Kernenergie voor het Zuiden?

Onder impuls van de strijd tegen klimaatverandering is kernenergie helemaal terug van weggeweest. Wereldwijd zijn 44 nieuwe kerncentrales in aanbouw –het merendeel daarvan in Azië. Critici wijzen op de risico’s van proliferatie en stellen dat kernenergie geen duurzame optie is voor het Zuiden.

Ruim twee decennia na de ramp met kernreactor vier in Tsjernobyl (26 april 1986) poetst de nucleaire industrie haar imago op. In eigen land bijvoorbeeld kreeg het publiek dit voorjaar een reclamecampagne van het Nucleair Forum op zijn bord. Maar vooral een reeks Aziatische en Afrikaanse landen maken zich op voor een toekomst met kernenergie. In 2008 toonden minstens veertig ontwikkelingslanden interesse voor kernenergie bij het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), dat namens de VN de noodzakelijke inspecties doet en over nucleaire programma’s waakt.

We bevinden ons vandaag op een kruispunt van beslissingen over de energievoorzieningen voor de toekomst. In het Noorden is er de uitfasering van de oude centrales, het Zuiden heeft een groeiende nood aan energie, en mondiaal is er de klimaatopwarming en het naderende einde van goedkope petroleum. De beslissingen die vandaag genomen worden, zullen de economie en het uitzicht van de samenleving voor de komende decennia bepalen.

De nucleaire boom

Nucleaire energie dekt zes procent van de wereldwijde commerciële energiebehoeften. In elektriciteitsproductie is het aandeel van kernenergie veertien tot vijftien procent. Anno 2009 zijn –verspreid over dertig landen– 436 kerncentrales in werking, aldus een februari-update van het IAEA. Dat aantal kan tegen 2030 spectaculair stijgen als alle werken in uitvoering en plannen in onderhandeling effectief gerealiseerd worden.  Zo’n 44 centrales zijn vandaag in opbouw, het merendeel in Azië –vooral in China en India. Na Japan en Zuid-Korea is China de derde grootste kernenergieproducent van Azië, met negen kerncentrales in werking. Kernenergie is er de derde belangrijkste energiebron geworden, na steenkool en waterkracht. Tegen 2020 wil China zijn nucleaire capaciteit maar liefst vervijfvoudigen in vergelijking met 2005.

Ook het olierijke Midden-Oosten is actief op nucleair vlak. Elf staten uit de regio hebben de voorbije jaren nucleaire programma’s opgezet of bestaande programma’s uitgebreid. De Verenigde Arabische Emiraten tekenden een overeenkomst met Frankrijk voor de bouw van twee kernreactoren. Koeweit, Bahrein, Libië, Algerije, Marokko en Jordanië zijn allemaal plannen aan het uitwerken. Turkije en Egypte zijn opnieuw geïnteresseerd en willen elk zeven centrales bouwen. Hun redenering, volgens sommigen, is dat de olie in de toekomst zo duur gaat worden, dat het financieel meer rendeert die te verkopen en voor eigen consumptie een alternatief te voorzien.

Afrika gebruikt vandaag nauwelijks 3,1 procent van de elektriciteitsproductie in de wereld en heeft werkelijk een grote nood aan energietechnologie. Het enige Afrikaanse land dat kernenergie produceert, is Zuid-Afrika –dat trouwens zestig procent van Afrika’s energie genereert. Het heeft twee kernreactoren maar wil zijn capaciteit uitbreiden met 24 zogenaamde PBMR-types (pebble-bed modular reactor), een eigen ontwerp van kleinere en naar verluidt veiligere installaties. Ook Namibië en Nigeria willen kernenergie. Half maart tekende het Russische staatsbedrijf Rosatom een principeakkoord met Nigeria om samen te werken rond het vreedzaam gebruik van kernenergie, inclusief de bouw van nucleaire centrales. Zelfs het straatarme Jemen wil een kernreactor bouwen.

De derde golf

De zogenaamde “derde golf” van kernenergie is op gang gekomen vanuit verschillende impulsen. De eerste golf, in de vroege jaren ’50, promootte kernenergie als de beste optie voor overvloedige en met zekerheid beschikbare energie. De tweede golf, met de oliecrisis in de jaren ’70, stelde kernenergie voor als de ideale oplossing om niet langer afhankelijk te zijn van de olie-import uit verre landen. De argumenten vandaag verwijzen naar de dure olie in de toekomst en vooral naar de klimaatopwarming en de dringende noodzaak om de CO2-uitstoot te verkleinen. Kernenergie is CO2-neutraal, klinkt het, en kan de wereld het snelst op schema brengen om de broeikasgassen in de atmosfeer te doen dalen.

Het klopt dat kernenergie een lagere CO2-uitstoot kent dan fossiele brandstoffen. Volgens Hans-Holger Rogner van de sectie Planning en Economie van het IAEA zou de totale nucleaire keten 3 tot 24 gram CO2 per kwh (kilowattuur) uitstoten, ongeveer evenveel als windenergie of hydro-elektriciteit. Maar dat maakt van kernenergie nog geen duurzaam of ecologisch alternatief. Over de hele keten beschouwd zijn er tal van milieubelastende praktijken, gaande van het delven van uranium over het transport en de berging van nucleair afval tot de  radioactieve straling en de impact die blijft voor de komende generaties.

Binnen de huidige VN-klimaatonderhandelingen woedt een hevige discussie over de vraag of kernenergie mag opgenomen worden in de Mechanismen voor Schone Ontwikkeling (CDM’s). Daarmee kunnen rijke landen emissierechten winnen door te investeren in projecten voor hernieuwbare energie en duurzame ontwikkeling in ontwikkelingslanden. Vraag is of kernenergie onder de noemer duurzame energie valt. De organisatie Women in Europe for a Common Future vindt van niet. In februari voerde ze daarover actie op een conferentie van het VN-Milieuprogramma (UNEP) in Nairobi. ‘Zelfs een viervoudige uitbreiding van kernenergie in 2050 zou slechts een marginale daling met vier procent CO2-uitstoot betekenen, terwijl het tegelijk een bedreiging is voor de veiligheid en de gezondheid van de huidige en de toekomstige generaties’, aldus de vrouwenorganisatie. Ook het immense waterverbruik door kerncentrales is een knelpunt, vooral gezien de aangekondigde wereldwijde waterschaarste.

Ook het olierijke Midden-Oosten is actief op nucleair vlak: elf staten hebben programma’s opgezet of uitgebreid.

Het nucleaire tipping point

Ongebreidelde uitbreiding van de civiele nucleaire installaties wereldwijd betekent een groter gevaar voor de verspreiding van kernwapens. Toch kan niemand een land verbieden kerncentrales te bouwen. In het non-proliferatieverdrag van 1968, dat de verspreiding van kernwapens moet tegengaan, staat dat elk land het recht heeft om kernenergie te ontwikkelen voor civiele doeleinden. Voorwaarde is wel dat het IAEA inspecties kan uitvoeren en dat er informatie en transparantie is over de programma’s. Het verdrag stelt ook dat de erkende kernmachten (de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en China) hun arsenaal kernwapens moeten afbouwen –wat overigens nog steeds niet is gebeurd. 

Centraal in de discussie vandaag, staat de vraag wie verrijkingsinstallaties mag hebben –denk maar aan Iran dat naar eigen zeggen een verrijkingsinstallatie voor civiele kernenergie bouwt. De zes landen die vandaag verrijkt uranium voor commerciële doeleinden produceren zijn Frankrijk, Duitsland, Nederland, Rusland, Groot-Brittannië en de VS. Zij bevoorraden momenteel de markt. Andere landen vrezen dat de zes hen in de toekomst de toegang tot de noodzakelijke kernbrandstof zouden kunnen verhinderen.
India is al lang een uitzondering op de regel. Het heeft het non-proliferatieverdrag niet ondertekend, en beschikt over verrijkingsinstallaties en kernwapens.  Toch hebben de VS, zonder bezwaar, in maart 2006 een nucleair samenwerkingsakkoord met India afgesloten. Dat zorgde overigens voor commotie in de groep India, Brazilië en Zuid-Afrika (IBSA), die in 2003 een samenwerking hebben opgezet rond politieke en commerciële thema’s. In 2006 is daar ook een akkoord bijgekomen over de uitwisseling van expertise en materiaal op het domein van nucleaire energie.

‘Totale ontmanteling enige oplossing’

Volgens het Internationaal Panel over Splijtstoffen beschikken vandaag veertig landen over hoogverrijkt uranium waarmee een kernbom kan gemaakt worden. De oude structuren werken dus niet meer. Zelfs met verbeterde controle van het IAEA is proliferatie niet meer uit te sluiten. The Bulletin of the Atomic Scientists stelt: ‘In tegenstelling tot de eerste nucleaire golf van de jaren 1945-1950, wordt de wereld vandaag gekenmerkt door poreuze nationale grenzen, snelle communicatie die de verspreiding van technologische knowhow vergemakkelijkt, en een snel gegroeide handel in potentieel gevaarlijk dual use technologieën en materialen.’

Tom Sauer, professor Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen, ziet maar één uitweg: de totale ontmanteling van de bestaande kernwapens door de vijf kernmachten. Sauer: ‘Dat is de enige manier om de wedloop te stoppen. Het neemt ook alle redenen weg om geen inspecteurs toe te laten en maakt het makkelijker om transparantie en openheid in informatie te eisen.’ De stelling is niet utopisch. In 2007 hebben Henry Kissinger en enkele andere gerenommeerde Amerikanen een oproep in die zin gelanceerd, die navolging kreeg in Groot-Brittannië, Italië en Duitsland. President Barack Obama ging helemaal verder op die lijn, toen hij begin april in Praag een oproep deed om werk te maken van nucleaire ontwapening. Tussen de VS en Rusland zijn gesprekken aan de gang om tegen het einde van het jaar een nieuw ontwapeningsverdrag te tekenen. Bedoeling is om daarna met andere landen te onderhandelen over een conventie voor een kernwapenvrije wereld.

‘Een nucleaire renaissance vereist een nieuwe vorm van samenwerking’, stelt ook Matthew Bunn, professor Public Policy aan de Harverd Kennedy School. ‘Eén enkel Tsjernobyl of een terroristische aanval met atoomwapens kan meteen een einde maken aan de idee dat kernenergie een remedie is tegen de klimaatopwarming.’ Een andere reden voor een nieuw akkoord is ook dat het Zuiden zich niet meer wil laten dicteren door de rijke landen en vecht voor een grotere autonomie. Ook de toegang tot de uraniumvoorraden wordt steeds moeilijker. Rond de uraniummijnen in Niger zijn de jongste tijd al heel wat conflicten geweest met de lokale bevolking.  

Nucleair versus hernieuwbaar

Heel wat voorstanders van kernenergie zijn van mening dat kernenergie en hernieuwbare energie perfect kunnen samengaan. De vaststelling is echter dat de overheidsmiddelen voor onderzoek en ontwikkeling inzake kernenergie vele malen groter zijn dan die voor hernieuwbare energie. Daardoor is hernieuwbare energie gedoemd om op een zijspoor te blijven.

Is kernenergie echt wel nodig om de klimaatopwarming tegen te gaan en aan de groeiende behoeften tegemoet te komen? Twee jaar geleden publiceerden de European Renewable Energy Council (EREC) en Greenpeace International Energy {R}evolution: A sustainable World Energy Outlook. Volgens die studie is het mogelijk tegen 2050 de CO2-uitstoot met vijftig procent naar beneden te halen mét uitfasering van de bestaande kernenergie, op voorwaarde dat er ondersteunende beleidsmaatregelen komen en dat gewerkt wordt aan maximale energie-efficiëntie. Volgens het rapport kan hernieuwbare energie tegen 2030 instaan voor 35 procent van de energievraag en kan tegen 2050 zeventig procent van de elektriciteitswinning gebeuren uit hernieuwbare energie. Bovendien beschikken de landen in het Zuiden over een overvloed aan middelen voor hernieuwbare energie, zowel water, golven en getijden, als zon en wind. Er moet vooral een wil zijn om die weg te kiezen, vindt Arthouros Zervos, directeur van EREC: ‘Er is geen technische maar een politieke barrière om hernieuwbare energie een leidende rol te laten spelen voor de toekomst.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.