Iraakse landbouw onder Amerikaanse bezetting

Water aan de vissen. IJs aan de Eskimo’s. Thee aan China. Aan die ultieme verkoopsopdrachten wordt straks toegevoegd: graan aan Irak. De Amerikaanse bevrijding werkt op wonderlijke manieren. Let op Order 81.
Het is in Irak dat de landbouw geboren werd. Gedurende 10.000 jaar al selecteren Iraakse boeren tarwesoorten. Elk jaar bewaarden ze zaden van oogsten die het goed deden onder de lokale omstandigheden. Die granen werden opnieuw gezaaid en er werd gezorgd voor kruisbestuiving met soorten met andere sterke karakteristieken, zodat de opbrengst elk jaar beter kon worden. In 2002 schatte de FAO dat 97 procent van de Iraakse boeren zelfgewonnen of op lokale markten gekocht zaad gebruikte. De jongste jaren is de Iraakse landbouw echter in een diepe crisis terechtgekomen. In 1995 werd in Irak nog 1.236.000 ton tarwe geproduceerd. In 2000 nog maar 348.000 ton. Van waar die terugval?
Een persmededeling van het hoofdkwartier van het United States Command stelt dat ‘boeren onder Saddam Hoessein voortdurend tarwe moesten produceren, zonder hun veld ooit een jaar te laten rusten. De grond werd daardoor uitgeput, waardoor het risico op ziekten en schimmels steeg en de opbrengst ging dalen.’ De VN-organisatie voor Voedsel en Landbouw (FAO) meldde in 1997 al dat ‘de oogsten klein blijven als gevolg van te weinig input, verminderde bodemkwaliteit en gebrek aan irrigatie-infrastructuur.’ In 2003 zag het Amerikaanse ministerie voor Landbouw het nog eenvoudiger: ‘Drie jaren van opeenvolgende droogtes hebben de productie aanzienlijk verminderd.’

De toekomst wordt ingevoerd


De Verenigde Staten hebben besloten dat de Iraki’s er beter van worden als ze nieuwe, geïmporteerde Amerikaanse graansoorten gebruiken. “Om Irak opnieuw op de been te helpen”, is men begonnen de Iraakse landbouw volledig opnieuw uit te vinden. Van de traditionele boerenlandbouw wil men op korte termijn tot industriële landbouw komen. Of zoals de reeds geciteerde persmededeling van het United States Command het verwoordt: ‘De multinationale troepen planten vandaag het zaad van de toekomst van de landbouw in de provincie Ninevah.’
Die toekomst begint bij het heropvoeden van de boeren. Het Texaanse blad Land & Livestock Post bevestigt dat er, dankzij een project van de Texaanse A & M University, momenteel 800 demonstratievelden zijn in Irak. Daar leren Iraakse boeren hoe ze “hoge-opbrengst variëteiten” van gerst, kikkererwten, linzen en tarwe moeten verbouwen. Het project kost 107 miljoen dollar en heeft de ambitie de opbrengst van 30.000 Iraakse boerderijen vanaf het eerste jaar te verdubbelen.
Als dat lukt, zullen veel landbouwers maar al te graag bereid zijn hun traditionele methodes in te ruilen voor nieuwe technologieën en geïmporteerde zaden, ook al zijn dat meer dan waarschijnlijk genetisch gemanipuleerde zaden. En met die nieuwe zaden zullen ook nieuwe pesticiden, herbiciden en fungiciden arriveren, allemaal met veel plezier aan de Irakezen verkocht door bedrijven als Monsanto, Cargill en Dow. Een van de bedrijven die nieuw zaaigoed invoeren is de World Wide Wheat Company, die zowat 500 kilo tarwezaad bezorgt aan boeren ten noorden van Bagdad.
WWWC is volgens Seedquest -de centrale informatiewebsite voor de mondiale zaadindustrie- een van de koplopers in het ontwikkelen van proprietary varieties: graansoorten die eigendom zijn van een bepaald bedrijf. Volgens de website van het bedrijf moet elke klant die een zaadsoort van WWWC wil gebruiken ‘een licentievergoeding betalen voor elke variëteit’. Dat klinkt al heel wat minder als een gift, natuurlijk.
Business Journal of Phoenix schrijft dat er ‘zes soorten tarwe ontwikkeld werden voor Irak: drie om brood te maken, drie andere om pasta te maken.’ Pasta? Het World Food Programme heeft het in zijn rapport over Irak van 2001 over ‘eetgewoontes en voorkeuren die grote hoeveelheden en variëteiten vlees, kip, peulvruchten, granen, groenten, fruit en zuivelproducten bevatten’. Geen woord over pasta. Ofwel anticiperen de VS op de aanwezigheid van zo veel militairen en zakenlui dat een deel van de landbouw niet langer moet voorzien in het voeden van “hongerige Irakezen”, maar van overvoede Amerikanen.
Ofwel, en dat is waarschijnlijker, is het voedsel gewoon niet bedoeld om in Irak geconsumeerd te worden. Iraakse boeren wordt dus gewoon geleerd voor de export te produceren. Met het geld dat ze daarmee verdienen kunnen ze eerst de zaden en chemicaliën voor het volgende jaar betalen, en met de overschot kunnen ze voedsel kopen voor hun gezin. Wat gisteren leek op Amerikaanse hulp, blijkt vandaag gewoon de integratie van de Iraakse landbouw in de globale economie.

De geschiedenis wordt illegaal


Paul Bremer, tot juni 2004 bestuurder van Irak, liet de voorlopige Iraakse regering een erfenis na van 100 “Orders”, paginalange instructies om het rechtssysteem te hervormen. Order 81, over Patenten, Industriële Design, Niet Vrijgegeven Informatie, Geïntegreerde Circuits en Plantenvariëteiten, amendeert Iraks eigen patentwetgeving uit 1970 en is wettelijk bindend tenzij een toekomstige Iraakse regering de regelgeving herroept.
Het meest relevante deel uit de 27 bladzijden tellende tekst gaat over de Plant Variety Protection (PVP). De titel zou kunnen doen vermoeden dat het gaat om de bescherming van de biodiversiteit in Irak, maar in realiteit gaat het natuurlijk om de bescherming van de commerciële belangen van de grote zaadbedrijven.
Om voor PVP in aanmerking te komen, moet een zaadsoort ‘nieuw, onderscheiden, uniform en stabiel’ zijn. Met andere woorden: de tarwesoorten die gedurende duizenden jaren door de Iraakse boeren ontwikkeld werden, komen niet in aanmerking. Die zaden zijn immers niet nieuw en ze zijn al evenmin “onderscheiden”, “uniform” of “stabiel”, aangezien de vrije uitwisseling en kruisbestuiving gedurende eeuwen ervoor gezorgd hebben dat karakteristieken verspreid werden onder en gedeeld worden door talloze lokale variëteiten.
Die kruisbestuiving maakt de Iraakse boeren nu ook kwetsbaar voor de nieuwe wettelijke regeling onder Order 81. Onder die regel kan een boer bovendien een boete krijgen als aangetoond wordt dat zijn zaad elementen van PVP-geregistreerd zaaigoed bevat.
Ook het bewaren van zaaigoed zal in de wereld volgens Order 81 weldra tot het verleden behoren. ‘Landbouwers zullen verhinderd worden zaad van beschermde variëteiten of van elke variëteit vermeld in onderwerpen 1 en 2 van paragraaf (C) van Artikel 14 in dit Hoofdstuk… te hergebruiken’, staat er. Dat laatste verwijst naar variëteiten die dezelfde karakteristieken vertonen als PVP-variëteiten.
Als een bedrijf een zaadsoort ontwikkelt die resistent is tegen een bepaald Iraaks ongedierte, en ergens in Irak is er een boer die zaad gebruikt dat dezelfde eigenschappen heeft, dan wordt het voor die laatste voortaan illegaal om zaaigoed te bewaren. Dat klinkt waanzinnig, maar elders in de wereld is al bewezen dat dit in de realiteit ook echt toegepast wordt.
Overgenomen met toestemming van The Ecologist -www.theecologist.org 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.