Kalmukkië staat schaakmat

De Russische Federatie is een bonte verzameling provincies, autonome gebieden en etnische republieken, door lokale potentaten beheerd als bedrijf, wingewest of speeltuin. De straatarme deelrepubliek Kalmukkië valt in al deze categorieën, sinds de schatrijke Kirsan Iljoemzjinov het er voor het zeggen heeft. Maar het Kremlin heeft al een tijdje de buik vol van deze schakende Rockefeller en maant hem al subtiel aan te vertrekken.
In een uithoek van Europa, tussen de woelige Kaukasus, de Kaspische Zee en de delta van de machtige Volga-rivier, ligt een republiekje dat zo uit Centraal-Azië weggelopen lijkt. In een landschap van eindeloze steppen en woestijnen leeft een volk dat afstamt van Mongolen, het Tibetaanse boeddhisme belijdt en een Mongools dialect spreekt. In de parken van de hoofdstad staan boeddhabeelden en kleine pagoden. Langs de hoofdweg lacht de Dalai Lama je toe vanaf een gigantisch billboard, zij aan zij met de nog breder lachende despotische vader van de natie. De foto van beide mannen is voorzien van de Tibetaanse mantra Om mani padme hum (de parel van het universum is de lotus van mijn hart) -de bekende mantra van het mededogen.
Maar mededogen is een karaktereigenschap die je moeilijk kunt toeschrijven aan de weinig scrupuleuze Kirsan Iljoemzjinov, president van de Russische deelrepubliek Kalmukkië. Hij beloofde zijn volk tien jaar geleden welvaart op westers niveau, maar maakte van Kalmukkië zijn persoonlijk eigendom, onderdrukte er de mensenrechten en verspilde honderden miljoenen dollars overheidsgeld aan hobby’s zoals een voetbalploeg, schaaktoernooien en een verzameling Rolls Royce’s. De Kalmukken behoren nu tot de armste volkeren van de Russische Federatie.

De achterblijvers


De Kalmukse hoofdstad Elista is opvallend groen voor een stad die midden in de steppe ligt. Parallel met de centrale Lenin-boulevard, ligt het langgerekte Droezjba of Vriendschapspark, de plek waar de Russische tsaar Nicolaas I in de 19e eeuw een boomplantage liet aanleggen. Nu kun je er aan de hand van de monumenten de nationale geschiedenis van de Kalmukken reconstrueren.
De jonge Kalmukse dichteres Valentina Badminova, die me rondleidt door de stad waar geen plattegronden van bestaan, gaat vragen over de president handig uit de weg: ‘U moet eerst iets over ons verleden leren, voordat u het heden kunt begrijpen.’ De voorouders van Valentina waren boeddhistische Oirat Mongolen uit Dzjoengarië, een gebied dat nu in de Chinese provincie Xinjiang ligt. ‘Aan het begin van de 17e eeuw werden ze van hun land verjaagd en trokken ze westwaarts tot aan de steppen tussen de Volga en de Don. Maar na 150 jaar wilde de tsaar de Kalmukken inlijven en besloten 300.000 mensen terug te keren. Meer dan de helft van hen werd onderweg vermoord. De achterblijvers wachtte het lot van tweederangsvolk. Onze huidige naam hebben wij toen van de Tataren gekregen.’ (kalmak, Turks voor achterblijven, sdr)
Aan de andere kant van het Droezjba-park hebben we een uitzicht op het twintig meter hoge standbeeld van Vladimir Lenin voor het Witte Huis van Kalmukkië. ‘Wij hebben de oude leider in de jaren negentig niet van zijn sokkel gehaald’, zegt Valentina. Al zou dat in het geval van de Kalmukken wel begrijpelijk zijn geweest. Meteen na de revolutie maakten de bolsjewieken een einde aan het nomadisme van de Kalmukken. Ze moesten uit hun tenten komen en betonnen woonblokken bouwen. Hun boeddhistische tempels gingen tegen de grond en de geestelijken werden geëxecuteerd of verdwenen naar Siberische strafkampen.
Terug in het park lopen we langs de Allee van de Helden, een lange rij gedenktekens met foto’s die in 1965 zijn geplaatst ter nagedachtenis van de moedigste Kalmukken, die in de Tweede Wereldoorlog voor het vaderland hebben gevochten. Toen werd Elista door de Nazi’s in de as gelegd. Maar de grootste ramp kwam pas na de slag om Stalingrad: Stalin beschuldigde de Kalmukken van collaboratie met de Duitsers. Als straf werd hun sovjetrepubliek van de kaart gegomd en op 28 december 1943 in amper 24 uur tijd leeggemaakt. Terwijl de oorlog nog in volle gang was, werden alle 170.000 Kalmukken in goederenwagons naar Siberië gedeporteerd. Meer dan de helft van hen haalde de eindbestemming niet. De enkele resterende boeddhistische tempels werden alsnog opgeblazen, zodat niets nog kon herinneren aan het volk dat hier meer dan 300 jaar had gewoond.

Gemarteld en vermoord


Zestig jaar later is Elista, een stad van 95.000 inwoners, een typisch staaltje sovjetarchitectuur met opvallend veel boeddhistische accenten. In het stadspark vinden we een Golden Gate -een poort waarop taferelen uit de nationale geschiedenis staan uitgebeeld-, een kleine pagode met boeddhabeeld en met mantra’s volgehangen bomen en struiken. In 1996 verrees in de steppe buiten Elista zelfs een choeroel, een Kalmukse boeddhistische tempel, die door de Dalai Lama persoonlijk werd ingehuldigd.
Die zichtbare herleving van het boeddhisme danken de Kalmukken aan de man die ze in 1993 tot president verkozen -Kirsan Iljoemzjinov, toen 32 jaar oud. Sinds ze in 1956 van Nikita Chroesjtsjov mochten terugkeren uit de Siberische vrieskou, is er van een herstel van de Kalmukse cultuur tot aan de laatste sovjetdag geen sprake geweest. Iljoemzjinov geniet daarom een enorme populariteit bij de etnische Kalmukken, die net eenderde van de 300.000 inwoners uitmaken -naast vooral Russen (40 procent) en een mengeling van andere voormalige Sovjetvolkeren. Maar hebben de Kalmukken voor het overige wel reden tot tevredenheid? Iljoemzjinov staat buiten Kalmukkië vooral bekend als een halve despoot die het niet zo nauw neemt met de mensenrechten en die zijn geld verdient door samenwerking met de georganiseerde misdaad. Valentina begint met haar grote ogen schichtig in het rond te kijken. Er is maar één woord voor haar reactie: angst. Pas al de schemer valt en het Droezjba-park langzaam leegloopt, wordt de dichteres wat spraakzamer.
‘U merkt het misschien niet, maar Kalmukkië is alleen in theorie een democratie. Je kunt hier niet zomaar op straat gaan praten over hem en over zijn politiek. Laat staan dat je erover schrijft. Ik kan het weten, want ik was ook journaliste. Sinds de dood van Larisa heb ik echter alleen nog kinderboeken en gedichten geschreven.’
Valentina kende Larisa Joedina goed. Zij was de hoofdredacteur van de krant Sovjetskaja Kalmykia, die geregeld over Iljoemzjinov en de herkomst van zijn geld schreef. Zo zocht ze naar de waarheid over de verdwenen 70 miljoen dollar waarmee een buitenlandse firma wol van Kalmukkië had gekocht. De goederen zijn nooit geleverd en het geld verdween in de mist. Joedina en de Sovjetskaja Kalmykia waren een permanente bron van ergernis voor de autoritaire president. Valentina: ‘Iljoemzjinov richtte zelfs een eigen krant op met dezelfde naam en liet Larisa uit haar redactielokaal verwijderen. Zij gaf haar krant een andere naam, Sovjetskaja Kalmykia Segodnja (segodnja: vandaag in het Russisch, sdr) en liet haar in Volgograd drukken. Haar vijanden gingen over op fysieke bedreigingen en staken de voordeur van haar huis in brand.’
Op 7 juni 1998 werd er niet meer gedreigd. Joedina werd haar huis uitgelokt door een anonieme tipgever en kwam nooit meer thuis. Haar stoffelijk overschot vertoonde sporen van afschuwelijke martelingen. Valentina: ‘De directe moordenaars werden snel opgepakt en veroordeeld: twee oud-medewerkers van Iljoemzjinov. Maar de opdrachtgevers zijn nooit gevonden.’ Verschillende getuigen bevestigden pas na het proces dat Iljoemzjinovs broer Vjatsjeslav rond het uur van de moord op de plaats van het misdrijf was. Maar de Kalmukse justitie heeft de zaak niet willen of durven heropenen.

NV Kalmukkië


Larisa Joedina was nog meer aan het onderzoeken. Net voor haar dood vroeg ze zich hardop af waar Iljoemzjinov het geld vandaan haalde, waarmee zijn grote droom realiseerde: de Schaakstad.
De vader van de Kalmukse steppe heeft al sinds zijn jeugd één grote passie: schaken. Dat bleef zo tijdens zijn legerdienst, de studieperiode in Moskou en zijn wilde jaren vol drugs en gokken. Met het geld dat hij als “commercieel manager” tijdens de perestrojka verdiende schoof hij als “nieuwe Rus” de wereld binnen van dure auto’s, nachtclubs en dollars. Én de schaakwereld, waar hij tegen wereldkampioen Garry Kasparov ging aanschurken.
Toen hij in 1993 president werd, stelde hij de grootmeester rijkelijk gesponsorde schaakpartijen in Elista in het vooruitzicht. Kasparov hapte toe en begon voor Kirsan te lobbyen bij de FIDE (Internationale Schaakfederatie). Met de nodige sponsordollars als glijmiddel werd de Kalmukse president in 1995 ook president van de Wereldschaakbond. Sindsdien haalde hij vele Russische titelgevechten naar Elista met als hoogtepunt de eindstrijd voor de FIDE-wereldtitel tussen Karpov en Kamsky in 1996.
Maar Iljoemzjinov had nog grootsere visioenen. Hij wilde in 1998 de 33e Schaakolympiade organiseren en liet daarvoor een heuse schaakstad bouwen: Chess City. Met een kostenraming van 150 miljoen dollar liep de Kalmukse president naar zijn baas Boris Jeltsin en waarschuwde hem dat Rusland voor de hele wereld voor schut zou staan als Chess City en de Schaakolympiade er wegens geldgebrek niet zouden komen. Uit het Kremlin klonk niettemin een droge ‘njet’.
De steppekoning bruiste echter van de ingenieuze ideeën. Hij verklaarde een afgeschermd deel van Kalmukkië tot belastingvrije zone -een onvervalste offshore op Russisch grondgebied. Elk bedrijf dat belastingvrij wilde resideren in het paradijs van Kirsan, moest 300 dollar per kwartaal storten op zijn spaarrekening, die de naam Fonds voor ontwikkeling en samenwerking meekreeg. Zoals te verwachten was, werd Kalmukkië goudzoekerterrein voor mensen met slechte bedoelingen: rebellen uit het naburige Tsjetsjenië die Kalmukkië als stapelplaats voor Russische wapens gebruikten, internationale drugdealers die Elista International Airport omvormden tot een knooppunt van in- en uitvoer van heroïne en cocaïne, en stropers die er hun illegale kaviaar uit de Kaspische Zee tijdelijk kwamen opslaan. Terwijl het zwarte geld binnenstroomde, werd Iljoemzjinov langzaam maar zeker de eigenaar van Kalmukkië. Hij maakte van zijn land een NV, met hemzelf als voorzitter. Hij controleert nu, samen met de georganiseerde misdaad, alles wat ook maar enigszins rendeert, met name olie, wol en kaviaar.
En Chess City verrees precies op tijd, zij het vooral dankzij de helpende handen van tienduizenden Kalmukken die gratis kwamen werken. Deze speeltuin van Kirsan aan de rand van de hoofdstad bestaat uit een vijftigtal luxe bungalows waar Elista’s rich and famous wonen, met verzorgde tuinen en groene perkjes -een sterk contrast met de kurkdroge steppe eromheen.
Met uitzondering van een paar reusachtige affiches uit de tijd van de schaakolympiade, staat het olympisch dorp tegenwoordig vooral in het teken van het voetbal, Kirsans jongste hobby. In 2000 stopte hij de plaatselijke club Oeralan Elista zo’n 70 miljoen roebel (ruim 2,5 miljoen euro) toe, ruim vier keer zoveel als er aan de zieltogende landbouw en veeteelt werd besteed. Oeralan speelt sindsdien in de Russische eerste divisie en Iljoemzjinov droomt al van de Champions League. De voetballers en hun verzorgers wonen in de bungalows en voor hun kinderen heeft vader Kirsan een dubbel zwembad laten aanleggen.
Centraal in Chess City staat het protserige schaakpaleis: veel glas, vier verdiepingen met schaaklokalen en vergaderzalen en een brede, open trap in het midden. De deelnemers uit 118 landen die hier in 1998 deelnamen aan de schaakolympiade keken met verstomming naar al deze luxe, temidden van de bittere armoede van het steppeland. Sommigen beseften toen pas dat ze in feite helers waren geworden: alles wat ze aanraakten of tot zich namen, was betaald met het geld dat van het Kalmukse volk en de Russische staat was gestolen. Vier jaar later werd Iljoemzjinov als president herkozen.

Campagne op de wc


‘Populair zegt u? Kirsan is niet populair!’ Aan het woord is Natalia Manzjikova, de lokale partijleidster van de liberale Unie van Rechtse krachten (Sojoez Pravich Sil, SPS), een felle tegenstander van de president. Zij was in 2002 de enige vrouw van de tien kandidaten die het tegen Iljoemzjinov durfden op te nemen in de presidentsverkiezingen. ‘De populariteit van Iljoemzjinov is kunstmatig en gebaseerd op angst’, zegt Manzjikova gedreven. ‘Driekwart van de werkende bevolking wordt door de overheid betaald. Een dreigend ontslag is de stevigste muilkorf.’
Manzjikova noemt Kalmukkië een kanaat, met aan het hoofd een dictatoriale kan Kirsan. Ze heeft er ervaring mee: ‘In de aanloop naar de verkiezingen in 2002 probeerden wij campagne te voeren. Maar in zoiets als een ziekenhuis werd ik niet toegelaten en op een uienveld, waar ik met plukkers wilde praten, heeft de politie mij verwijderd omdat ik het arbeidsproces zou hebben verstoord. De enige plek waar ik rustig met mijn kiezers kon praten, was uiteindelijk het toilet.’ Volgens het landelijke dagblad Kommersant werden Iljoemzjinovs tegenkandidaten met de dood bedreigd nog voor ze zich hadden laten registreren. Manzjikova: ‘Dat klopt, maar erger is nog dat het electoraat werd geïntimideerd. Terwijl er maar zes kiezers tegelijk een stemlokaal mochten betreden, bevonden er zich binnen wel vijftien agenten. Onze oude mensen zijn Siberië nog niet vergeten en raken snel onder de indruk van zoveel uniformen.’
Toch zat er voor Iljoemzjinov deze keer geen stalinistische score van 98 procent in, zoals in 1995. Er kwam een tweede ronde waarbij hij het moest opnemen tegen de bankier Baatr Sjondzjiëv en diens running mate Gennadi Joedin, Larisa’s weduwnaar. Kirsan behaalde een frauduleuze overwinning. Valentina Badminova vertelt wat ze in het stadhuis van Elista zag: ‘Bij het sluiten van het stemlokaal viel plotseling het licht uit en stak er een oorverdovend geritsel van stembiljetten op. Ze hebben toen blijkbaar hele stapels vervangen door vooraf ingevulde briefjes.’ En volgens Manzjikova waren de autoriteiten bij het tellen van de stemmen de schaamte helemaal voorbij: ‘Aan het eind van de dag gooiden ze plotseling waarnemers, tellers, iedereen buiten en ze zeiden: “Er is niet goed geteld, het moet opnieuw.” Even later werd Iljoemzjinov tot winnaar uitgeroepen.’

Moskou moppert


Manzjikova denkt dat dit de laatste keer was. ‘Kirsan ligt niet goed bij Poetin’, zegt zij. ‘Hij was een jongen van Jeltsin, van wie hij het corrupte beest mocht uithangen zolang het hier maar geen tweede Tsjetsjenië werd. Maar Poetin pikt dit wanbeleid niet meer. Hij heeft de cijfers gezien: de schulden van de republiek zijn drie keer zo hoog als de jaarlijkse begroting, terwijl er overheidsgeld naar een voetbalclub gaat. De productie van Kalmukkië is in tien jaar met 38 procent gedaald en tegelijk neemt het percentage woestijn ieder jaar toe door het desastreuze landbouwbeleid. Kalmukkië is voor praktisch driekwart droog zand.’
Moskou wil nu belastinggelden zien, dus mag Iljoemzjinov de offshore, zijn melkkoe, opdoeken. Maar de bemoeienissen van Poetin gaan verder. Anderhalf jaar geleden kreeg Kirsan een gevoelige klap te incasseren toen het Kremlin zijn vriend en minister van Binnenlandse Zaken Timofei Saskykov liet arresteren omdat hij enorme hoeveelheden smeergeld had aangenomen van kaviaarstropers en oliedieven. Volgens Manzjikova mag ook Iljoemzjinov uitkijken nu er steeds meer geschreven wordt over zijn vriendschap met de Tsjetsjeense rebellenleider Sjamil Basajev, “onze Osama Bin Laden”, aan wie hij grote hoeveelheden olie en schapenvlees levert. ‘Dat heet financieren van terrorisme en dat is tegenwoordig niet in.’
Eind vorig jaar liep het imago van de Kalmukse president en dat van zijn republiek als politiek stabielste regio in Zuid-Rusland opnieuw een flinke deuk op. Na de frauduleus verlopen parlementsverkiezingen organiseerde de democratische oppositie dagenlang demonstraties voor het regeringsgebouw in Elista, waarbij een 800-tal demonstranten het ontslag van Iljoemzjinov eisten. Poetin reageerde door een federale inspecteur uit het Kalmukse oppositiekamp op het dak van Kirsan te sturen. Nu ruikt de oppositie bloed en trommelt zij om de haverklap haar aanhang op voor nieuwe demonstraties. In de Moskouse pers wordt Kirsan spottend de Sjevarnadze van de steppe genoemd.
Als Iljoemzjinov zijn ambtstermijn tot 2010 nog wil uitdoen, zal hij moeten werken aan de problemen in Kalmukkië en die zijn niet mis. Lonen en pensioenen worden al jaren amper of niet uitbetaald. Op het platteland lijdt men honger -is er nauwelijks elektriciteitsvoorziening- en dienen gedroogde koeienvlaaien als brandstof. Het geboortecijfer -vooral van etnische Kalmukken- neemt sterk af, terwijl het volk zich nog steeds niet hersteld heeft van de stalinistische genocide. Voor iemand die het presidentschap altijd als een nevenfunctie heeft beschouwd en liever schaakpartijen ging opvrolijkt is dit geen gemakkelijke opgave. Maar als hij zelf de handdoek in de ring gooit, ‘dan loopt Iljoemzjinov een grote kans om vaste klant te worden in de krappe kantoortjes van de Moskouse onderzoeksrechters’, luidt de verwachting van oppositievrouw Manzjikova. De brede glimlacht op de grote billboards zou wel eens snel kunnen verdwijnen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.