India in vijf regels

Europalia India maakt het de komende maanden moeilijk aan een vloedgolf Indiase cultuur te ontsnappen. MO* biedt een overlevingsgids aan voor recepties en nabesprekingen bij al die tentoonstellingen, optredens en debatten uit het land dat het economische wonderduo Sen en Drèze omschrijft als “eilandjes Californië midden in een zee van Afrikaanse ontbering”.

Regel 1

India is geen land, het is een continent. De verscheidenheid aan talen, religies, culturen, klimaatomstandigheden, geschiedenissen, sociale verhoudingen, economische mogelijkheden en wettelijke raamwerken is er een veelvoud van wat we in Europa kennen. En Europa, dat is vanuit Amerikaans of Chinees perspectief toch al een chaotische combinatie van Babel en Grieks labyrint. ‘Who do you call when you want to speak to the European Union?’ vroeg Henry Kissinger zich al af. De Indiase versie van die verzuchting zou zijn: wie van de 1,2 miljard Indiërs je ook belt, je hebt altijd een ander India aan de lijn. Van alles wat waar is, klopt ook het tegendeel. Kortom: India is niet te kennen, niet te vatten en niet te beschrijven.

Deze fundamentele, tijdloze wijsheid belet auteurs, sprekers of doordeweekse cultuurfilosofen uiteraard niet om, zodra deze vaststelling met gepaste autoriteit is neergezet, precies dat te doen wat ze tot een onmogelijkheid verklaarden. Zijzelf kunnen India wél kennen, vatten en beschrijven. En ze zijn dan ook graag bereid dat voor u te doen.

Regel 2

Vergeet 1947 niet. De tweede regel van Salman Rushdies monumentale Middernachtskinderen maakt het al duidelijk: ‘…aan de datum valt niet te ontkomen: ik ben geboren op 15 augustus 1947.’ De met de slag van de klok Pakistaans geworden dichter Faiz Ahmed Faiz noemde die datum de ‘melaatse dageraad’ van de onafhankelijkheid, ‘een morgenstond verscheurd door de tanden van de nacht’. De onafhankelijkheid betekende in eerste instantie vooral de traumatische deling van de grote Indische moederruimte, toen honderdduizenden of misschien wel twee miljoen doden vielen bij de religieuze zuivering van Punjab en Bengalen. Uiteindelijk belandden acht miljoen vluchtelingen uit Pakistan in India.

De opdeling mondde dat zelfde jaar nog uit in een eerste oorlog tussen broeders, buren en vrienden, wat leidde tot een tweede en een derde conflict en nog veel meer bijna-confrontaties. De permanente staat van koude vrede die ontstond tussen India en Pakistan compliceerde alle andere buitenlandse uitdagingen. De korte en voor India vernederende oorlog met China in 1961, bijvoorbeeld, en de Bengaalse opstand in 1971, waardoor Oost-Pakistan met beslissende Indiase steun veranderde in de nieuwe natie Bangladesh. En dan waren er de verwikkelingen in Sri Lanka en Nepal, de moeilijke evenwichtsoefeningen in Birma en Afghanistan, en vooral: de eeuwig dreigende breekbaarheid van de Indiase unie zelf.

Kasjmir, Punjab, Assam. Arunachal Pradesh, Travancore, Hyderabad. Altijd is er wel een stuk van India dat zich niet thuis voelt in de unie, maar uiteindelijk blijft de federale, seculiere en democratische natie India één en overeind. Ook al barst de spiegel waarin Moeder India kijkt in steeds kleinere deelstaten, die op basis van taal of volk worden gedefinieerd en bevochten. Op dit moment loopt de procedure om van Telangana de zesendertigste deelstaat van de unie te maken. Daarvoor moet Andhra Pradesh opgedeeld worden, de deelstaat die in 1956 werd gecreëerd door samenvoeging van Andhra (gecreëerd in 1953 door afsplitsing van de staat Madras) en Telangana (afgesplitst van de staat Hyderabad). De kaartendrukkers van India wrijven zich in de handen.

Maar in elk debat over buitenlandse dreiging of binnenlands ongenoegen duikt 1947 wel op: niet de onafhankelijkheid, maar de opdeling, het geweld, het streven naar religieuze, etnische of op taal gebaseerde samenhorigheid

Regel 3

Praten over india vereist een uitgebreide kennis van lokale specerijen, geuren en exotische termen. De diversiteit uit regel één vergelijk je met de garam masala – de pikante mengeling van onder andere kardemom, kaneel, kruidnagel en zwarte peper – die ama in de balti-kip pasanda roert. Als ama althans geen brahmaanse of Zuid-Indiase is, want dan moet de kip vervangen worden door malai kofta met aloo paratha, om de vegetarische verplichtingen te respecteren. In elk geval is het goed om duidelijk te maken dat de Indiërs naar hun eigen land verwijzen als Bharat, in plaats van het van de Indus afgeleide India.

Het is de geur van naderende moessons, de kleur van in perfecte kegels uitgestalde kruiden, de klank van hindipop en karnatische klassieke muziek, de stank van armoede en achteloos gedumpt afval, het is het verschil dat ons interesseert in India.

Het toppunt van verschil, het onderwerp van tegelijk ondubbelzinnige afkeer en eeuwenlange interesse, zijn de kasten of jati, of, als het samenhangende systeem van sociale taakverdeling bedoeld wordt, varna. De beter ingevoerde Indiareiziger weet van diepgaande lectuur van de Lonely Planet dat de onoverzichtelijke diversiteit aan lokale kasten samengevat kan worden onder de vier hoofdcategorieën: brahmanen, kshatriya’s, vaishya’s en shudra’s. Met daarnaast uiteraard de kastelozen die door Gandhi harijans genoemd werden en die zichzelf later onder de noemer dalits politiek sterk maakten. En dan zijn er nog de adivasi’s, meestal vertaald als inheemse volkeren: de gemeenschappen die zo diep in de wouden van Centraal-India leefden dat ze niet opgenomen werden in het systeem van sociale stratificatie, zelfs niet als onderste en meest rechteloze categorie.

Kasten zijn een westers verhaal, zegt S.N. Balagangadhara, in Gent beter gekend als professor Balu van Vergelijkende Cultuurwetenschappen. En zoals dat gaat met koloniale verhalen, stelt de hoogleraar in Reconceptualizing India Studies, geloven ook Indiase intellectuelen in het bestaan van kasten en in de verdrukking van dalits door brahmanen. Hij niet. Niet omdat die kasten en die verdrukking aantoonbaar niet bestaan, maar omdat er volgens hem geen theorie is die onomstotelijk omschrijft wat hindoeïsme is, wat kasten zijn, wie brahmanen zijn, hoe een en ander over heel India en door de eeuwen heen op beschrijfbare en uniforme manier functioneert.

De exotische Indomania die in het Westen floreert sinds de hoogtijdagen van de Britse Oost-Indische Compagnie, leverde een tsunami aan geurige theorieën op, het verzet daartegen zou volgens Balagangadhara uit stilte moeten bestaan. Daarbij maakt hij uiteraard wel een uitzondering voor zijn eigen theorie, omdat die niet over India gaat, maar over de westerse theorie over India. Die is wel te kennen, te beschrijven en te weerleggen.

De Indische armoede is berucht, maar minder bekend is dat ze grotendeels van Europese makelij is. Voor de Britse kolonisatie in 1757 begon, was India in de ogen van Adam Smith een van de welvarendste regio’s ter wereld.

Regel 4

Het is de armoede, domoor. In het nawoord bij Een handvol rijst, een roman van Kamala Markandaya, door het NCOS uitgegeven in 1989, beschrijft Ranajit Sarkar de drie categorieën stedelingen die het verhaal bevolken: (1) ‘gewetenloze zwartehandelaars, smokkelaars en hamsteraars die rijk worden ten koste van armen en wanhopigen’, (2) ‘de mensen die rijk geworden zijn op de zogenaamd fatsoenlijke manier… zij zien de armen eenvoudig niet, beschouwen hen niet als echte mensen en staan volkomen onverschillig tegenover de ellende van hen die minder bedeeld zijn dan zijzelf’ en (3) ‘de werkende klasse die haar lot in het leven gelaten draagt en tevreden is’. Het vraagt weinig van de verbeelding van de gemiddelde Europeaan om armoede te zien als het scharniergegeven in de beschrijving van India. Want het land kan exotisch, spiritueel of democratisch zijn, de verhalen van generaties missionarissen, ontwikkelingswerkers en rugzaktoeristen hebben toch vooral armoede tot het centrale identiteitskenmerk van India gemaakt.

Wat minder bekend is, is dat die armoede grotendeels van Europese makelij is. Voordat de Britse kanonneerboten de kolonisatie op gang schoten in 1757, was Indië in de ogen van Adam Smith een van de welvarendste regio’s ter wereld. Textielarbeiders verdienden er hogere lonen dan in het industrialiserende Europa. ‘De competitiviteit en de kwaliteit van de Indische export zorgde voor hoofdbrekens bij de Europese producenten, en voordat Groot-Brittannië zijn koloniale bestuur oplegde, keurde het parlement er verschillende wetten goed die het dragen van Indisch textiel verboden’, schrijven Amartya Sen en Jean Drèze in hun pas gepubliceerde studie An Uncertain Glory (zie recensie blz. 60). Het was de kolonisering zelf die tot economische achteruitgang en dus armoede leidde.

De voorbije twee decennia verscheen India opnieuw op het internationale toneel als een economische macht, met een groeipercentage dat alleen voor het Chinese moest onderdoen. Namen als Mittal, Ambani, Tata, Singh, Nilekani en Premji werden een begrip in zowel de economische katernen als de lifestyleroddelrubrieken van kranten wereldwijd. De snel groeiende rijkdom kwam echter niet terecht bij de honderden miljoenen armen. ‘Binnen een cirkel van vijfhonderd meter met als middelpunt de plek waar ik verblijf, tref je een inkomensverschil aan van één tot een miljard. Dat is niet houdbaar.’ Aan het woord is Mukesh Ambani, voorzitter van Reliance Inc., in Planet India van Mira Kamdar. De ‘plek waar hij verblijft’ is Antillia, een privéflatgebouw van 27 verdiepingen met extra hoge plafonds, in het hart van Mumbai, waar een leger van zeshonderd bedienden een van de rijkste families van India het leven zo aangenaam mogelijk moet maken. Antillia is berekend op aardbevingen van 8 op de schaal van Richter. Of de Amerikaanse architecten en Australische ingenieurs het gebouw ook resistent gemaakt hebben tegen het aanzwellende ongenoegen over ongelijkheid en blijvende armoede is onbekend. ‘De geschiedenis van de ontwikkeling in de wereld biedt weinig voorbeelden, indien die er al zijn, van een economie die zo snel en zo lang groeit met zo weinig resultaten op het gebied van het terugdringen van menselijke ontbering’, schrijven Sen en Drèze.

De armoede blijft de steen des aanstoots. Dat moest de regerende, hindoenationalistische partij BJP in 2004 vaststellen, toen haar India Shining verkiezingsslogan als een boemerang terugkwam, met de boodschap van de arme meerderheid dat zij niets van al het groeien en boomen en schitteren gezien had. Als de huidige meerderheid onder leiding van de Congrespartij van premier Manmohan Singh en Sonia Gandhi volgend jaar naar de stembus moet, is de kans groot dat zij op haar beurt afgerekend wordt op het gebrek aan sociale mobiliteit voor de 350 miljoen Indiërs die onder de armoedegrens overleven. Ter informatie: die armoedegrens is door de Indiase overheid vastgesteld op 32 roepies per persoon per dag in steden en op 26 roepies in landelijke gebieden. Begin september was één euro 87 roepies waard.

Regel 5

In de rij staan is voor losers. De Britse kolonisatie heeft veel sporen nagelaten, waaronder de spoorwegen, het aanzien van een baan in de ambtenarij, een professioneel leger en, uiteraard, het Engels. De Indiase schrijvers behoren al meer dan twintig jaar tot de creatiefste en succesvolste auteurs in de taal van Her Majesty. Wat zeker niet tot de erfenis van de Britse Raj behoort, is aanschuiven in een nette rij, op de Britse eilanden een tot in de perfectie beoefende uiting van de volksaard. In India heeft iedereen een reden om meteen naar het hoofd van de rij te gaan: oude vrouwtjes omdat ze oud zijn, belangrijke mannen omdat ze belangrijk zijn, ongeschoolde boeren omdat ze ongeschoold zijn, brutale slungels omdat ze een fooi krijgen van de andere categorieën wachtenden om de snelprocedure voor hen uit te voeren. Wie gewoon zijn beurt afwacht, staat er nu nog.

Het fenomeen doet zich niet alleen voor aan loketten en treindeuren. Ook in de economie gaan de machtigen recht naar de bronnen van de winst, zonder de tussenliggende stappen van sociale en ecologische regels in acht te nemen. Ambtenaren gaan recht op een verhoging van hun inkomen af door hun cliënten fooien af te troggelen. Kleine boeren, adivasi’s, landlozen, dalits en sloppenwijkbewoners moeten toezien hoe de machtigen zichzelf eerst royaal bedienen en hoe ze daarbij de grond, het water en de wouden inpikken of vernietigen. Driekwart van de 1,2 miljard Indiërs is het echter beu voortdurend opzijgeduwd te worden door de scherpe ellebogen van de rijken of hun goonda’s. Er is het dramatische verzet van de honderdduizend zelfmoorden op het platteland. Er is het geweldloze verzet van boerenorganisaties die de macht van hun getal in de democratische weegschaal proberen te leggen. Er is het gewapende verzet van de maoïsten, die dit jaar al in zeven verschillende deelstaten aanslagen pleegden en in veel meer staten actief zijn. Er is verzet, dus wie nu nog aan komt dragen met een theorie over fatalisme op basis van karma en dharma voor dummies, moet zich dringend een handleiding voor het reëel bestaande India aanschaffen.

Of Europalia India die betrouwbare gids naar het echte, onkenbare India zal zijn, is niet zeker. De greep van de afdeling culturele diplomatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken op het programma is daarvoor te groot geweest. Het enige wat we zeker weten, is dat Europalia een helder inzicht zal geven in het beeld dat India van zichzelf wil tonen aan de rest van de wereld. Dat levert ongetwijfeld een rijk en boeiend, maar niet noodzakelijk werkelijkheidsgetrouw programma op. Voor de toetsing aan de werkelijkheid hebben we gelukkig de journalistiek, die in België traditioneel veel aandacht heeft voor analyses en reportages uit Bharat. Toch?

www.europalia.eu

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.