Jazz-zangeres Tutu Puoane: 'Mijn stem is mijn paspoort'

De Zuid-Afrikaanse jazz-zangeres Tutu Puoane (32) tourt in maart langs Belgische podia met de voorstelling It began in Africa. In 2010 won ze de South African Music Award in de categorie Best Traditional Jazz Album. Niet slecht voor een jonge vocaliste met standplaats in Antwerpen. ‘Mijn volgende droom? Optreden met de New York Philharmonic.’

Airhostess zou ze worden, als ze niet voor muziek had gekozen. ‘Als kind wilde ik altijd al graag reizen. Nog voor ik maar een voet in het buitenland had gezet, zei ik dat dat mijn grote hobby was. Ik wilde de wereld zien. Net als die mooi opgedirkte airhostessen in de stad. Nu heb ik het geluk dat mijn stem mijn paspoort is.’

Nontuthuzelo Elaine Puoane groeide op in Mamelodi, een township nabij Pretoria. ‘Thuis stond een piano, mijn opa speelde als hobby. Ik heb lang gedacht dat hij een tovenaar was, want ik vond het fascinerend hoe hij kon spelen zonder naar zijn handen te kijken. Zijn blik was altijd gericht op die partituur met “golfsticks”, en toch maakte hij prachtige muziek.’ Niet veel later zou ze zelf op die piano haar eerste melodielijntjes maken, liedjes van school noot per noot nagespeeld.

Haar kinderjaren in het apartheidssysteem waren een gelukkige tijd, zegt ze, ook al merkte ze wel dat er structureel iets niet klopte. Neem nu die schooluniformen met witte kousen. ‘In de stad zag ik wel eens blanke meisjes op straat, hun kousen waren altijd écht wit. Maar wanneer ik me voornam mijn kousen ook zo proper te houden, lukte dat nooit. De township was gewoon te stofferig, het was een compleet andere wereld dan de blanke wijken.’ En dan was er die keer dat Tutu uitgekozen werd om de scouts van Zuid-Afrika te vertegenwoordigen op een internationale scoutsontmoeting in Turkije. ‘Negentien blanke en vier zwarte jongeren mochten mee. Maar uiteindelijk zijn alleen de blanke afgereisd, het geld was zogenaamd op. Dat heeft me wel lange tijd diep gezeten.’

Zonder het te beseffen maakte jazz al van jongsaf aan een deel uit van haar leven. ‘Ik hoorde het al sinds ik in de baarmoeder zat. In Mamelodi werd elke zondagnamiddag jazz gespeeld, gewoon thuis bij vrienden en familie. Mijn nonkels hadden hopen LP’s van Miles Davis, Cannonball Adderley, Art Blakey… Ze speelden de albums en wij, kinderen, keken naar de ouderen die dansten. Ik vond jazz toen muziek voor oude mensen.’

In Zuid-Afrika waren de apartheidsstrijd en jazzmuziek altijd al op een of andere manier met mekaar verbonden. ‘Geïnspireerd op de Amerikaanse strijd voor gelijke rechten associeerden heel wat zwarte Zuid-Afrikanen zich met afro-Amerikanen. De manier waarop ze zich kleedden, de muziek die ze speelden… Bovendien was jazz sowieso rebelse muziek. Vijftien minuten aan een stuk improviseren en gewoon blijven gaan, dat was een manier om je boosheid los te laten.’ Kaapstad –ook vandaag nog het mekka van de Zuid-Afrikaanse jazz– ontwikkelde bovendien zijn geheel eigen stijl. ‘In een lied als Abdullah Ibrahim’s Manenberg hoor je dat typische goema-ritme. Je hoort meer Afrika dan Amerika.’

*

Dat haar stem wel “iets” had, bleek op internaat. ‘Wanneer ik samen met mijn muzieklerares voor het leerkrachtenkorps optrad, speelde ik een spelletje met mezelf: met mijn stem zoveel mogelijk nieuwe leraars aan het huilen brengen. En dat lukte.’ Toch had haar stem toen nog maar een klein bereik. ‘Met het ouder worden leer je dat je stem een instrument is dat je kunt verbeteren. Ik studeerde om er meer klank uit te krijgen en heb onder meer een klassieke zangopleiding gevolgd. Dat heeft me geholpen om beter te ademen.’ Haar eigen stem beschrijven, vindt ze moeilijk. ‘Ik weet alleen dat ik zing zoals ik spreek. Wanneer ik een nieuw lied instudeer, en ik vind niet onmiddellijk de juiste toonhoogte, dan oefen ik het in door de tekst gewoon uit te spreken.’

Er is een belangrijk onderscheid tussen een zanger en een vocalist, benadrukt Tutu. ‘Een zanger zingt een lied, en daar houdt het bij op. Ik probeer een vocalist te zijn, mijn stembanden te gebruiken als instrument. Je herkent een vocalist aan de manier waarop hij of zij een lied na honderd keer toch op een nieuwe manier probeert te brengen. Dat is een jazz-zanger.’

Als zangeres studeerde Tutu in 2001 af aan de Universiteit van Kaapstad. Van de Nederlandse gastdocent en jazz-pianist Jack van Poll kreeg ze de kans anderhalf jaar in Den Haag verder te studeren. ‘Om te groeien in mijn muziek, moest ik Zuid-Afrika achter mij laten. Het land was te klein voor mij. Grappig, want intussen woon i

‘Een zanger zingt een lied. Een vocalist gebruikt zijn stembanden als instrument.’
n een van de kleinste landen ter wereld.’ Tijdens haar verblijf in de Lage Landen ontmoette ze de Belg Ewout Pierreux, destijds pianist bij Quantyze. Tutu verving de vaste zangeres van Quantyze (die moest optreden met Zap Mama), en de vlam tussen haar en Ewout sloeg over. Sindsdien zijn ze een stel, is Ewout haar vaste pianist en intussen hebben ze ook een wolk van een dochter.

*

De Amerikaanse hedendaagse jazz-zangeres Dianne Reeves is een van Tutu’s voorbeelden. In 2009 ontmoetten ze mekaar op een workshop in Gent, waar Reeves aantrad op het Blue Note Festival. ‘Ik gaf haar een CD met mijn muziek, een half jaar later kreeg ik een mailtje van Reeves. Ik heb het uitgeprint en in mijn dagboek geplakt. Wanneer ik me wat down voel, lees ik het mailtje. Reeves vond m’n muziek goed en schreef “Graaf diep in je grenzeloos unieke schatten”.’ Reeves wees Tutu op haar uniciteit: teksten in haar eigen taal zingen, op de muziek van haar vriend Ewout Pierreux en bassist Nicolas Thys.

Tutu’s moedertaal is Sepedi, verder spreekt ze Engels en Setswana en ook een mondje Zulu en Xhosa. ‘Pas recent, op mijn album Quiet Now, ben ik de mogelijkheden van die talen beginnen verkennen. Ik moest mezelf dwingen in mijn moedertaal te denken, want ik spreek al langer dan tien jaar elke dag Engels. Maar teksten schrijven in Sepedi ging me goed af, het gaf onze muziek een frisse sound.’

Op het nummer Mpho zingt Tutu in het Setswana. ‘Het is opgedragen aan onze dochter Mpho, Ewout schreef de muziek toen zij nog in m’n buik zat. Ik zing: “Mpho is het geschenk van onze liefde”. In het Engels telt die zin negen lettergrepen, je kan er negen noten over zingen. Maar in het Setswana zit je aan zeventien lettergrepen, dat maakt het interessant.’ Zelf vindt Tutu het een van haar mooiste nummers. ‘Ik krijg ook vaak de reactie dat het toegankelijk is. Dat vind ik fijn.’

De vermaarde jazz-pianist Hank Jones omschreef muziek ooit als een combinatie van melodie, ritme en harmonie: ‘Als een van die drie elementen ontbreekt, is het geen muziek meer.’ En zo denkt Tutu er net over. ‘Ik hou niet van zogenaamde avant garde jazz. Het is jammer dat sommige jonge Europese jazzmuzikanten de eenvoudige dingen niet willen spelen. Ik weet intussen ook wel waarom: ze swingen niet. Daarom verkiezen ze vreemde maatsoorten en spelen bijna georganiseerde chaos-muziek. Hank Jones heeft een album opgenomen samen met Charlie Haden op bas. Ze spelen spirituele songs op de meest pure en mooie manier. Dat ontbreekt vandaag. Als je op een podium staat en de mensen hun hart probeert aan te spreken, zullen de recensenten je saai noemen. Jammer.’

*

De geboorte van haar dochter Mpho veranderde uiteraard Tutu’s leven. ‘Moeder worden, verandert je als persoon, dus verandert het je ook als muzikant. Ik neem muziek nu meer serieus dan vroeger. Het is mijn brood op de plank. De businesskant van muziek is belangrijker geworden, Ewout en ik hebben een bvba opgericht.’

Overleven als jazzmuzikant in België is mogelijk, zegt ze. ‘Tot nu toch. Het gaat op en neer, maar je moet ook inventief zijn. Je moet niet zitten wachten tot je telefoon gaat rinkelen –ik ben Toots Thielemans niet. Ik spreek mensen aan, stuur mails uit, vertel over nieuwe projecten. Ik geef ook les op het Conservatorium in Antwerpen. Dat helpt. Het is genoeg om de helft van mijn huur te betalen. Wat we met optredens verdienen, gaat in het bedrijf. En daarvan kunnen we ons een deeltje uitbetalen.’

Af en toe optreden op privéfeestjes van welgestelde burgers helpt ook, ‘maar dat doe je niet elke dag. Kijk, wij werken hard. Ik heb m’n band, m’n kwartet. Ik speel met het Brussels Jazz Orchestra, dat goed betaalt. Het is een kwestie van niet steeds hetzelfde te doen.’

En van te blijven dromen. ‘Ik hoop ooit mijn muziek te brengen samen met een symfonisch orkest. En ik wil er de wereld meer rondreizen. Ik fantaseer erover in Carnegie Hall te staan met de New York Philharmonic, of in Londen met het Royal Philharmonic Orchestra. Trompettist Bert Joris wil alvast de arrangementen maken.  Weet je, alles wat ik tot nu toe gedroomd heb, is uitgekomen. Dus het zal gebeuren.’ (lacht)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.