Klimaatneutraal bestaat niet

Volgens milieuorganisaties wordt de term klimaatneutraal te gratuit gebruikt. Klimaatneutrale initiatieven scoren goed in Nederland: van klimaatneutrale pizza’s, ijsjes en vliegtuigreizen over CO2-luwe cd’s tot dito concerten. Sceptici stellen zich vragen over de geloofwaardigheid van al die CO2-compensaties. Sommige bedrijven recupereren klimaatneutrale initiatieven bij wijze van greenwashing, klinkt het. De efficiëntie van sommige bestedingsdoelen is bijkomstig en merkwaardig genoeg kost CO2 bij het ene compensatiepakket een pak minder dan bij de andere.
Volgens milieuorganisaties is er nood aan transparantie. ‘Klopt, maar we moeten niet overdrijven’, zegt de Nederlandse Klimaat Neutraal Groep (KNG) –de groep achter het CO2-compensatieprogramma GreenSeat. ‘Sommige certificeringen zijn nu eenmaal niet werkbaar voor kleinere projecten.’ Het certificaat van de Gold Standard bijvoorbeeld is de helft duurder dan de meeste andere certificaten, omwille van strenge regels en controles en een gering aanbod van projecten. Het komt er volgens KNG op aan de verhouding af te wegen tussen de kwaliteit en prijs van het project. Het Belgische CompenCO2, een nog jong samenwerkingsverband van  milieuorganisaties en ontwikkeling-ngo’s, is het daar niet mee eens.
‘Wij werken met de Gold Standard, omdat die honderd procent zekerheid geeft dat het geld goed besteed wordt’, zegt Steven Vromman, een van de initiatiefnemers van CompenCO2. ‘De Gold Standard is inderdaad een pak duurder, maar klimaatcompensatie is te belangrijk om er mee te gaan knoeien. Het dient niet om jezelf –al vliegend– een groen geweten te kopen, de boodschap blijft dat je beter niet vliegt. Klimaatneutraal vliegen bestaat niet en engagement moet verder gaan dan bomen aanplanten.’ Ontwikkelingsstrategie staat bij CompenCO2 voorop, zegt Vromman. ‘Dat betekent dat we noodzakelijke keuzes maken. We kiezen bewust voor Afrika, ook al heeft Gold Standard daar maar een heel beperkt aanbod van vier projecten. Maar het is wel het continent met de minste middelen en het wordt het meest getroffen door de klimaatverandering.’