'Internationale gemeenschap maakt weinig werk van zuiver water’

Tijdens de nog tot 30 april durende bijeenkomst van de VN-commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD) werd de afgelopen dagen zware kritiek geuit op de internationale gemeenschap. Die zou te weinig investeren in zuiver water, sanitaire voorzieningen en huisvesting voor mensen in ontwikkelingslanden.


De internationale gemeenschap zal haar uitgaven op zijn minst moeten verdubbelen, als ze het doel wil halen om het aantal mensen dat geen toegang heeft tot zuiver drinkwater, in 2015 te halveren, zegt Jose Antonio Ocampo, ondersecretaris-generaal voor Economische en Sociale Zaken van de Verenigde Naties. Momenteel wordt daaraan 16 miljard dollar uitgegeven en er is volgens Ocampo 33 miljard dollar nodig. Sterkere politieke wil en effectievere instituten zijn belangrijk om verder te komen, maar ze moeten wel ondersteund worden met financiële middelen, aldus Ocampo.
De CSD is twee weken bijeen om te spreken over vraagstukken op het gebied van water, sanitaire voorzieningen en huisvesting. De bijeenkomst is een vervolg op de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling (WSSD) die in september 2002 in Zuid-Afrika werd gehouden.

De beloften die tijdens de WSSD werden gedaan, inclusief de toezegging van extra middelen, technologieoverdracht en het opbouwen van de milieu-infrastructuur, bleken grotendeels loze beloften, zeggen activisten en diplomaten uit de ontwikkelingslanden. Hoewel het voor veel ontwikkelingslanden gaat om zaken van leven en dood, die ook hun invloed hebben op de veiligheid in de regio, hebben ze kennelijk geen prioriteit, zegt Saradha Iyer van het Derde Wereld Netwerk TWM uit Maleisië.

De westerse donors spraken eerder af om hun Officiële Ontwikkelingshulp (ODA), die nu ongeveer 56 miljard dollar jaarlijks bedraagt, te verhogen. In
ODA is vastgelegd welke uitgaven een land mag aanmerken als ontwikkelingshulp. In de jaren negentig bleef de hulp voor water en sanitaire voorzieningen echter afnemen, constateerde Borge Brende, CSD-voorzitter en minister van Milieu van Noorwegen.
De totale investeringen in water en sanitaire voorzieningen in ontwikkelingslanden bedragen momenteel ongeveer 15 miljard dollar per jaar. Vijf miljard dollar komt uit ODA, de andere 10 miljard uit nationale bronnen, zei Brende. Er zit duidelijk iets niet goed, als mensen uit sloppenwijken meer moeten betalen voor water dan voor benzine.

Rijke landen hebben volgens Tony Juniper van Friends of The Earth International met tegenzin hun verantwoordelijkheid erkend als het gaat om de aanpak van wereldwijde milieuproblemen. Als je de rijkdom in deze landen afzet tegen hun inzet, dan is die inzet beklagenswaardig, zei Juniper in een verklaring.

Volgens Brende overlijden jaarlijks drie tot vier miljoen mensen aan ziekten die te wijten zijn aan vervuild water. Dat kost jaarlijks ongeveer 16 miljard dollar. Wereldwijd wordt meer dan de helft van de ziekenhuisbedden bezet door mensen die ziekten hebben opgelopen die verband houden met water. Daaruit blijkt duidelijk het verband tussen twee doelstellingen: zuiver water en betere gezondheid.

Ongeveer 2,4 miljoen mensen, bijna tweederde van alle inwoners van ontwikkelingslanden, moeten het stellen zonder sanitaire basisvoorzieningen. Alleen al in India doen 700 miljoen mensen bij gebrek aan toilet hun behoefte buiten. Ongeveer 700.000 Indiase kinderen sterven jaarlijks aan diarree en uitdroging.
Een miljard mensen leeft wereldwijd in sloppenwijken. Dit aantal zal naar verwachting stijgen tot 2 miljard in 2030.

De Canadese afgevaardigde Gilbert Parent zei, in antwoord op de kritiek, dat bilaterale en multilaterale organisaties een sleutelrol spelen bij het stimuleren van ontwikkelingslanden om de doelstellingen te halen. Om de doelstellingen van de WSSD te halen, moet de internationale gemeenschap op een effectieve manier de resultaten meten en evalueren.

De Verenigde Staten blijven bij hun standpunt dat de ontwikkelingslanden zich sterk moeten maken voor publiek-private samenwerkingsconstructies om de doelstellingen te bereiken.

Tijdens een persconferentie afgelopen woensdag, was James Wolfensohn, voorzitter van de Wereldbank, kritische over de toenemende onbalans in de uitgaven van de internationale gemeenschap. Regeringen geven nu wereldwijd jaarlijks 900 miljard dollar uit voor militaire doeleinden, 300 miljard aan landbouwsubsidies en maar 56 miljard aan ontwikkelingshulp voor arme landen. (JS)

Thalif Deen

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.