Irak stevent af op hongerprobleem

Veel Irakezen krijgen het steeds moeilijker om hun buik te vullen. De landbouw ligt nog altijd in puin en de dure import dwingt de regering te beknibbelen op de voedselrantsoenen.
“Een land met twee rivieren zou de grootste voedselexporteur ter wereld moeten zijn”, zegt de 60-jarige Um Muthanna. “Maar nu bedelen we om eten bij de mensen die hier dood en verderf brachten.”
We staan op een groentemarkt in het centrum van Irak. Het aanbod is mager en de prijzen zijn hoog. Door de onveiligheid op de Iraakse wegen en het gebrek aan benzine kunnen Irakese boeren hun oogst niet meer zo goed naar de verkooppunten brengen. Veel boeren zijn de voorbije jaren bovendien over kop gegaan nadat de voormalige Amerikaanse bestuurder L. Paul Bremer de importtarieven reduceerde. Daardoor daalden de prijzen van buitenlandse levensmiddelen drastisch en werden de Irakese boeren uit de markt geduwd.
In 2004, het jaar na de invasie, kreeg Irak ook massale hoeveelheden voedselhulp. Maar die aanvoer stokte toen er steeds meer medewerkers van hulporganisaties ontvoerd werden. Veel hulpverleners werden daarna weggetrokken.
De Irakezen hadden altijd al problemen met buitenlandse voedselhulp. “Irak exporteerde vroeger voedsel en de Irakezen hadden het er niet makkelijk mee opeens voedselhulp te ontvangen”, zegt de econoom Jassim al-Rikabi. “Bovendien voerden de meeste hulporganisaties levensmiddelen aan die de Irakezen niet nodig hadden of niet wilden.”
Gerst, tarwe, rijst en dadels zijn de basisingrediënten in de Irakese keuken. Wie het kan betalen, dist ook lamsvlees, kip en groenten als komkommers, uien en tomaten op.

Landbouw stilgevallen


Die levensmiddelen werden vroeger in Irak zelf geproduceerd. “Maar nu is de landbouw bijna helemaal stilgevallen”, zegt Majid al-Dulaymi van het ministerie van Landbouw. “We moeten alles importeren.” Na de aanvankelijke daling zijn de prijzen van dat importvoedsel het voorbije jaar dramatisch gestegen.
“Ik was zo blij toen mijn salaris na de val van Saddam vertienvoudigd werd”, zegt Kamil Fattah, een ingenieur die voor het ministerie van Industrie werkt. “Maar nu zou ik soms terug willen naar hoe het vroeger was. Vroeger kostten gewone levensmiddelen bijna niets, en nu maakt de inflatie het onmogelijk om nog goed te eten.”

Voedselrantsoenen


De meerderheid van de Irakezen is nog altijd aangewezen op de maandelijkse voedselrantsoenen, een programma dat in de jaren 90 werd opgezet na de eerste Golfoorlog. Toen bestonden die voedselpakketten uit 12 soorten levensmiddelen, maar daarvan zijn nu alleen nog suiker, rijst, meel en olie overgebleven.
Linzen en andere producten werden in mei 2006 geschrapt uit besparingsoverwegingen. “Mooie rantsoenen”, foetert Um Jamila, een 35-jarige moeder van vijf. “Als dit zo doorgaat, zijn we binnen een half jaar een hongerland.”

Diefstal en corruptie


Sommige Irakezen grijpen helemaal naast de rantsoenen. Diefstal en corruptie bemoeilijken de verspreiding. Soennieten benadelen sjiieten bij de verdeling, en omgekeerd. Leveringen met bedorven of vervuild voedsel uit het buitenland zorgen voor bijkomende problemen. In juli 2006 moest de regering duizenden tonnen levensmiddelen vernietigen nadat mensen er ziek van waren geworden. Irak kreeg vorig jaar onder meer tarwe uit Australië waarin stukjes staal werden gevonden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.