Kan Magda Aelvoet duurzame ontwikkeling in België deblokkeren?

Magda Aelvoet is de nieuwe voorzitter geworden van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO). In oktober volgde ze Philippe Maystadt op, die deze functie welgeteld zes maanden had uitgevoerd toen hij in maart zijn ontslag gaf. Een vertrouwensbreuk met het VBO over de prioriteiten voor de FRDO deed hem de handdoek in de ring gooien. MO* vroeg Aelvoet wat haar beweegt om die handdoek toch op te nemen en welke haar prioriteiten zijn.

De clash die er geweest is tussen Philippe Maystadt en het VBO heeft u niet afgeschrikt om de heikele taak van het voorzitterschap op u te nemen.

Ik heb de opdracht aanvaard omdat de sense of urgency totaal ontbreekt en er geen tijd meer te verliezen is. Als je dan de mogelijkheid krijgt om daar een klein steentje toe bij te dragen, doe je dat. Je weet dat je ingebed zit in een raad van stakeholders die er verschillende meningen op na houden en dat je in een politieke context de grenzen van het haalbare moet aftasten. Maar ik vind het wel de moeite om binnen die grenzen iets proberen te bewegen.

Waar is uw voorganger Maystadt precies op vast gelopen?

Ik heb met gewezen voorzitter Maystadt een gesprek gehad weliswaar nadat ik deze functie aanvaard had maar om de juiste lering te trekken uit het voorval. Daaruit zijn twee zaken gebleken. Ten eerste het feit dat hij het voorzitterschap van een werkgroep – de werkgroep strategie- combineerde met het algemene voorzitterschap, bracht hem geregeld in een moeilijke positie. Je hebt de neiging de consensus van jouw werkgroep tot de consensus van de raad te maken. Als een aantal stakeholders dan niet meewil, zit je in een moeilijke positie.  Ten tweede, een consensus opbouwen is soms zo’n gevoelige kwestie dat elk woord tegen het licht moet kunnen gehouden worden als het over delicate onderwerpen gaat. Dat is ook de aanleiding geweest van de botsing in een Algemene Vergadering van de raad, over de juiste “wording”, het juiste woordgebruik in een tekst die inhoudelijk door het bureau was besproken en gedragen was door de stakeholders, maar waarin de formulering zo gevoelig lag dat die voor het VBO onaanvaardbaar was.

Waarover ging dat dan precies?

De tekst ging over de prioriteiten voor de komende jaren en de overgang naar de koolstofarme samenleving. Wat er nu uiteindelijk is goedgekeurd, gelijkt daar zeer goed op, maar nu is de tekst aangenomen.

Het Verbond van Belgische Ondernemers (VBO) zag Maystadt niet zitten?

Er zijn botsingen geweest over teksten en uitspraken die in het verkeerde keelgat zijn geschoten. Na de aanvaring in de Algemene Vergadering van de FRDO,  heeft Philippe Maystadt naar verluidt zijn ongezouten mening gegeven over het optreden van het VBO in een commissie van het federale parlement. Zeer kort nadien heeft hij volledig op eigen initiatief zijn ontslag ingediend.

Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling Servais Verherstraeten omschreef uw taak als “moderator in het debat tussen de stakeholders”. Staan die zo ver van elkaar?

Dat hangt van het concrete dossier af. Uit een overzicht van twintig jaar functioneren van de FRDO, blijkt dat twee derde van de adviezen tot stand is gekomen met een consensus, zelfs na moeilijke gesprekken. Dossiers die in eerste instantie onbespreekbaar lijken, kunnen toch opschuiven. Het dossier over de eiwittransitie ( de evolutie naar minder vleesverbruik, nvdr) is zo gegroeid. Zonder buitenstaanders kan er een gemeenschappelijke kijk ontwikkeld worden over thema’s die in eerste instantie schijnbaar onbespreekbaar zijn, en dat vind ik heel belangrijk. De leden vinden het overigens blikverruimend en bijzonder leerzaam om belangrijke hedendaagse beleidsdossiers vanuit verschillende perspectieven en stakeholderbelangen te bekijken.

Wat beter moet is dat, als we dan tot zo’n nieuw inzicht komen, dat ook beter naar buiten gecommuniceerd moet worden. Dat dit nu niet gebeurt, hangt samen met het ontbreken van een besef van de hoogdringendheid. Met de juiste beslissingen en de goeie handelingen, moet de nodige bocht gemaakt worden, maar de treffende communicatie hierrond moet dit werk een gezicht geven. Als de FRDO een jaarforum organiseert en daar zijn zeven journalisten aanwezig maar er verschijnt niets in de krant, dan is er iets misgelopen en zijn onze interessante voorbeelden niet buiten geraakt.

De raad werkt met consensusadviezen. Betekent dit niet telkens een erg verwaterd en afgezwakt standpunt, precies in het licht van de sense of urgency? Daar krijg je ook geen aandacht mee in de media.

Het zijn formuleringen die gepolierd zijn maar dat betekent niet dat je er alle kanten mee op kan. Er wordt wel degelijk een standpunt ingenomen, al is dat geen “keihard” standpunt. Het zijn bouwstenen om een bepaalde wetgeving in een of andere zin te beïnvloeden voor het wetsontwerp naar het parlement gaat. Want eenmaal het in het parlement is, wordt het moeilijker om te beïnvloeden.

De Raad gaf in het recente verleden adviezen over het gebruik van chemische stoffen en pesticiden, over toepassingen van nanotechnologie, over productnormen, over vergroening van de fiscaliteit, over het Belgische klimaatbeleid. Gebeurt er ook echt iets met die adviezen?

Dat is een gemengd verhaal. Sommige adviezen worden niet opgevolgd, anderen hebben wel degelijk een impact, zoals dat over de productnormen, een erg technisch maar belangrijk dossier. Soms merk je dat de impact pas later zichtbaar wordt, zoals het systeem van “de derde investeerder”  voor het isoleren van woningen. Die idee zat al vervat in een advies van de FRDO en inspireerde later tot een initiatief als het FRGE, het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost dat goedkoop lenen voor energiezuinige woningen mogelijk maakt. Het voorstel van een ‘mobiliteitspakket’ werd door alle leden onderschreven in een advies van 2007 en staat vandaag op de politieke agenda. Je verandert met deze zaken de wereld niet maar het zijn concrete handvaten voor een ontwikkeling in de goede richting.

Elk jaar worden ook de betrokken ministers uitgenodigd op de algemene vergadering van de FRDO om toe te lichten wat er gebeurd is met het advies dat het jaar voordien op hun vraag door de raad is verstrekt.

Recent is er nogal wat veranderd aan de structuren van Duurzame Ontwikkeling in ons land. De PODDO (Programatorische Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling) is nu onder de kanselarij van de eerste minister gekomen. Gaat dit iets veranderen?

Dat was een van de alternatieven die de FRDO voorstelde, omwille van de globale aansturing die dit domein vereist. De naam PODDO zal daarbij vervangen worden door FIDO, Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling. Het kan een nuttig instrument zijn om het thema aan invloed te laten winnen. Je kan vandaag helemaal niet zeggen dat duurzame ontwikkeling een hoofdkenmerk is van het Belgische beleid, wat niet betekent dat er geen inspanningen geleverd worden, maar het behoort nog altijd niet tot de mainstream.

Die overplaatsing gaat echter gepaard met een serieuze knip in de middelen en dan vraag je je af waar we nu eigenlijk mee bezig zijn. Het toont de prioriteiten van de regering, in tijden van de besparingen. Er wordt gelukkig niet bespaard op personeel en dat is belangrijk, want dat zijn de brains.

Je kan vandaag niet zeggen dat duurzame ontwikkeling een hoofdkenmerk is van het Belgische beleid. Het domein komt nu onder de bevoegdheid van de eerste minister maar dat gaat wel gepaard met een serieuze knip in de middelen.
Een opdracht waar ik me wel wil aanzetten is de samenwerking tussen de verschillende diensten die met Duurzame Ontwikkeling bezig zijn, beter op elkaar af te stemmen. Er is de PODDO/ FIDO (die verantwoordelijk is voor de voorbereiding en coördinatie van de uitvoering van het beleid). Dan is er de Taskforce duurzame ontwikkeling die bij het Federaal Planbureau zit en de opdracht heeft te rapporteren over de voorbije periode en toekomstscenario’s te ontwikkelen.

En dan is er de ICDO, de Interdepartementale Commissie Duurzame Ontwikkeling die het Plan Duurzame Ontwikkeling opmaakt en die de cellen duurzame ontwikkeling van elke administratie samenbrengt. En tot slot is er het secretariaat van de  FRDO die met de verschillende maatschappelijke groepen (werknemers, werkgevers, milieuorganisaties en ontwikkelingsorganisatie, de jeugd, de consumenten en wetenschappers ) werkt aan adviezen  t.a.v. wetgevende initiatieven en die ook een publieke forumfunctie vorm moet geven. Die verschillende diensten moeten elkaar versterken en materiaal aanbrengen, en zich niet opsluiten in hun eigen territorium.

Als het gaat over betrokkenheid van de politiek: de premier is nog op geen enkele Algemene Vergadering of jaarforum van de FRDO geweest. Het is blijkbaar geen prioriteit.

Ik ga een ernstige poging ondernemen om ervoor te zorgen dat de eerste minister nog voor de verkiezingen op een initiatief van de FRDO aanwezig zal zijn.

De interesse van de eerste minister en onze politici is één ding. Ook internationaal zit de wind tegen. De VN-Conferentie Rio+20 was uitermate zwak en wereldwijd wordt er alleen nog maar over groei gesproken. Werkgevers en ook vakbonden willen alleen maar groei. Raak je de boodschap van duurzame ontwikkeling nog ergens kwijt?

Ik heb in het verleden ook al ervaren dat in een stramien van business as usual, wat nog steeds een dominante realiteit is,  stagnatie een heel moeilijke situatie is om de gepaste antwoorden te vinden op de problemen. Als er groei is, wordt alles makkelijker voor een regering. Als de motor stil valt, moet er bespaard worden, maar waarop bespaar je? Alles komt onder druk. Op de korte termijn wordt alles veel moeilijker met de druk van de economische crisis.

Maar we weten dat het geen optie is om voort te doen zoals we bezig zijn. Over tien, vijftien jaar is het gedaan met bepaalde grondstoffen. De realiteit leert ons telkens weer dat mensen met hun neus tegen de muur moeten staan om dingen te veranderen, om te gaan doen wat ze niet meteen het makkelijkst of het interessantst vinden. Dat is een reëel probleem.

Overigens zijn er ook bij werkgevers en vakbonden mensen die pleiten voor een tragere groei, denk aan het pleidooi van Thomas Leysen reeds toen hij VBO-voorzitter was. Ik denk echter dat we nog duidelijker zichtbaar moeten maken dat dit verhaal ten einde is, onder meer door nieuwe initiatieven die effectief al lopen in de reële wereld, in de kijker te zetten. De kringloopeconomie is een begrip dat door niemand nog in twijfel getrokken wordt. Het aankopen van diensten in plaats van producten is in volle opmars. In Japan bijvoorbeeld zit auto delen volop in de lift. Ikzelf ben het laatste half jaar nogal betrokken bij Abbeyfield, een vorm van cohousing voor oudere mensen. In Brussel en Wallonië heb je een aantal projecten die echt goed draaien. In tijden van familiale verdunning geven zo’n woonvormen mensen een beter gevoel, hulp verlenen wordt zoveel makkelijker en spontaner en er zijn de ecologische voordelen van gemeenschappelijke  ruimten en gemeenschappelijke infrastructuur (wasruimte) … Soms denken we dat het allemaal nog moet gebeuren, terwijl er al heel wat aan de gang is.

Nu verstrekt de FRDO adviezen, op vraag van de kabinetten. De raad zou ook een meer proactieve rol kunnen opnemen door dringende thema’s op de agenda te zetten.

Negentig procent van de adviezen die de raad aflevert, zijn op vraag, tien procent zijn op eigen initiatief en daarin liggen al eigen klemtonen. We verwachten dat er in dit verkiezingsjaar relatief weinig vragen voor adviezen zullen komen. We willen die tijd dan ook benutten om ervoor te zorgen dat er bij het aantreden van de nieuwe regering een advies klaar ligt dat er staat, waarmee hopelijk rekening zal gehouden worden bij het tot stand komen van het regeerakkoord. Hoewel de uitslag van de verkiezingen hierop uiteraard een grote invloed heeft.

We willen daarnaast ook de forumfunctie van de FRDO versterken. De maatschappelijke dialoog gebeurt niet alleen door adviezen te verstrekken, we willen ook andere initiatieven nemen. Als de studiedienst van het Europees Vakverbond ETUI een prachtige studie maakt met scenario’s voor een koolstofarme toekomst, dan wil ik weten wat ze daarvan meenemen wanneer ze een cao gaan onderhandelen.
Ook ten aanzien van de andere stakeholders in de raad wil ik graag dit soort oefening doen. Als ze in de raad gezamenlijk achter een bepaald standpunt gaan staan, wat doen ze daar dan mee in hun eigen geledingen, bij hun eigen achterban?

Op het jaarforum 2013 van de FRDO werd de studie voorgesteld met scenario’s voor een koolstofarm België tegen 2050. Wat gaat daar verder mee gebeuren?

We plannen de persprijs van 2014 in het licht te stellen van de langetermijnvisie Duurzame Ontwikkeling en van de overgang naar die lage koolstofeconomie: hoe met media, politici en publiek communiceren over duurzaamheid op lange termijn. In een tijdsgewricht waarin de waan van de dag het haalt, is het niet evident langetermijndoelen te laten doorwegen en in de media te krijgen. We maken mooie studies maar al te vaak blijven die dode letter. Het lijkt op het orkest op de Titanic. En nog eens,  er is geen tijd meer te verliezen.
 

De FRDO geeft adviezen aan de Belgische federale overheid over het federale beleid voor duurzame ontwikkeling. Het gaat daarbij onder meer over de uitvoering van internationale verbintenissen waarvoor ons land zich geëngageerd heeft, zoals Agenda 21, het Klimaatverdrag, het Verdrag over biologische diversiteit. De raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgevers, de werknemers en de milieu- en Noord-Zuid NGO’s en de jeugd en wetenschappers (deze laatste zonder stemrecht).

De FRDO is het enige forum in België waar naast de economische en sociale dimensies ook ecologische overwegingen en Noord-Zuidkwesties aan de orde zijn. Daarnaast heeft ons land nog een federale adviesraad voor de sociale partners, de NAR (Nationale Arbeidsraad) en een federale adviesraad voor het bedrijfsleven, de CRB (Centrale Raad voor het Bedrijfsleven).

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.