Jonge Turken en oude Belgen in de Marollen

De buurt rond de Hoogstraat behoort tot de oudste plekken van België. Aan de voet van het Justitiepaleis verzamelde Vesalius zijn lijken en schilderde Pieter Brueghel zijn Vlaamse taferelen. De Renardfabriek bouwde op het Vossenplein de eerste Belgische locomotief. De Marollen zijn altijd het woonerf geweest voor al wie in de stad werk, een betere toekomst, een nieuw bestaan zocht. Allen vonden ze een veilige thuis in de volkse buurt.
Het is donderdagochtend, regenachtig maar zacht voor de tijd van het jaar. Het Vossenplein verliest zijn exotische sfeer bij dit weer. De rommelmarkt smaakt naar muffe miserie wanneer de winter nadert. Blanke en bruine mensen flaneren tussen de uitgestalde koopwaar, de ene op zoek naar een kachel, de ander naar een kast of een tapijt. Jonge retro’s snuisteren tussen kandelaars en kaders, porselein en zilverwerk. Enkele dames keuren de Afrikaanse maskers. Een groepje Turken, voorovergebogen rond een gasvuur met twee muziekinstallaties erop, drinkt koffie en discuteert luid. Een handvol pubers, tweede of derde generatie, stoeit tussen het winkelende volk: ‘Onnoezeleir, qu’est-ce que tu veux?’ Zuiver Nederlands hoor je hier weinig. Wel Brussels en Frans -al dan niet vermengd-, Turks en Marokkaans en steeds meer Russisch en Pools. Hier, in de dagelijkse commercie op en rond het Vossenplein, in het hartje van de Brusselse binnenstad, versmelten dagelijks culturen. ‘En dat is altijd zo geweest’, vertelt Walbert Defoort.



Multicultureel in essentie

Ik bel aan bij ‘Het Huizeke’, naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk op het marktplein. Een oudere man komt aangesloft en opent de voordeur. ‘Pater Defoort alsjeblieft?’ ‘Kom binnen’. In het vertrek naast de hal staat Walbert met schaar en kam in aanslag en legt de laatste hand aan het grijze carreetje van een oudere vrouw. ‘Op woensdag- en zaterdagnamiddag speel ik wel eens kapper voor mensen uit de buurt, maar deze vrouw wist niet welke dag het vandaag is,’ vergoeilijkt Walbert. ‘Het Huizeke’ is een huis met een lage drempel, waar gekoffiekletst en gekaart wordt, waar onontdekte kunstenaars exposeren en buurtbewoners feestjes bouwen.

‘De Marollen, met zeventig procent allochtonen, is eigenlijk een multiculturele samenleving avant la lettre’, vindt Defoort. Veel theorievorming komt daar niet bij kijken. ‘Carolientje, een vrouw die hier in de straat woont, kwam toeterend binnen: ‘Al die vreemdelingen hier, ze pakken mijn sacoche af. Het is hier niet meer veilig. Die stoeme Marokkanen.’ Waarop ik antwoordde: ‘Jamaar Carolientje, kijk eens wie er naast u zit.’ Zij: ‘Ah, dat is Mohammed’. ‘Dat is een Marokkaan.’ ‘Jamaar, die ken ik, da’s mijne vriend.’ Dat zijn de lijnen waarlangs integratie hier haar weg vindt. Sinds het ontstaan van de stad liggen de wortels van de Marollen buiten de stad. Achtereenvolgens kwamen Vlamingen en Walen; Spanjaarden en Italianen; Turken en Marokkanen; Afrikanen en Oost-Europeanen. Defoort: ‘Vroeger sakkerden de mensen op de ‘Spanjolen’, dan op de Marokkanen, nu op de ‘zwetten’ en de mensen uit het Oostblok. Maar uiteindelijk vindt iedereen hier een plek, een thuis. Eigenlijk is heel de Marollen ‘nen terre d’accueil’.

Het wemelt in de Marollen van sociale initiatieven met een internationale dimensie, gaande van de Internationale Vereniging van Foorkramers over Artsen en Tandartsen Zonder Grenzen tot Poverello. De ‘Berg van Barmhartigheid’, die in 1618 door Albrecht en Isabella ingesteld werd om woekerintresten op leningen tegen te gaan, functioneert er nog steeds. Het is het laatste pandjeshuis in België, waar mensen voorwerpen met waarde kunnen inruilen voor geld, om ze nadien eventueel zelf terug te kopen.



Proletariërs aller landen

Niet toevallig schreef Marx ‘Het Kapitaal’ in de Marollen. De buurt was de ideale biotoop waarin klassentegenstellingen in de dagelijkse realiteit te lezen stonden. Altijd hebben de Marollen armoede aangezogen en dat is vandaag niet anders. Wel is er een opmerkelijke verschuiving aan de gang, tekenend voor onze eenentwintigste-eeuwse samenleving. In de opvanghuizen in de buurt stranden steeds meer jonge Belgen, mensen met een diploma en met kansen maar aan wie de ruggengraat of de wil ontbrak om tot de ‘betere’ laag te behoren. Mensen met depressies en met levensproblemen. Defoort: ‘Hierin gaan migranten en Belgen steeds meer elkaars gelijken: ook bij tweede en derde generaties migranten brokkelt het sociale vangnet af en raken jongeren aan lager wal.’ Mensen raken verstrikt in de consumptiemaatschappij en zitten tot over hun oren in de schulden. De oorzaak hiervan ligt volgens Defoort in de onpersoonlijkheid en de complexiteit van onze samenleving. ‘Je bent geen persoon, je bent een patiënt. Een cliënt, een geval, een probleem. Voor alles heb je de juiste formulieren of een magnetische kaart nodig. In die ingewikkelde wereld is wél alles te koop en het geld daarvoor kan je uit de muur halen of in een handomdraai lenen. De kleine lettertjes staan onderaan, onleesbaar, in onverstaanbare taal. Mensen komen in een duivelse kringloop terecht, waar ze zonder hulp niet meer uitkunnen. Ieder zou zijn eigen sociale begeleider moeten hebben.’ De franciscaan heeft zijn manier om mensen op te vangen. Zijn ‘pastoraal’ werkveld is vaak de wasserette of het warenhuis, vooral dan Aldi en Dial. Her en der worden cafés -zonder bier-, zithoeken en ontmoetingsplekken ingericht waar mensen elkaar vinden. Precies dit wijkleven en de aanwezigheid van talloze vangnetten vlakken spanningen af en voorkomen rellen. Het is de beste garantie voor een gevoel van veiligheid. De revolutionaire springstof, die armoede in zich draagt, is in de Marollen opgelost in onderlinge solidariteit en in de geborgenheid van het wijkleven.



De strijd om te blijven

Of dat zo kan blijven, is maar de vraag. De buurt is geen eiland en mechanismen die elders in de stad ingrijpen, beïnvloeden ook deze hoek van de metropool. Een duidelijk merkbare trend is de ‘verzaveling’ van de Marollen. Zoals in de buurt van de hogergelegen Zavel, stijgen de huurprijzen en worden de winkels duurder en chiquer. De rommelmarkt aan het Vossenplein dijt uit in antiek- en brocantewinkeltjes, vegetarische eethuisjes en exotische restaurants. Studenten van de kunstacademie zoeken hier een kamer, jong afgestudeerden huren een appartementje in de buurt. De Marolien ziet het met lede ogen gebeuren en hoopt dat het slechts een hype is die snel weer over zal trekken.

Erger nog is de uitbreidingswoede van enkele grote gebouwcomplexen. Het Justitiepaleis zint al langer op uitbreiding in de Montserrat- en de Voorzorgstraat. Al in 1969 lagen onteigeningsplannen klaar maar het volk kwam massaal in verzet. Een gedenkplaat herinnert aan de heroïsche opstand van de wijkbewoners. De actie vormde een keerpunt in het overheidsbeleid. In 1974 was het stadsvernieuwingsproject van de Marollen het eerste in zijn soort. De Cité Hellemans is een pareltje van renovatie van oude volkshuizen, met behoud van de geschiedenis van de wijk én van de inwonende, minst gegoede families. Maar de uitbreiding van het Justitiepaleis zal er komen, net zoals die van het Sint-Pietersziekenhuis dat snakt naar meer ruimte. ‘De grote vijand zijn niet de migranten maar de speculanten’, vinden de Maroliens. In 1993 al sprak Charles Piqué, toenmalig minister-president van het Brusselse Gewest, over ‘gegijzelde marginalen’: mensen die geen geld hebben om te verhuizen naar de residentiële buitenwijken, maar die evenmin de middelen hebben om in de gerenoveerde wijken te wonen. De ‘typische’ Marollenwijk wordt hoe langer hoe meer een bedreigde rariteit in de Brusselse binnenstad.

De naam ‘marollen’ is wellicht afgeleid van ‘Maria Colentes’, een orde van Spaanse vrouwelijke religieuzen die in de zeventiende eeuw haar intrek nam in een klooster. Nu nog herinneren straatnamen als die van de Montserratstraat aan hun aanwezigheid. Zij waren het Payoke van toen. De term zou ook een verbastering kunnen zijn van de ‘maroilles’, de steenkappers uit Wallonië die in de negentiende eeuw naar de stad kwamen om bouwwerken uit te voeren, wegen en spoorwegen aan te leggen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.