Iran-crisis is déjà-vù

Rechtse kringen in Washington roeren de oorlogstrom, en de geluiden lijken sterk op het rumoer tijdens de aanloop naar de invasie in Irak. Net dezelfde opinieleiders die in 2002 voor een regimewissel in Irak pleitten, hebben het nu over de noodzaak van een omwenteling in Iran.
De Amerikaanse regering heeft Iran al een tijdje in het vizier. In de recente National Security Strategy van het Witte Huis stond het land centraal. Als het scenario bekend voorkomt, dan zijn daar goede redenen voor. De aanloop tot een mogelijke militaire actie tegen Iran mag dan wel geen exacte kopie zijn van de gebeurtenissen voor de inval in buurland Irak, toch zijn er enkele opvallende gelijkenissen.

Net als voor Irak dringen rechtse denktanks en neoconservatieve beleidsmensen aan op een regimeverandering in Teheran. Net als voor de invasie in Irak beweren overheidsmedewerkers dat een nucleair programma van Iran een bedreiging kan vormen voor de VS.

Iraanse vluchtelingenorganisaties en hun leiders verdringen elkaar om aandacht te krijgen van de VS-overheid. De informatie die deze organisaties leveren, is verre van accurraat - net zoals dat het geval was met de door Washington vertroetelde Irakees Ahmad Chalabi. Er is de onenigheid binnen de Amerikaanse regering over de te volgen koers. En nu zijn we in de fase beland dat de VS binnen de Veiligheidsraad moet bewijzen dat Iran effectief een bedreiging vormt.

Nobelprijswinnaar Mohamed El Baradei, het hoofd van het Internationaal Atoomagentschap IAEA, herinnert zich de politiek en emotioneel geladen dagen voor de invasie in Irak maar al te goed. Op een forum in Doha, de hoofdstad van Qatar, zei El Baradei dat de internationale gemeenschap dringend weg moest van bedreigingen van sancties tegen Iran. Volgens hem vormt het nucleaire programma van Iran geen accute bedreiging. El Baradei vindt dat het hoog tijd was dat het debat minder verhit wordt gevoerd. Er is geen militaire oplossing voor dit probleem, bezweert El Baradei. De enige duurzame oplossing is een onderhandelde oplossing.

Pal tegenover hem staan de Amerikaanse neoconservatieve haviken. Drie jaar na de invasie in Irak hebben de meeste prominente neoconservatieven een plekje in de schaduw opgezocht. Michael Ledeen, een boegbeeld van het American Enterprise Institute, een conservatieve denktank, vormt daarop een uitzondering.

Hoewel hij buiten Washington amper bekend is, hebben Ledeens denkbeelden het Amerikaanse buitenlandbeleid de vorbije jaren sterk bepaald. Hij gelooft dat het Amerika’s lotsbestemming is om geweld te gebruiken bij de verspreiding van democratie. Hij leverde de filosofische legitimering van de Amerikaanse bezetting van Irak, schreef William Beeman van de Pacific News Service in 2003.

Ledeen werkte in het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en de National Security Council, en was nauw betrokken bij de wapenverkoop aan Iran tijdens de Iran-Contra-affaire in 1986.

Nu doceert Ledeen aan het American Enterprise Institute, een in Washington gevestigde conservatieve denktank. Onlangs liet hij zich ontvallen dat de invasie van Irak de foute oorlog, op het foute tijdstip, op de verkeerde manier, en tegen het verkeerde land. Ledeen stuurt al enkele jaren aan op een regimeverandering in Iran.

Volgens Ledeen zelf vond hij in 2001 en 2002 al gehoor bij medewerkers binnen het Pentagon en op het kantoor van vice-president Dick Cheney. De meerderheid vond toen, aldus Ledeen, dat de weg naar Teheran door Bagdad liep.

Ledeen voorspelt al jaren dat Iran op het randje van een revolutie staat, een omwenteling die maar een duwtje in de rug nodig heeft om werkelijkheid te worden. Enkele jaren geleden sprak hij tot een groep Iraanse bannelingen in Los Angeles: Ik heb contacten in Iran die tegen het regime vechten. Ze hebben geld nodig. Geef me twintig miljoen, en jullie zullen je revolutie hebben.

Als het Witte Huis zijn eigen beweringen dat ze democratie wil verspreiden ernstig neemt, schrijft Ledeen, dan zouden we de democratische revolutie in Iran actief aan het steunen moeten zijn. Ledeen vindt dat de VS actie moeten ondernemen tegen Iran voor de slachting die ze onder onze soldaten en de Irakezen hebben veroorzaakt.

De overtuiging van IAEA-baas El Baradei is dan weer meer gebaseerd op feiten dan op ideologie. Hoewel het IAEA in de aanloop van de invasie in Irak stelde dat Irak geen kernwapens bezat, werd ze schromelijk genegeerd door de VS. De oorlog toonde aan dat het IAEA het bij het rechte eind had. Wij waren de enigen die zeiden dat Irak geen kernwapens had, en we hadden gelijk. Ik hoop dat de mensen deze keer naar ons zullen luisteren. (JVP/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.