Katoenboeren moeten op een houtje bijten

De producenten in Benin hebben dit jaar maar op 320.000 hectaren katoen
kunnen oogsten - 80.000 hectaren moesten door de droogte of een gebrek aan
zaaizaad, meststoffen of bestrijdingsmiddelen worden opgegeven. Door die
factoren leverden sommige velden die wel werden bewerkt, ook veel minder op.
Uiteindelijk haalde Benin 23 procent minder katoen binnen dan vorig jaar. In
Mali bedraagt de achteruitgang zelfs 26 procent. De prijzen vielen dan ook
nog eens tegen. De gemiddelde opkoopprijs lag dit jaar in Benin en Mali
ongeveer 10 procent lager dan vorig jaar. In mei sloten Benin en Mali zich
samen met Burkina Faso en Tsjaad aan bij een klacht die Brazilië indiende
bij de Wereldhandelsorganisatie tegen de hoge subsidies die de VS en de EU
uitkeren aan hun katoenboeren. Daardoor wordt de wereldmarktprijs gedrukt.

In Benin wordt gemopperd over de liberalisering van de katoensector, een
proces dat in 1988 in gang werd gezet. Volgens de experts zouden door het
marktmechanisme alle schakels van de productieketen - katoenboeren, de
bedrijven die de katoenpluizen verwerken, exporteurs, de invoerders van
landbouwbenodigdheden en de financiële sector - beter geolied worden en
perfect op elkaar ingrijpen. Op elk van die niveaus speelt inmiddels
concurrentie, maar dat loopt af en toe uit de hand. Vorig jaar moest de
overheid daarom de import van zaaizaad, meststoffen en bestrijdingsmiddelen
grondig herorganiseren. Daardoor raakten veel boeren het voorbije seizoen
niet tijdig aan hun benodigdheden. Omdat er dan ook nog eens te weinig regen
viel, leverden sommige velden maar 400 of zelfs maar 200 kilogram katoen per
hectare op, terwijl één ton normaal is.

Ook op financieel vlak liep er vorig jaar veel fout in Benin - op sommige
plaatsen moesten producenten meer dan acht maanden op hun geld wachten.
Dergelijke betalingsachterstanden zetten boeren dan weer aan leveringen van
meststoffen of bestrijdingsmiddelen niet te betalen, of de katoenkweek
vaarwel te zeggen. Sommige katoenboeren telen nu graangewassen of maniok -
die producten kan je tenminste eten.

In het noorden van Ivoorkust zit de katoensector helemaal op de knieën. Door
de burgeroorlog raakt katoen die in het noorden wordt geoogst, niet meer bij
de opkopers in het zuiden van het land. Volgens schattingen van zakenluit
zat er begin juli zeker 32.000 ton katoen vast in het noorden van het land.
Er is wel hoop - als gevolg van het staakt-het-vuren beginnen sommige
transportroutes weer open te gaan.