Hoe evolueert de relatie tussen de VS en Zuid-Amerika?
2010 wordt een belangrijk jaar voor de relatie tussen Noord- en Zuid-Amerika. De spanningen tussen Washington en Venezuela lopen op, de Brazilianen kiezen een nieuwe president en Obama dreigt de kans te missen om eindelijk iets te doen aan de gedateerde boycot tegen Cuba. MO* vroeg de Belgische diplomaat-auteur Herman Portocarero om een voorbeschouwing, zijn persoonlijke visie op de Amerika’s.
Herman Portocarero . 27 januari 2010
Uno
Manhattan, hoek van 38th Street en Lexington Avenue.
Een van de laatste symbolen van de Koude Oorlog bevond zich midden in New York: het permanente politiekordon rond het sombere gebouw van de Cubaanse Permanente Vertegenwoordiging bij de Verenigde Naties. De straathoek werd in 1996 ook officieel omgedoopt tot Esquina Hermanos al Rescate. Dat verwijst naar de Cubaans-Amerikaanse groep opererend vanuit Florida die bootvluchtelingen uit Cuba bijstaat, maar zich ook vaak op het terrein van politieke provocatie begeeft.
De relatie tussen Cuba en de VS is natuurlijk supergecompliceerd, en staat zeker niet model voor de verhouding tussen Washington en de rest van Latijns-Amerika en het Caribische gebied.
Dos
Latino-gemeenschappen zijn in de VS duidelijk in opmars. Bij clandestiene immigratie, ja, maar ook qua sociale mobiliteit. Tweede-generatie latino’s dringen meer en meer door in professionele categorieën en vervoegen de middenklasse. In electorale termen is de groep zeer belangrijk geworden –ook voor Barack Obama, als die in 2012 herverkozen wil worden. In de VS is twee op drie latino’s tussen 16 en 25 jaar ook geboren in de VS.
Maar zelfs het begrip ‘latino’ is dubbelzinnig. Om te beginnen is het een extreme oververeenvoudiging. Taal en (meestal katholieke, maar ook oprukkende evangelische) religie worden gedeeld, maar in feite gaat het om tal van diverse subgroepen, met aparte prioriteiten en agenda’s. In New York, waar alles en iedereen samen komt, is dat best te voelen. De Mexicanen en de Centraal-Amerikanen zijn het meest betrokken bij het debat over clandestiniteit en legaliteit. Porto Ricanen (Boricuas in NY-slang) aarzelen tussen een eigen identiteit en de frustraties van net-niet Amerikaan zijn. Dominicanen zijn weinig gepolitiseerd en willen vooral zo veel mogelijk geld naar hun familie in Santo Domingo opsturen.
Het is precies om de complexiteit van de latino-gemeenschappen in New York en de VS te omschrijven dat een nieuwe metafoor uitgevonden werd: niet langer de melting pot, wel de salad bowl. Geen hutsepot maar een salade met ingrediënten die herkenbaar blijven in kleur en smaak.
De haat-liefdeverhouding die heel Latijns-Amerika (Cuba niet uitgezonderd) heeft met de VS, komt voor een goed deel van deze diaspora. De VS blijven de grote magneet voor een beter leven –hetzij via jobs onderaan de sociale ladder, hetzij via de toegang tot hoger onderwijs. De jobs resulteren op hun beurt in de enorme geldstromen tussen de VS en Latijns-Amerika op –de zogenaamde remesas, die voor een groot aantal landen van de regio gewoonweg de belangrijkste post van de betalingsbalans zijn.
Tres
Naast immigratie en geldstromen, is het de cocaïnepolitiek die voor een goed deel de relatie bepaalt. De veel te vage term ‘drugs’ wordt nog te vaak gebruikt. Het gaat voor 99 procent om dat ene product. De vraag in de VS is enorm. Het aanbod volgt. Het is een parallelle economie die meer waard is dan het jaarbudget van een middelgrote staat.
De politiek draait voor een goed deel om de aanvoerroutes. De producenten en uitvoerders zoeken steeds de route van de minste weerstand. Dat betekent transit via landen of zones waar weinig controle is of waar hulp gekocht kan worden.
In de jaren tachtig –toen de markt voor cocaïne in de VS voor het eerst explodeerde–waren de Caribische eilanden politiek erg woelig, en konden medeplichtigheden worden gevonden bij rivaliserende politieke milities. Daarvan zijn er nog altijd sporen, vooral de transit via de zwakste staat in de regio –Haïti. Recent heeft de transit zich duidelijk verplaatst naar een vastelandroute via Mexico, maar parallel daarmee verlopen er ook routes via West-Afrika. Net als de 18de eeuwse opiumhandel –legaal opgezet en bedreven door de Britten– is de cocaïnehandel nu eenmaal een deel van een geglobaliseerde economie.
De Latijns-Amerikaanse producenten staan aan het begin van de routes wat export betreft, en liggen aan het einde van de een lange keten van repressie.
De in de VS nog steeds bestaande War on drugs is een uiterst dubbelzinnig gegeven. Het is een mengeling van harde binnenlandse rechtspraak (resulterend in ongewoon omvangrijke gevangenisbevolking), quasi militaire interventies op het terrein in Latijns-Amerika, en ondoorzichtige politieke agenda’s in Washington. Libertairen wijzen er sinds lang op dat deze prohibitie evenmin werkt of zal werken als die van de jaren twintig inzake alcohol.
De interventies binnen Latijns-Amerika zijn natuurlijk politiek meest omstreden. De VS kiezen via deze tussenkomsten, al dan niet bewust, partij in binnenlandse conflicten, vaak ideologisch van oorsprong: tussen linkse guerilleros en rechtse paramilitairen, tussen een post-conquista, quasi blanke bourgeoisie en een verwaarloosde etnische meerderheid.
Bovendien hebben de interventies vaak een catastrofale uitwerking op het milieu gehad- vnl. de massale toxische vernietiging van de cocaplantages. In theorie werd vaak een beleid van vervangende gewassen gepreekt, maar in de praktijk heeft dat zelden gewerkt, onder meer omwille van economische redenen.
Cuatro
Immigratie en cocaïne hebben de belangrijkste breuklijnen tussen de VS en Latijns-Amerika bepaald. Europa staat ergens in het midden.
Cultureel zijn er nog affiniteiten met het oude continent. De leidende klasse gaat vaak nog prat op haar Spaanse origine, en de politieke en rechtssystemen zijn vaak nog Europees van opzet. Maar politiek Europa is lang niet actief genoeg om deze banden te onderhouden. Er is een grote solidariteit tussen de maatschappijen, en Europa staat ver voorop wat bijvoorbeeld Eerlijke Handel met het continent betreft.
Cultureel gezien is heel Latijns-Amerika nochtans een wingewest van de VS, zij het met behoud van eigen accenten en met een begin van wisselwerking. Het televisielandschap wordt gedomineerd door populaire VS-producties, maar omgekeerd is de typisch tragisch-tranerige telenovela een succes in de VS geworden. Tot voor kort werden latino-actrices, -acteurs en -muzikanten in de VS vaak gereduceerd tot stereotypes. Nu zijn er cross-over supersterren als Shakira, die volledig latina blijft in het zuiden, en volledig geïntegreerd is in het noorden.
Spaans is snel de tweede taal aan het worden in grote delen van de VS. Dat was al een hele tijd het geval in Texas en het zuidwesten. Nu zet die evolutie zich ook door van Georgia tot in Chicago. In New York is het sinds lang mogelijk normaal te leven in het Spaans, zelfs bij contacten met de administratie (die overigens routinegewijs werkt in vijftien talen, een interessante referentie voor Belgische toestanden die als onoplosbaar worden voorgesteld). In Miami, zo gaat een oude mop, vind je hier en daar nog een winkel waar zelfs Engels wordt gesproken. Zelfs in de Subway in Chicago zijn alle opschriften al tweetalig Engels-Spaans.
In de jaren tachtig spotten de Brazilianen met zichzelf door hun land te omschrijven als de eeuwige toekomst die maar niet wilde beginnen. Nu lijkt het alsof de VS ter plaatse trappelen.
Cinco
In september 2009 hoorde ik tijdens de Algemene Vergadering van de VN twee opeenvolgende toespraken. Eerst die van president Lula van Brazilië (Brazilië opent traditiegetrouw steeds het debat), vervolgens die van president Obama (als gastland krijgen de VS steeds de tweede plaats).
Het waren uiterst verschillende redevoeringen.
Obama sprak, met zijn gebruikelijke talent, over idealen. Lula was concreter en sprak over realisaties. In de jaren tachtig, toen ik rondtrok in Brazilië, spotten de Brazilianen met zichzelf door hun land te omschrijven als de eeuwige toekomst die maar niet wilde beginnen. Nu leek het even alsof de VS ter plaatse trappelden.
Tussen Obama en Lula voelde ik ineens dat Latijns-Amerika aan het ontwaken was. De rol van Washington blijft natuurlijk belangrijk, en de ideologische breuken zijn er nog steeds en zijn vaak genoeg nog luidruchtig. Maar er lijkt nu ook hoop te zijn op een middenweg: tussen de oude slogans van links en rechts op het continent, tussen dictatuur, populisme en authentieke democratie. Vooral: het debat wordt een zaak tussen latino’s en het continent vindt een eigen dynamiek. De dollar en Hollywood zullen machtig blijven, maar er is een authentieke emancipatie aan de gang.
Toen ik het VN-gebouw buiten liep, kruiste ik de Boliviaanse president Evo Morales die ontspannen tussen een paar bodyguards de 1st Avenue overstak, op weg naar zijn lezing. Paparazzi achtervolgden hem langs de politiebarricade. Morales was elegant gekleed in een zwarte tuniek met geborduurde randen. Hij had een wat ironisch licht in zijn ogen en genoot duidelijk van zijn aanwezigheid in het hol van de leeuw.
De indigenista-politiek van Morales is een historische revanche. Ze is relevant voor een heleboel andere landen van de regio –Peru, Mexico, Ecuador en Guatemala om slechts de meest voor de hand liggende te noemen. Maar is het een opening naar de toekomst, of is het uiteindelijk reactionair? Een terugvallen op stereotypes die nu opgeëist in plaats van opgelegd worden? Ik weet het eerlijk gezegd niet.
Seis
Rondtrekkend in Guatemala in de jaren negentig kwam ik tot de conclusie dat de Ladino-elite –lang blindelings gesteund door Washington wegens… bananenpolitiek– voor een belangrijk deel verantwoordelijk was voor de achterstelling van de Maya-meerderheid. Maar voor die meerderheid was er ook slechts één weg voorwaarts –via onderwijs en emancipatie, die niet mochten vastlopen in folkore, hoe kleurrijk ook. Veel inheemse gemeenschappen Latijns-Amerika hebben zelfs de Conquista van de 16de eeuw nog niet verwerkt. Hun marginaliteit werd en wordt door elites in stand gehouden.
Het einde van de ideologische conflicten leidt niet noodzakelijk tot pacificatie, veeleer tot een recuperatie van vroegere guerilleros in gewone criminaliteit. Ook daar heeft de rol van de VS littekens nagelaten. Maar de ironie van de geschiedenis is dat de Centraal-Amerikaanse gangs die dit opleverde, nu een gevaar in de VS zelf geworden zijn. Het zal waarschijnlijk nog decennia duren voor deze kluwens van slechte geschiedenis ontward worden.
Veel duidelijker is het debat tussen Lula aan de ene kant –die ik zoals velen beschouw als de eerste intelligente socialist die het continent sinds lang heeft voortgebracht– en de “Cubaniserende” tendens van een Hugo Chavez. Maar ik wil dit toch ook nuanceren. Wegens haar specifieke geschiedenis met de VS heeft Cuba alle redenen om een identiteit te verdedigen die in confrontatie met Washington werd opgebouwd. Heeft het veel rijkere en veel verder van de VS gelegen Venezuela uiteindelijk baat bij zo een confrontatie? Waar ligt het belang van de maatschappij?
Siete
Onderweg in Nicaragua in 1989, net voor de Sandinistische verkiezingsnederlaag, begreep ik dat de bevolking de revolutie had gesteund, maar dat deze steun lang niet meer monolithisch was, en dat een goed deel van de mensen de slogans beu waren. Een meerderheid, zo bleek. De VS steunden natuurlijk de Contra’s, maar dat was niet echt meer bepalend. Er had zich een eigen dynamiek ontwikkeld. De Sandinisten hadden hun rol gespeeld en zouden evolueren of verdwijnen. Populisme zal altijd werken tot op een zeker punt, maar wordt onvermijdelijk gevolgd door ontmaskering en het vereffenen van historische rekeningen. Latijns-Amerika is daarvan het grote voorbeeld: in Argentinië, Brazilië, Chili…
Politiek machismo speelt nog steeds een grote rol in Latijns-Amerika, maar het is geen fataliteit meer. Een terugkeer naar onvoorwaardelijke gringo steun aan militaire dictaturen lijkt vandaag uitgesloten. Maar dan is anti-imperialisme op zich ook geen voldoende legitimiteit meer. De lastige maar ook fascinerende uitdaging voor heel de regio is uit alle elementen van de geschiedenis een eigen recept voor algemeen belang te distilleren, dat varianten toelaat en internationaal respect vindt. Ongetwijfeld zal de wisselwerking tussen de thuisfronten en de latino-diaspora in de VS daarbij een belangrijke rol spelen.
Zoals veel mensen van mijn generatie ben ik opgegroeid met een romantische visie op Latijns-Amerika. Ik krijg nog steeds kippenvel van verzen van Neruda’s Canto General, en mijn lange en diepe relatie met Cuba heeft mijn anti-imperiale gevoelens altijd levendig gehouden. Maar het is ook een onomkeerbaar feit, dat tussen Noord- en Zuid-Amerika steeds meer intieme relaties bestaan. In de poëtische visie was Centraal Amerika la cintura de nuestra America. Nu is het, minder poëtisch maar meer vitaal, ook een navelstreng geworden.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2840 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Analyse
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Analyse