tegengehouden bij Okochiri Poort, die keer waren het echter jonge mannen in geïmproviseerde battledress.
De ene dag worden de mensen van Okochiri en bij uitbreiding in de hele deltaregio bedreigd door militante jongeren, de andere dag door Nigeriaanse soldaten die de militanten moeten bestrijden en de olie-installaties beschermen. Wie ook de vinger aan de trekker houdt, de bevolking heeft hier een allesbehalve simpel of veilig leven. Met zo’n 20 miljoen zijn ze, de bewoners van de Niger-delta. Bijna een zevende van de hele Nigeriaanse bevolking. Als je met mensen praat, blijken ze allemaal te dromen van een ochtend waarop ze wakker worden in een land waar de lucht zuiver is, het water vrij van het brakke, olieachtige vuil en de jeugd gelukkig tewerkgesteld in productieve ondernemingen.

Getekend voor het leven


De poort waar James zo moeilijk door geraakt met zijn bus is een symbool voor de toegenomen onveiligheid in Okochiri, een dorp met één hoofdstraat op zo’n 20 kilometer van Port Harcourt, Nigeria’s oliehoofdstad. De ijzeren poort werd op bevel van Ateke Tom gebouwd op de enige plek waar je Okochiri in of uit kunt rijden. Aanleiding was een aanval in 2004 van een militie uit de buurstaat Bayelsa. De inwoners willen niet weten van die poort, maar durven ze niet afbreken. Niet zolang de jongens van Ateke Tom de plak zwaaien. En zo werd de Poort het centrum van de macht in Okochiri, want wie haar controleert, controleert de hele gemeenschap van werkloze jongeren, scharrelhandelaars en okada’s of commerciële motorvervoerders.
Daarom houden soldaten van het Nigeriaanse leger de poort bezet sinds ze op 26 mei een heuse militaire aanval uitvoerden op het dorp. Ateke Tom was immers niet langer op de hand van de regering, hij en zijn volgelingen hadden zich tegen de machthebbers gekeerd. Sindsdien moet elke man die door de poort wil zijn hemd uittrekken. Want elk lid van de militie van Ateke heeft een merkteken op de rug, aangebracht met een gloeiend hete machete. Wie betrapt wordt met dat brandmerk, wordt opgepakt -en er wordt nooit nog iets van hem vernomen, zeggen inwoners.
Volgens de Nigeriaanse regering zijn dergelijke, drastische maatregelen nodig om het geweld te bedwingen in de 70.000 vierkante kilometer grote Niger-delta, waar 90 procent van de Nigeriaanse olie opgepompt wordt. Rust en orde in de Niger-delta zijn niet alleen belangrijk voor de staatskas in Nigeria. Ook de wereldmarkt piekt meteen als er hier problemen zijn. Nigeria is normaliter goed voor een dagelijkse productie van 2,5 miljoen vaten olie per dag, 3 procent van de dagelijkse wereldconsumptie. De onderminister voor Olie, Edmund Daukuru, en Shell bevestigden onlangs dat er als gevolg van de recente onrust een daling van de productie was van zo’n 700.000 vaten per dag. Dat is slecht nieuws voor Shell, maar het is een aderlating voor Nigeria dat voor 95 procent van zijn exportinkomsten afhankelijk is van olie. Volgens experts zou de oliewinning sinds 1957 al 320 miljard dollar opgebracht hebben.
Van al die rijkdom zien de inwoners van de Niger-delta niet veel meer dan de zwarte olielaag die hun velden en rivieren bedekt. De bewoners van de Okrikaregio, waartoe ook Okochiri behoort, zijn omringd door tientallen olievelden, een van de grootste olieraffinaderijen van het land en zowat 6000 kilometer pijpleiding. Het is niet uitzonderlijk dat die pijpleidingen gaan lekken, als gevolg van ouderdom of illegaal aftappen.
Volgens een CIA-rapport kwamen zo 2,5 miljoen vaten olie terecht in de deltaregio in de periode 1986-1996. En oliebedrijven gaven toe dat zeker 100.000 vaten via lekken verloren gingen in 1997-1998. Het gevolg is dat velden en rivieren onleefbaar zijn voor mensen, dieren en gewassen. Bovendien gaat elke dag 8 miljoen kubieke meter aardgas op in torenhoge vlammen die wilde dieren afschrikken, de atmosfeer vergiftigen en een onwelkome bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde.
Van traditionele landbouweconomie komt niets meer in huis, maar een nieuwe, industriële tewerkstelling kwam er niet, onder andere door een schreeuwend gebrek aan scholing. Een tien jaar oud rapport van de Wereldbank stelde dat 88 procent van de gezinnen in de Niger-delta analfabeet waren. Er is sindsdien nog niet veel veranderd. In juni dit jaar beval president Olusegun Obasanjo het leger en de politie duizenden inheemsen uit de regio tewerk te stellen. Een maand later rapporteerde het hoofd van de politie dat er onvoldoende geschoolde mensen waren om de openstaande betrekkingen in te vullen.

Witte stranden en diepe nachten


Vanuit Okochiri is het maar een kilometer over een smalle betonnen brug naar Okrika Island -een chaotisch gebouwde stad waar de weinige moderne huizen toebehoren aan rijke eigenaars die elders wonen. Boven alle andere gebouwen torent het drieverdiepingenpaleis van de Amanyabo, de plaatselijke koning. De meeste straten zijn hier nauwelijks drie meter breed en de meer dan honderdduizend inwoners zijn voor hun vervoer afhankelijk van de okada’s.
‘Verwijt ons niets’, antwoordt okada-chauffeur Fortune Tamuno op de vraag waarom hij voor dit beroep koos, terwijl hij toch een diploma middelbaar onderwijs op zak heeft. ‘Moet ik soms mijn kost verdienen als gewapende militant of als illegaal aftapper van olie? Heb jij ergens een fabriek gezien in de buurt?’ Het antwoord is neen. Er zijn geen fabrieken in Okrika Island of op het aangrenzende vasteland. Hier is niets. Geen enkele bank, geen supermarkt, geen universiteit, geen fabriek. Zelfs geen modern benzinestation -een bittere ironie in een regio die de rest van het land en een deel van de wereld voorziet van petroleum. Wie hier benzine nodig heeft, moet zich wenden tot de zwarte markt.
Island heeft alles om een succesrijke toeristische bestemming te zijn: witte stranden, een aangename bries, diepe kreken en een oceaan voor diepzeevissers. Maar er zijn geen flanerende ambtenaren uit Port Harcourt of olie-arbeiders met een vrije dag. Buiten de verarmde inwoners zijn er alleen de Nigeriaanse militairen die zich ingebunkerd hebben op de oostelijke en westelijke waterfronten van Okrika Island. Zij brengen hun dagen door achter honderden zandzakjes met daartussen gesofisticeerde machinegeweren waarmee ze zich willen verdedigen tegen militanten die vaak langs komen varen in speedboten. De witte stranden zijn intussen grotendeels ingenomen door openbare toiletten voor de boomende bevolking die thuis geen sanitaire voorzieningen heeft. Bij eb sleurt het getij alle afval van mens en olie-industrie mee naar de diepte.
Er is elektriciteitsvoorziening op het eiland, maar na zonsondergang daalt een diepe duisternis over de stad. Alleen wie een generator bezit, heeft licht. De overkant van de kreek baadt dan in het overdadige licht: daar liggen de olieplatformen en de boten waarop de buitenlandse werknemers gehuisvest zijn. De toegang tot die oorden van beloften wordt strikt bewaakt door het leger.
Okochiri, op het vasteland, zit al sinds de regenstormen van april dit jaar zonder elektriciteit. Toch is het hele dorp ‘s nachts verlicht dankzij de gigantische vuurtongen uit de nabijgelegen raffinaderij die een spookachtig licht over de huizen en straten flikkeren. Niet dat de mensen blij zijn met die vele toortsen die dag en nacht voor licht en vervuiling zorgen. Flora Nene, onderwijzeres, is ervan overtuigd dat haar huidirritaties te maken hebben met de zure regen.
‘Voor ik twee jaar geleden naar hier verhuisde, had ik nooit last van huidproblemen’, zegt ze. En ze wijst naar het vuur: ‘Het is de schuld van dat ding. Het regenwater wordt erdoor vergiftigd.’ En aangezien er geen kraantjeswater is in Okochiri, moet Flora water kopen bij een privéwaterput. Maar zo snel als ze kan, zoekt ze een baan elders in Nigeria, weg uit de zuiderse deelstaten van de Niger-delta. Weinig andere bewoners kunnen dat. Ze zijn ongeschoold en ongeschikt voor de al zo krappe arbeidsmarkt. Veel jongeren zien dan ook geen andere uitkomst dan de wapens, waarmee ze hun eis voor een beter bestaan kracht willen bijzetten.

Alleen de wapens spreken


De olie-opbrengst wordt niet eerlijk verdeeld, terwijl de exploitatie wel het milieu vernietigt. Dat is de kern van de actuele crisis in Nigeria. De regering reageerde met de oprichting van de Niger Delta Development Commission en het verhogen van het vaste aandeel in de opbrengst voor de regio tot 13 procent. Te weinig, zeggen leiders uit de Niger-delta. Zij eisen 50 procent. De onderhandelingen tussen plaatselijke leiders en de nationale overheid mislukten volledig vorig jaar. Sindsdien kozen steeds meer jongeren voor de gewapende strijd -die ze betalen met de opbrengsten van het illegaal aftappen van olie.
Vanaf begin 2006 kozen deze militantenorganisaties, gegroepeerd binnen de Movement for the Emancipation of the Niger Delta (MEND), voluit voor het kidnappen van buitenlandse werknemers uit de olie-industrie. Ze willen niet alleen meer lokale controle over de grondstoffen en een snelle opkuis van het milieu. Ze vroegen in januari ook de vrijlating van een voormalige gouverneur die aangeklaagd is wegens corruptie en witwaspraktijken, en van een militieleider die vastzit in de hoofdstad Abuja. De Nigeriaanse overheid antwoordde op de eerste kidnappings met bombardementen op sommige dorpen in de regio. Daarmee wou ze naar eigen zeggen de illegale oliemarchanten treffen, maar zo hadden de militanten het niet begrepen. Zij gingen de militaire confrontatie aan door opnieuw negen buitenlanders te gijzelen. Het eerste halfjaar van 2006 werden zo al meer dan dertig buitenlanders tijdelijk slachtoffer van het opbod tussen regering en militanten.
Op 26 juli kondigde MEND aan dat het ‘een open oorlog zou voeren in het oostelijke deel van de delta om zowel olievelden als uitvoerhaven te vernietigen.’ En vanuit Abuja, de glimmende hoofdstad die gebouwd is met het profijt van de oliewinning, riep de gevangengenomen militieleider Asari Dokubo zijn volgelingen en het hele Ijaw-volk -zo’n veertien miljoen mensen- op de gewapende strijd voort te zetten. ‘Wij kunnen niet onderhandelen als we geketend zijn. En daarom moeten we de heldhaftige en door de tijd geteste weg van de gewapende strijd blijven volgen’, klonk het vanachter de tralies.
Verspreid over de Niger-delta nemen steeds meer jongeren de wapens op -weliswaar niet in een strijd om hun volk te bevrijden, maar in een poging zichzelf te verrijken. Ze chanteren oliefirma’s met gijzelingsacties, tappen illegaal olie af of stellen zich tegen betaling ter beschikking van politieke partijen. Ateke Tom, bijvoorbeeld, begon zijn carrière en zijn militie -de Niger Delta Vigilante Group, in de volksmond gewoon the Germans- in dienst van de partij aan de macht.
Volgens de inwoners van Okrika Island en Okichiri slaagde de militie er bij de verkiezingen in 2003 zelfs in alle kiezers zo af te schrikken dat niemand kwam opdagen en ze de stembussen gewoon zelf met biljetten konden vullen. Daarna werd de militie steeds arroganter en gewelddadiger. Je liep al gevaar als je de naam van Ateke Tom uitsprak. Inwoners vertelden hierover alleen als ze de garantie kregen op anonimiteit. Ze zijn het er wel over eens dat de hele sociale orde van de regio op zijn kop staat, dat de jongeren geen respect meer opbrengen voor de ouderen en dat wie zich verzet tegen de gang van zaken vaak plots verdwijnt -vermoord of gevlucht.
Half augustus stuurde de president duizenden nieuwe soldaten naar het gebied. Zij vielen gemeenschappen binnen en arresteerden duizenden mensen -de meesten werden daarna weer vrijgelaten. Organisaties uit het maatschappelijk middenveld en oppositiepartijen verwerpen de aanpak van eerst-schieten-dan-vragen. Ze vinden het contraproductief en getuigen van een gebrek aan vruchtbare ideeën.
Hoe weinig repressie oplevert, is zichtbaar in Bane, het Ogoni-dorp vanwaar schrijver en activist Ken Saro-Wiwa afkomstig was. Te meten aan de toestand van de gemeenschap midden augustus 2006 kan je moeilijk anders dan vaststellen dat zijn dood op 10 november 1995 weinig opgeleverd heeft. Bane heeft geen stromend water, de waterput die door de regering geboord was, mist elektriciteit om het water op te pompen.
‘De elektriciteit is al bijna een jaar afgesloten’, zegt Sorle Deekae, een jongerenleider in Bane. Het dorp wordt in twee gesneden door een diepe erosiegeul en de veelvuldige overstromingen van het regenseizoen tasten de lemen hutten aan. De enige basisschool in de gemeente is ingestort en de leerlingen volgen nu les in de kerk. Shell geeft in zijn People and Environment Report uit 2003 toe dat het ongewild bijgedragen heeft tot de crisis in de regio. De oliemaatschappij voegt daaraan toe dat ze bereid is de mensen in de Niger-delta te helpen. Die hulp kwam er in de vorm van studiebeurzen, microkrediet en vorming. Maar dat blijkt allemaal too little too late. ‘Shell heeft hier zoveel verwoesting aangericht en zoveel kwaad bloed gezet, dat het voor ons heel moeilijk is om hen te vertrouwen’, zegt Sorle Deekae.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.