Irakezen klinken niet op gelukkig nieuwjaar

“Ik wou dat ik naar eender welk derdewereldland kon vluchten en daar vuilnisman zou kunnen worden. Liever dat dan hier blijven en leven als een bange rat” zegt Adel Mohammed Aziz, een leraar uit Bagdad. “We leven allemaal in angst om ons leven; dood jaagt ons overal achterna.”

De migratie van Irakezen uit Irak is momenteel ‘s werelds snelst groeiende vluchtelingencrisis, zegt de internationale ngo Refugees International. De Verenigde Naties schatten dat minstens 2,3 miljoen Irakezen het toenemende geweld zijn ontvlucht - 1,8 miljoen naar buurlanden en 0,5 miljoen naar veiliger plaatsen in Irak zelf. Naar schatting trekken elke maand 40.000 Irakezen naar Syrië alleen al.

Monsterlijke martelingen

Sektarische moorden kwamen al voor 2006 voor, gericht tegen specifieke groepen als ex-militairen of wetenschappers. Maar dit jaar werden de doodseskaders een bedreiging voor alle Irakezen, vooral voor soennitische moslims. Er vallen nu al minstens honderd doden per dag, de meeste na monsterlijke martelingen.

“We kunnen niet gaan werken, niet gaan bidden in de moskee, niet onze kinderen naar school sturen”, zegt Um Rheem, een jonge moeder uit de Shaab-wijk in Bagdad. “Veel soennitische mannen zijn gedood door sjiitische doodseskaders die de volledige steun krijgen van de regering en van de Amerikanen.”

“Op plaatsen waar soennieten in de meerderheid zijn, vallen doodseskaders met honderden tegelijk aan, onder dekking van de avondklok en met gebruik van politiewagens”, zegt Mahmood Abdulla uit de overwegend soennitische Jihad-wijk in de hoofdstad. “Als we onszelf en onze huizen verdedigen, vallen ze aan met mortieren en Kaytousharaketten. Dat gebeurt allemaal onder de ogen van de Amerikanen en de Iraakse overheidsfunctionarissen.”

Sjiitische Irakezen klagen dan weer dat ze niet naar overwegend soennitische wijken kunnen gaan werken of reizen over de grote baan naar Syrië en Jordanië - uit angst voor soennitische militairen uit op wraak.

“Soennieten die familieleden verloren zouden elke sjiiet die ze zien, vermoorden, dus kunnen we niet door hun wijken gaan”, zegt Sa’arat Hassan, een groentenverkoper op de Jameelamarkt in bagdad.

Al 654.965 Irakezen gedood

Een onderzoek uitgevoerd door Amerikaanse en Iraakse artsen in opdracht van de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, en in oktober van dit jaar gepuliceerd in het gerenommeerde medische vakblad The Lancet, stelt dat 654.965 Irakezen, of 2,5 procent van de bevolking, stierf tengevolge van de Amerikaanse invasie en bezetting. Meer dan 600.000 doden waren te wijten aan geweld, meestal vuurwapens.

De twee maanden die op de publicatie volgden waren de bloedigste ooit. De straten van Bagdad, eens vol auto’s en winkels, zien er het grootste deel van de dag uitgestorven uit. “We kunnen onze winkels niet meer dan drie tot vier uur per dag openen”, zegt een tapijtverkoper in Rasheed Street. “Veel van mijn collega’s zijn op weg naar hun werk ontvoerd voor losgeld of gedood voor sektarische redenen. We verwachten de dood elke minuut.”

De economische ineenstorting is een noodsituatie geworden. Meer dan vijf miljoen Irakezen leven onder de armoedegrens, de helft in wanhopige omstandigheden. Dat zegt een overheidsstudie. Iraakse functionarissen en ngo’s schatten dat meer dan zestig procent van de Irakezen werkloos zijn. Tegelijk stegen de prijzen van basisbenodigdheden - een rapport van het Iraakse centrale bureau voor de statistiek suggereert 70 procent inflatie tussen juli 2005 en juli 2006. (ADR)