India gaat ‘oostpolitiek’ voeren

Assam, Meghalaya, Arunachal Pradesh, Nagaland, Manipur, Mizoram en Tripura worden al tientallen jaren geteisterd door allerhande rebellenbewegingen; ze staan er economische slecht voor. De regio heeft wel veel natuurlijke rijkdommen, zoals olie. De ontwikkeling van de staten in het noordoosten en hun integratie in de regionale economie was een van de belangrijkste redenen voor India om zich te verbinden met de ASEAN (de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten) en BIMSTEC (een economisch samenwerkingsverband tussen Bangladesh, India, Birma, Sri Lanka, Thailand, Nepal en Bhutan), zei Singh gisteren (maandag) aan het einde van zijn bezoek.

De premier liet direct na zijn aantreden in mei van dit jaar al merken dat hij het Indiase beleid ten aanzien van Zuidoost-Azië verder wil ontwikkelen. India is samen met Thailand de motor achter BIMSTEC. De handel met de ASEAN-landen bedraagt momenteel ongeveer 7,6 miljard euro per jaar. Volgens Singh is het haalbaar om daar 23 miljard euro van te maken. De premier wil de oude handelsroute die voor het uitbreken van de Koude Oorlog door Birma, Laos, Vietnam, Cambodja en Thailand liep, nieuw leven inblazen. Er bestaan diepgewortelde culturele banden tussen de landen in deze regio, zei Singh.

Ganganath Jha, een expert van de Jawaharlal Nehru-universiteit in New Delhi, verwelkomt de plannen van Singh. Tot nu toe richtte India zich vooral op het olierijke Midden-Oosten en de westerse economieën, zegt hij. Volgens Jha is het ontwikkelen van de staten in het noordoosten bevorderlijk voor de vrede in de regio, terwijl de samenwerking met de welvarende ASEAN een impuls kan zijn voor de economie. De opstanden in de regio worden gevoed door gebrek aan werk en kansen voor jongeren met een opleiding, zegt hij.

De plannen van de premier kunnen echter doorkruist worden door de aanhoudende gewelddadigheden in het noordoosten. De blijvende aanwezigheid van het Indiase leger heeft weinig bijgedragen aan het indammen van dat geweld. Singh is daarom vastbesloten om in gesprek te gaan met de tientallen rebellengroepen die in de regio strijden voor grotere autonomie of onafhankelijkheid. De regering is bereid te praten met elke groep die een vreedzame oplossing wil nastreven, zei Singh bij het begin van zijn driedaags bezoek tijdens een persconferentie in Manipur. De Indiase overheid heeft de afgelopen jaren onderhandeld met de belangrijkste rebellengroepen in het noordoosten, zoals de Nationaal Socialistische Raad van Nagaland en het Verenigd Bevrijdingsfront van Assam. Rebellen van het Bevrijdingsfront werden vorig jaar uit hun kampen in Buthan verdreven, met hulp van het Bhutaanse leger.

Vorige maand legde India de rode loper uit voor de Birmese militaire leider generaal Than Shwe, deels uit erkenning voor de Birmese hulp bij het insluiten van Naga-rebellen die zich ophielden in het grensgebied tussen Birma en India. Birma staat bekend om zijn schendingen van de mensenrechten en antidemocratisch bewind. Volgens Jha is samenwerking met Birma voor India cruciaal, wil de Indiase ‘oostpolitiek’ vrucht dragen. De Indiase pogingen om op goede voet te blijven met de Birmese generaals, zijn dan ook vooral ingegeven vanuit pragmatische overwegingen. (JS/PD)