Jongeren slachtoffer van dodelijk geweld in Honduras

Het aantal onopgehelderde moorden op kinderen en jongeren is in Honduras schrikbarend hoog. Volgens statistieken die de mensenechtenorganisatie Casa Alianza sinds 1998 jaarlijks opstelt, ligt het aantal jeugdige slachtoffers in 2007 ongeveer 20 procent hoger dan in 2006. In de afgelopen tien jaar zijn in Honduras bijna 4000 kinderen en jongeren onder de 22 vermoord, aldus de actiegroep. Ook Amnesty International trekt regelmatig aan de alarmbel.
De jongerenbendes, die aan de basis liggen van dit geweld, zijn in de VS ontstaan in de jaren tachtig, ten tijde van de burgeroorlogen in Centraal-Amerika. Jonge migranten die in de criminaliteit waren terechtgekomen, werden massaal gedeporteerd naar hun land van herkomst - voornamelijk El Salvador, Honduras en Guatemala. Zo konden de bendes wortel schieten in Centraal-Amerika. De bekendste zijn de M18 (van de ‘18th street’ in Los Angeles) en de MS (Mara Salvatrucha). De uiterst gewelddadige jeugdbendes zorgen sindsdien voor een totale ontwrichting van de samenleving.
De verschillende overheden tekenen programma´s uit om af te rekenen met dit fenomeen. Zo is er in Honduras het plan “escoba” (kuisborstel) en in El Salvador het plan “mano dura” (harde hand), opgevolgd door plan “super mano dura”. Onlangs vaardigde de Hondurese overheid een anti-terroristenwet uit die toelaat iedereen te arresteren die zich verdacht maakt aan bendevorming. Een tatoe of het dragen van oversized kleding kan daarvoor volstaan. In Guatemala vindt men een dergelijke wet dan weer overbodig. Daar worden verdachte jongeren door de politie opgepakt, gefolterd en soms zelfs (publiek) geëxecuteerd.
De repressieve aanpak blijkt nu echter een nog grotere spiraal van geweld in gang te zetten. Een grote groep vele jongeren worden gesandwiched tussen anti-terreureenheden en criminele jeugdbendes.