Hoop op vrijlating Betancourt neemt toe, na zes jaar

Betancourt, die de Frans-Colombiaanse nationaliteit heeft, werd op 23 februari 2002 ontvoerd door rebellen van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC), die ongeveer 40 procent van het nationale territorium beheersen. Het gaat vooral om plattelandsgebieden.
“De afgelopen jaren gebeurde er niets. We waren in totale onzekerheid”, zegt Lecompte. “Maar er zit nu schot in de zaak omdat het een internationaal probleem is geworden.”
Zes jaar na de ontvoering is er hoop. De regering kondigde onlangs aan de locatie te hebben vastgesteld van vier gijzelaars die door de FARC vrijgelaten zullen worden. De opstandelingengroep heeft beloofd binnen enkele weken vier voormalige parlementsleden te zullen vrijlaten. Die aankondiging volgde na bemiddeling door de Venezolaanse president Hugo Chávez.
Lecompte en zijn schoonmoeder, Yolanda Pulecio, en de familie van vijftien andere gijzelaars, hadden eind deze week een ontmoeting met de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner. Hij bezocht afgelopen week Colombia en Venezuela.
De FARC houdt ongeveer 45 mensen in gijzeling, waaronder oud-parlementsleden, politieagenten, soldaten en drie Amerikaanse contractanten die werkten voor Plan Colombia, een door de Verenigde Staten gefinancierde campagne tegen drugshandel. De rebellen willen de gijzelaars ruilen voor een paar honderd guerrillastrijders die in de gevangenis zitten.
Kouchner zei dat hij met de Colombiaanse president Álvaro Uribe onder meer de mogelijkheid had besproken de gijzelaars door middel van militair ingrijpen of militaire druk vrij te krijgen. Uribe zou daar een voorstander van zijn, maar de Franse minister heeft Uribe verzocht daarvan af te zien. Bij eerdere incidenten vermoordden FARC-rebellen de gijzelaars zodra het leger te dicht naderde.
Kouchner zei dat “humanitaire overeenkomsten” mogelijk zijn en dat daar in samenspraak met de regering hard aan gewerkt wordt. “We hebben haast, want het lijkt erop dat de gezondheidstoestand van sommige gijzelaars slecht is. Betancourt zag er op een foto die FARC in november verstrekte, erg mager en neerslachtig uit. De foto was een van de documenten die werden verstrekt om te bewijzen dat gijzelaars nog steeds in leven zijn.
Uribe verwierp Kouchners suggestie om Venezuela deel te laten uitmaken van een nieuwe groep waarnemende landen die Brazilië en Frankrijk aan het opzetten zijn. Vorig jaar augustus accepteerde Uribe een voorstel van Chávez om te helpen bemiddelen bij de vrijlating van de gijzelaars. Op 21 november maakte hij echter abrupt een einde aan de Venezolaanse inmenging, wat leidde tot een serieuze diplomatieke crisis tussen de twee buurlanden.
Niettemin kwamen door Chávez bemiddeling twee oud-politici, Consuelo González en Clara Rojas, op 10 januari vrij. Ook beloofde FARC de vrijlating van drie voormalige wetgevers, Gloria Polanco, Luis Eladio Pérez en Orlando Beltrán en mogelijk Jorge Eduardo Gechem. Die operatie loopt echter risico, nu het leger de locatie van de gijzelaars heeft gevonden.
Als Ingrid in de komende maanden vrijkomt, zal de Franse regering daarna verder werken aan een overeenkomst over de vrijlating van alle gijzelaars, zei Kouchner. Hij zei ook te hopen dat Uribe het niet in zijn hoofd haalt om een militaire operatie in gang te zetten, nu het proces dat moet leiden tot de vrijlating van de gijzelaars al in gang gezet is.