Indiase voddenrapers raken werkloos

Zo’n vijftigduizend Indiase voddenrapers dreigen werkloos te worden doordat de overheid de afvalinzameling gaat uitbesteden aan grote private bedrijven. Een vorm van ‘baanloze groei’ waar planners zich zorgen over maken.

  • IPS/Dharmendra Yadav Voddenraapsters op zoek naar herbruikbare materialen in een berg afval. IPS/Dharmendra Yadav

Tientallen jaren lang bewezen de voddenrapers in New Delhi de stad een goede dienst door plastic, aluminium, glas en andere materialen te verzamelen en te verkopen aan verwerkers. Die maken er onder meer dakbedekking van.

“Op een goede dag verdienen we zo 300 roepie (4,25 euro)”, zegt Nafeesa. Ze woont met haar drie kinderen in een sloppenwijk bij de stortplaats Tughlaqabad. Nu het nieuwe afvalverwerkingsbeleid eraan komt, ziet ze geen andere mogelijkheid dan terug te keren naar haar dorp in het district Badayun in de staat Uttar Pradesh. Daar wacht haar een onzekere toekomst.

Dioxinen

De regering in Delhi opende vorig jaar in Okhla de eerste fabriek die afval moet omzetten in energie. Het gaat om een publiek-privaat partnerschap. Twee andere fabrieken worden binnenkort geopend. Ook dat worden publiek-private ondernemingen.

De fabriek in Okhla staat geregistreerd als Clean Development Mechanism (CDM) onder het Kyoto-protocol, omdat fabrieken op kolen, gas of andere fossiele brandstoffen meer CO2 zouden uitstoten. Milieuactivisten stellen echter dat de fabriek is afgeweken van het originele design en technologie gebruikt die niet is goedgekeurd voor dichtbevolkte gebieden en ecologisch gevoelige plaatsen zoals Okhla. Het project zou daarmee ingaan tegen een uitspraak van het Hooggerechtshof, waarin beperkingen worden opgelegd aan verbranding van afval.

Inwoners van Okhla maken zich zorgen over zaken waar het CDM geen rekening mee houdt: kankerverwekkende dioxinen, furanen en zware metalen die vrijkomen bij de verbranding van het afval. Ze hebben een petitie ingediend bij het Nationale Groene Tribunaal (NGT) waarin ze sluiting van de fabriek eisen.

Afvalscheiding

Nafeesa hoopt dat de fabriek wordt gesloten om redenen die voor haar belangrijker zijn dan het milieu: als de fabriek open blijft, blijft ze werkloos. “Vuil inzamelen is hard werken, maar je hebt er geen speciale vaardigheden voor nodig”, legt ze uit.

De verbrandingsinstallatie in Okhla heeft al enkele honderden banen gekost, blijkt uit onderzoek van de Chintan Environmental Research and Action Group (Cerag). Cerag zet zich in voor een beter leven voor de vuilverzamelaars. “De voddenrapers scheiden ongeveer 60 procent van het afval voor recyclage, terwijl de grote bedrijven maar 20 procent hoeven te recycleren”, zegt Bharat Chaturvedi van Cerag.

Onderzoek van Cerag in Ghazipur en Tughlaqabad laat zien dat afvalverwerking bij de stortplaatsen de enige bron van inkomsten is voor de meeste bewoners. “In de meeste gezinnen werkt minstens één gezinslid op de stortplaats. Het is gebruikelijk dat schoolgaande kinderen ś avonds één of twee uur metaalafval sorteren. Voor veel gezinnen zijn deze aanvullende inkomsten belangrijk.”

Nu de tweede afvalverwerkingsfabriek in Ghazipur bijna klaar is, zijn veel gezinnen al vertrokken naar andere sloppenwijken, waar de bedrijven nog niet actief zijn. Anderen, zoals Nafeesa, overwegen terug te gaan naar hun geboortedorpen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.