Irak, federale staat in wording

Kirkoek is uitgegroeid tot een hardnekkig symbooldossier voor Irak. De Koerden zien Kirkoek als hun vierde provincie, een logisch verlengstuk van de Koerdische Autonome Regio. De Arabische Irakezen en Turkmenen eisen echter dat Kirkoek onder de vleugels van Bagdad blijft. Het dossier van de stad en de gelijknamige provincie geldt nu al als de ultieme test van het nieuwe Iraakse federale model.
Op 24 september keurde het Iraakse parlement in Bagdad de Provinciale Verkiezingswet goed. Daarmee kwam een einde aan ellenlange en bijwijlen muurvaste onderhandelingen over de kieswet en de provincieraadsverkiezingen. Na goedkeuring van de wet door de presidentiële raad moeten voor het einde van januari 2009 in Irak provinciale verkiezingen plaatsvinden. Tenminste, in veertien van de huidige achttien Iraakse provincies.
Het fel begeerde, olierijke Kirkoek, is een van de vier provincies waar begin volgend jaar geen verkiezingen gepland zijn. Daarmee volgt Bagdad het voorstel van de Zweed Staffan De Mistura, de speciale VN-gezant voor Irak, die erop had aangedrongen om de lokale verkiezingen in Kirkoek een jaar uit te stellen.
De behoefte aan een aparte kieswet voor Kirkoek kwam er nadat de presidentiële raad onder Jalal Talabani, zelf een Koerd, zijn veto had gesteld tegen Artikel 24, een ander wetsvoorstel van het parlement. ‘Dat is een non-wet waar de Koerdische opposanten serieus voor gelobbyd hadden’, zegt Burhan Jaf, vertegenwoordiger van de Koerdische Autonome Regio (KAR). ‘Artikel 24 bepaalde een gelijke etnische machtsverdeling in de Kirkoekraad. Koerden, Arabieren en Turkmenen zouden elk 32 procent krijgen, de christenen de overige vier procent. Dat gaat niet alleen in tegen de demografische realiteit maar ook tegen de grondwet. Je kan de raad immers niet veranderen zonder voorafgaande verkiezingen –net zomin als je artikel 140 in de grondwet kan veranderen.’

Kirkoek Koerdisch


Artikel 140 van de Iraakse grondwet heeft betrekking op de normalisatie van betwiste gebieden in de Koerdische regio, zoals Kirkoek. De grondwet voorziet in een referendum waarbij de inwoners zelf beslissen of ze bestuurd willen worden vanuit de Koerdische hoofdstad Arbil of vanuit het centrale bestuur in Bagdad. Zo’n referendum voor Kirkoek is de voorbije jaren keer op keer uitgesteld.
De stad Kirkoek telt om en bij de 900.000 inwoners. Het is al lang een gemengde stad van Koerden, Turkmenen, Arabieren en een kleine minderheid van Assyrische christenen. ‘Bij de laatste volkstelling in 1957 vormden de Turkmenen de meerderheid in de stad, waar ze trouwens al eeuwenlang woonden’, zegt professor en politicoloog Dirk Rochtus van de Universiteit Antwerpen. ‘Maar over de hele provincie waren toen de Koerden al duidelijk in de meerderheid.’ Onder het Baathregime (1968-2003) werden tienduizenden Koerden verdreven uit de regio om plaats te maken voor Arabische Irakezen, vooral sjiieten uit armere regio’s. Met die arabisering had Saddam vooral één doel voor ogen: de hand leggen op de belangrijke olievelden in de regio.
Na 2003 keerden heel wat Koerden terug naar hun grond, en zouden ook al een deel Arabieren teruggekeerd zijn naar hun geboorteregio. Over dat laatste lopen de feiten en cijfers uiteen. Volgens uiteenlopende bronnen werden Arabieren die zich onder het Baathregime in Kirkoek hadden gevestigd, door de Koerden geïntimideerd om terug te keren, met een minimum aan compensatie. Burhan Jaf spreekt dit tegen: ‘Tot nu toe is niemand geëvacueerd. Dat soort beschuldigingen en leugens past in de propagandacampagne van Turkije, dat zich onheus moeit met Kirkoek. Bovendien zitten tienduizend Arabieren al meer dan een jaar te wachten om vrijwillig terug te keren –in ruil voor grond en geld. Dat maakt onderdeel uit van het normalisatieplan van premier al-Maliki. Alleen hult die zich in een onbegrijpelijk stilzwijgen als het op die compensatie aankomt.’
Een volkstelling is er al vijftig jaar niet meer geweest, maar volgens Amerikaanse militaire rapporten zou het aandeel van de Koerden nu bijna zestig procent bedragen. En dus is Kirkoek een zaak waar de Koerden zelf over moeten kunnen beslissen, vindt de Koerdische premier Barzani.

Gemende belangen


‘Kirkoek is niet alleen een Koerdische kwestie. Dat zou ingaan tegen de regels van de democratie’, zegt de Iraakse schrijver-publicist Taher Alwan, vluchteling in België. ‘Volgens de letter van de grondwet hebben de Koerden gelijk en moet er een apart referendum voor Kirkoek komen. Alleen spelen de Koerden het spel niet eerlijk. Ze hebben geprofiteerd van het zwakke regime in Bagdad om hun positie te versterken en Kirkoek te hermodelleren. Ze vervingen de niet-Koerden op belangrijke posten door Koerden: de burgemeester, het hoofd van de politie, hoge functies binnen de gezondheidszorg… Bovendien controleren de Koerden de Asaish, zowat de efficiëntste inlichtingendienst in Irak, die er niet voor terugdeinst om mensen desnoods met geweld te intimideren.’ Voor de Turkmenen is Kirkoek ook een zaak van Turkije. En vermits de Turkmenen sjiitisch zijn, ontbreekt Iran evenmin in het plaatje. Niet alleen de Koerden, ook spelers over de grenzen willen dus hun zeg hebben in de zaak-Kirkoek.

‘Federalisme is geen seperatisme’


‘Irak is de eerste federale staat in wording in het Midden-Oosten’, zegt professor Rochtus. ‘De Arabische landen, Iran noch Turkije zijn daarmee vertrouwd. Ze hebben altijd stammentradities gekend. Probleem is dat bij het opstellen van de federalismewet in 2006 geen sluitende definitie is vastgelegd over wat het federalisme in Irak moet betekenen.’ Voor  de Koerden is dat duidelijk: federalisme betekent een regio voor elke gemeenschap. ‘Tachtig procent van de Irakezen heeft de weg naar federalisme heeft gekozen’, aldus Burhan Jaf. ‘Het is tijd dat de oppositiegroep dat aanvaardt. Federalisme is niet gelijk aan seperatisme, het slaat op een staat die plaats maakt voor verschillende identiteiten. En waar regio’s –twee of drie– hun eigen bevoegdheden hebben. Dat hebben de sjiieten ook begrepen.’ De SICI, de invloedrijke islamitische partij van de sjiitische middenklasse, geruggesteund door Iran, is inderdaad medestander van een Irak van regio’s. Daarbij zouden de sjiieten de negen zuidelijke provincies krijgen, met het olierijke Basra –goed voor zowat de helft van Iraks exploitatie– als belangrijkste economische aandeel. Andere –grotere– sjiitische fracties gaan daar niet mee akkoord, net zomin als de soennieten. Voor hen zou maar een povere hap bij dit scenario overblijven: een ingesloten regio zonder olie.

Aardappelen versus olie


De Koerdische Autonome Regio controleert zes procent van de noordelijke oliereserves van Irak. Met Kirkoek erbij zou dat neerkomen op vijftien procent. ‘Moesten er alleen maar aardappelen in de bodem van Kirkoek zitten, dan zou de regionale en internationale aandacht een pak minder zijn’, zegt Jaf. Het is wachten op de uiteindelijke versie van de Iraakse oliewet, nog zo’n moeilijke test voor de houdbaarheidsdatum van het federale Irak. Met het voorstel die nu op tafel ligt, gaan de Koerden niet akkoord omdat het teveel macht bij het centrale bestuur legt. De Koerden –die intussen al wel in zee gingen met buitenlandse oliemaatschappijen¬– eisen een amendement dat meer autonomie over de exploitatie van de oliereserves aan de regio’s toekent.

Turkije, vriend of vijand?


‘Turkije blijft propaganda de wereld insturen dat een Koerdisch Kirkoek de rechten van de Turkmenen zal ondermijnen’, zegt Jaf. ‘De Turkmenen hadden nooit zoveel rechten als nu. Ze hebben vandaag televisiezenders, radio’s, scholen in hun eigen taal… Dat was niet mogelijk onder Saddam. Wij staan open voor andere culturen. En we erkennen ook dat de Turkmenen een belangrijke economische en intellectuele bijdrage leverden aan Kirkoek.’
Voor Turkije staat Kirkoek gelijk aan meer Koerdische autonomie. Dat is voor de kemalisten altijd een bedreiging geweest, én een slecht voorbeeld voor de opstandige Koerdische Turken. Ankara hekelt ook het gedoogbeleid van de Iraakse Koerden tegenover de PKK-rebellen op hun grondgebied. Begin oktober, na twee aanslagen door de PKK, bombardeerde Turkije PKK-schuilplaatsen in Noord-Irak. Het Turkse parlement verlengde het mandaat van het leger om PKK-rebellen in de Iraaks-Koerdische regio aan te vallen.
En toch verschijnen er lichtpuntjes aan een donkere hemel, getuige verschillende stemmen. Voor het eerst sinds vier jaar staat een ontmoeting tussen Turkije en de Iraakse Koerden in Bagdad op het programma. ‘Turkije heeft begrepen dat een Iraakse federale staat met een sterke Koerdische regio onomkeerbaar is’, zegt Joost Lagendijk, Europarlementslid voor GroenLinks. ‘De goede handelsrelaties tussen Turkse zakenlui en de Koerden zijn misschien een voorbode van betere politieke relaties. Je mag ook niet vergeten dat de tweede grootste oliepijplijn van Irak vanuit Kirkoek via het Turkse Ceyhan naar de Middellandse Zee loopt. ’ Nu bedraagt de handel tussen de regio en Turkije meer dan twee miljard dollar, ook via olieconcessies. ‘Turkse aannemers en bouwbedrijven sleepten al behoorlijk wat contracten voor Noord-Irak binnen. Zaken verteren gemakkelijker dan woorden’, reageert Jaf. ‘Ik begrijp de kemalistische haat tegen al wat Koerdisch niet, maar ik zie dat er op economisch niveau wel gepraat kan worden.’
‘Moesten er alleen maar aardappelen in de bodem van Kirkoek zitten, dan zou de regionale en internationale aandacht een pak minder zijn.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.