Israëlische bedoeïenen laten zich niet verjagen

“We hebben alweer twintig hutten opgebouwd, ondanks de vastenperiode”, zegt dorpsleider Sheikh Sayyah Abu Drim per telefoon, verwijzend naar de islamitische vastenmaand ramadan die vorige week begon. In al-Araqib wonen veertig gezinnen. Volgens de dorpsleider kunnen ze nergens anders heen.
Vorige week dinsdag arriveerden bij zonsopgang ambtenaren van het Israëlische Landbeheer (ILA) samen met een grote politiemacht en twee bulldozers in al-Araqib. De politie verwijderde watertanks en de geïmproviseerde woonverblijven die waren opgetrokken na de vorige ontruiming, een week eerder. De gezinnen, inclusief kinderen en ouderen, werden gedwongen te vertrekken.
Israëlisch-joodse activisten die bij wijze van vreedzaam protest en uit solidariteit in het dorp sliepen, probeerden de politie tevergeefs tegen te houden.

Claim

“De regering heeft een oplossing gevonden voor de Joodse kolonisten die in 2005 geëvacueerd werden uit Gaza, waarom kan dat hier dan niet?”, zegt Talab al-Sana, een Arabisch-Israëlisch lid van de Knesset, het Israëlische parlement. In 2005 verwijderde het Israëlische leger Joodse kolonisten uit Gaza, als onderdeel van een eenzijdige terugtrekking uit het Palestijnse gebied.
Na de gedwongen uitzetting, zei ILA-ambtenaar Ilan Jan dat “voor de kosten van de ontruiming een claim zal worden ingediend tegen de illegale bezetters.” Een andere ILA-ambtenaar, Ortal Tzabar, bevestigde dat 850 olijfbomen zijn gerooid. De bomen zullen elders “opnieuw geplant” worden.
Al-Araqib ligt tussen de Israëlische woestijnstad Beersheba en het door de staat gebouwde bedoeïenendorp Rahat. De familie al-Turi zegt dat ze al sinds de negentiende eeuw in al-Araqib woont, werkt en belasting betaalt. Dat zou blijken uit Turkse en Britse documenten. Er is ook een oud kerkhof in al-Araqib.
“Een heel dorp afbreken en de bewoners dakloos achterlaten zonder eerst alle andere opties om het conflict over het land op te lossen te proberen, is schandalig”, zegt Joe Stork, plaatsvervangend directeur Midden-Oosten van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, in een verklaring.

Militaire training

Mickey Rosenfeld, woordvoerder van de Israëlische politie, zegt dat eenvoudigweg een uitspraak van de rechtbank wordt gevolgd. Die gaf elf jaar geleden opdracht tot ontruiming van het dorp, maar die opdracht werd nooit uitgevoerd. De bewoners van al-Araqib zijn na de ontruiming naar een gebied vlakbij Rahat gebracht, zegt hij. Daar zouden ook huizen voor hen zijn.
In 1951, drie jaar na de oprichting van de staat Israël, moesten de bedoeïenen van al-Araqib - zoals veel andere bedoeïengemeenschappen - vertrekken omdat hun gebied nodig was voor militaire training.
Er werd beloofd dat ze slechts tijdelijk hoefden te wijken en dat ze binnen zes maanden konden terugkeren. In werkelijkheid kregen ze daar geen meer toestemming voor. Ze mochten wel hun kuddes laten grazen in al-Araqib. Verschillende families besloten iets langer dan tien jaar geleden echter om terug te keren.

Geen kolonisten

“Wij zijn geen indringers en ook geen kolonisten”, zegt Sheikh Sayyah. “De staat is de indringer.” De herhaalde ontruimingen van het dorp vonden plaats terwijl er nog een ingewikkelde rechtszaak over de kwestie loopt bij de arrondissementsrechtbank van Beersheba.  Academische experts hebben al getuigd en daarbij aangegeven dat de bedoeïenen recht op het land hebben.
Ongeveer 90.000 bedoeïenen, inheemse woestijnbewoners, zijn Israëlische burgers. Ze wonen in ‘niet-erkende’ dorpen zoals al-Araqib. Deze dorpen staan niet op de officiële kaarten, hoewel sommige al bestonden voordat de staat Israël in 1948 werd gesticht.
Omdat de overheid de dorpen als illegaal beschouwt, hebben ze geen recht op basisvoorzieningen zoals water, elektriciteit, riolering en vuilnisverwerking. Ook kunnen ze op elk willekeurig moment ontruimd worden.

Ramadan

ILA-ambtenaren stellen dat de bedoeïenen kunnen verhuizen naar zeven bestaande, door de overheid gebouwde townships of een handvol recent erkende dorpen. Al-Araqib is volgens hen staatsgrond en niet bedoeld voor huisvesting. De bedoeïenen mogen er alleen hun vee laten grazen.
Yaakov Manor, een Joodse activist van het Forum for Coexistence in the Negev, gelooft niet dat de politie het dorp tijdens de ramadan voor de vierde keer zal ontruimen. Sheikh Sayyah is sceptischer. “Ze hebben het al drie keer vlak voor de heilige maand gedaan. Geloof je echt dat ze dan tijdens de heilige maand zelf niet nogmaals langskomen met een presentje?”