Kristof Clerix, Belgium, works as an investigative reporter for the Belgian weekly news magazine Knack.
Iedereen wil zijn eigen Europa
De vijftigste verjaardag van de Europese Unie wordt een feestje in mineur, zegt Hendrik Vos, professor Europese politiek aan de Universiteit Gent. En dat komt omdat iedereen zijn eigen versie van de EU wil creëren.
Kristof Clerix . 30 januari 2007
Hendrik Vos: ‘In 2007 is het 50 jaar geleden dat de Verdragen van Rome zijn ondertekend. Die verjaardag zal in Berlijn met veel toeters en bellen gevierd worden. Huidig EU-voorzitter Duitsland zal proberen een sfeer van enthousiasme te creëren en hoopt dat die overslaat op de Europese bevolking. Ik wil niet cynisch doen, maar ik weet niet of dat gaat lukken.’
‘Het fundamentele probleem met de EU is dat tussen lidstaten heel grote meningsverschillen bestaan over de finaliteit van het hele project. Waarvoor moet Europese integratie dienen? Je hebt landen die tevreden zijn met situatie zoals ze nu is. Sommige landen willen vooruit met een Europees leger en het veiligheidsbeleid, andere willen een socialer Europa, nog andere liggen niet wakker van de EU en België wil vooruitgang in alles tegelijk. Je hebt niet één project waar iedereen in kan geloven. Dat maakt dat je moeilijk stappen vooruit kan zetten. Een trein op rails zetten gaat moeilijk als je niet weet waar de sporen naar toe zullen leiden.’
‘Voor de toekomst van de EU zie ik twee scenario’s. Mogelijk komt er een ommezwaai richting meer Europese integratie als antwoord op een aantal crisissen. Vanuit het besef dat lang genoeg aangemodderd is, krijgt de Europese samenwerking een nieuwe impuls. Dat zag je ook in de jaren zeventig, toen Europese landen in crisistijd aanvankelijk hun eigen staal en textiel probeerden te redden maar uiteindelijk zagen dat het antwoord op Europees niveau lag. Anno 2007 zouden bijvoorbeeld een crisis op buitenlands vlak, delocalisaties van grote Europese bedrijven naar Azië en Oost-Europa of nog maar eens een terreuraanslag op Europese bodem de mensen kunnen wakker schudden.’
‘Als dat besef er niet komt - en dan zitten we in het tweede toekomstscenario - kan een kleine groep lidstaten het voortouw nemen om een nieuwe unie op te richten, een herstichting van de EU als het ware. Dat komt in de buurt van het idee van premier Guy Verhofstadt over de Verenigde Staten van Europa. Dat is intellectueel heel aantrekkelijk, maar politiek bestaat er tot vandaag maar weinig steun voor. De meeste lidstaten hebben wat dit betreft nog last van koudwatervrees.’
‘De kloof met de burger overbruggen, is een andere uitdaging voor de EU. De Europese communicatiepolitiek is bijzonder zwak. Ofwel klinkt een jargon dat normale mensen niet begrijpen, ofwel heb je van die kleuterachtige communicatie genre “nooit meer oorlog”. Daarnaast is het algemene klimaat niet echt gunstig: Europa wordt vaak opgevoerd als het om slecht nieuws gaat. En als Europa interessante dingen doet, steken nationale politici de pluimen het liefste op hun eigen hoed. Ook Belgische politici zijn in dat bedje ziek. Het valt trouwens op hoe weinig Belgische politici weten over Europese besluitvorming. Ze zouden veel meer oog moeten hebben voor wat er rond het Schumanplein gebeurt.’
‘Het fundamentele probleem met de EU is dat tussen lidstaten heel grote meningsverschillen bestaan over de finaliteit van het hele project. Waarvoor moet Europese integratie dienen? Je hebt landen die tevreden zijn met situatie zoals ze nu is. Sommige landen willen vooruit met een Europees leger en het veiligheidsbeleid, andere willen een socialer Europa, nog andere liggen niet wakker van de EU en België wil vooruitgang in alles tegelijk. Je hebt niet één project waar iedereen in kan geloven. Dat maakt dat je moeilijk stappen vooruit kan zetten. Een trein op rails zetten gaat moeilijk als je niet weet waar de sporen naar toe zullen leiden.’
‘Voor de toekomst van de EU zie ik twee scenario’s. Mogelijk komt er een ommezwaai richting meer Europese integratie als antwoord op een aantal crisissen. Vanuit het besef dat lang genoeg aangemodderd is, krijgt de Europese samenwerking een nieuwe impuls. Dat zag je ook in de jaren zeventig, toen Europese landen in crisistijd aanvankelijk hun eigen staal en textiel probeerden te redden maar uiteindelijk zagen dat het antwoord op Europees niveau lag. Anno 2007 zouden bijvoorbeeld een crisis op buitenlands vlak, delocalisaties van grote Europese bedrijven naar Azië en Oost-Europa of nog maar eens een terreuraanslag op Europese bodem de mensen kunnen wakker schudden.’
‘Als dat besef er niet komt - en dan zitten we in het tweede toekomstscenario - kan een kleine groep lidstaten het voortouw nemen om een nieuwe unie op te richten, een herstichting van de EU als het ware. Dat komt in de buurt van het idee van premier Guy Verhofstadt over de Verenigde Staten van Europa. Dat is intellectueel heel aantrekkelijk, maar politiek bestaat er tot vandaag maar weinig steun voor. De meeste lidstaten hebben wat dit betreft nog last van koudwatervrees.’
‘De kloof met de burger overbruggen, is een andere uitdaging voor de EU. De Europese communicatiepolitiek is bijzonder zwak. Ofwel klinkt een jargon dat normale mensen niet begrijpen, ofwel heb je van die kleuterachtige communicatie genre “nooit meer oorlog”. Daarnaast is het algemene klimaat niet echt gunstig: Europa wordt vaak opgevoerd als het om slecht nieuws gaat. En als Europa interessante dingen doet, steken nationale politici de pluimen het liefste op hun eigen hoed. Ook Belgische politici zijn in dat bedje ziek. Het valt trouwens op hoe weinig Belgische politici weten over Europese besluitvorming. Ze zouden veel meer oog moeten hebben voor wat er rond het Schumanplein gebeurt.’
Meer lezen? Hendrik Vos, Besluitvorming in de Europese Unie. Een survival kit, Acco Leuven, 2006, ISBN 90 334 6264 8.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws