Klimaatverandering op keerpunt

Rusland ratificeerde in oktober het Kyoto-protocol. Daarmee kan de grootscheepse onderneming om de aarde te redden van het broeikaseffect eindelijk echt van start gaan. De organisatie die dat in goede banen moet leiden, is de nu nog onbekende UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change). Hans Van Scharen verbleef voor MO* enkele dagen in de kantoren van het Hoofdkwartier van de Toekomst, in een tuinwijk in Bonn.
De gebouwen van de Vereinte Nationen liggen in Bad Godesberg, een residentiële wijk van Bonn. Een oase van groen, op een steenworp van de Rijn, waar het lijkt alsof er een neutronenbom is ontploft, zo rustig. Alle gebouwen zijn intact, maar er is amper leven.
In 1999 begon de Duitse overheid haar kantoren grotendeels naar het herenigde Berlijn te verhuizen, met in haar kielzog de meeste buitenlandse ambassades. Het omvangrijke Amerikaanse kwartier dreigde in een spookwijk te veranderen, dus was het stadsbestuur van Bonn maar wat blij dat nog meer (milieu)organisaties van de VN zich er kwamen vestigen. Inmiddels telt Bonn twaalf VN-organisaties en werken er in totaal zo’n 500 VN-ambtenaren. Allemaal houden ze zich op de een of andere manier bezig met duurzame ontwikkeling.
Binnenkort zal er in de vroegere gebouwen van de Duitse federale overheid een heuse VN-campus verrijzen die, zo hoopt men althans, symbool zal staan voor de internationale wil om samen te werken aan het behoud van een leefbare planeet. De 166 ambtenaren van de UNFCCC vormen alvast één grote VN-familie van goede wil. Nu de rest van de wereld nog.
‘Als ik met pensioen ga, ben ik van plan een verhaal te schrijven over een deze climate-tribe, lacht VN-ambtenaar Christine Zumkeller. Dat verhaal zal gaan over een relatief kleine stam hooggekwalificeerde VN-ambtenaren die in een eigen taal spreken over vreselijk ingewikkelde kwesties en die, zonder dat de buitenwereld van hun bestaan afweet, vanuit hun reservaat-aan-de-Rijn bezig zijn met nieuwe vormen van grensverleggend mondiaal bestuur.
VN-ambtenaren die zich met het klimaatbeleid bezig houden, klinken soms inderdaad buitenwerelds. Het broeikaseffect is een mondiaal probleem dat al binnen enkele generaties apocalyptische vormen zou kunnen aannemen. En toch is het niet tastbaar: je ziet het niet, je ruikt het niet, je voelt het niet. De klimaatwijzigingen zijn echter allesbehalve een virtueel probleem. Sir David King, Brits wetenschapper en hoofdadviseur van de Britse regering, bijvoorbeeld, noemt klimaatverandering ‘de meest ernstige bedreiging die we het hoofd moeten bieden, ernstiger dan het internationale terrorisme.’
Het UNFCCC maakt er sinds dit jaar een punt van om meer met de buitenwereld te communiceren. ‘Als vroeger een journalist tegen ons: Goedemorgen zei, antwoordden wij verschrikt: Dat weten wij niet!’, grapt een VN-ambtenaar. Van die openheid, transparantie en gastvrijheid mocht ik als journalist dagenlang genieten. Dat betekent: vrij rondlopen, spreken met wie ik wilde en zelfs werken in een bureau van een ambtenaar die op missie was.

In hun blootje


Van 6 tot 17 december vindt in Buenos Aires de tiende COP (Conference of the Parties) over klimaatverandering plaats. Zowat alle landen ter wereld (189) hebben inmiddels de Klimaatconventie, die in 1992 in Rio werd gelanceerd, ook geratificeerd. Met dat verdrag erkende de internationale gemeenschap voor het eerst dat er een opwarming van de atmosfeer gaande is, dat ze door de mens wordt veroorzaakt en dat ze het klimaat beïnvloedt.
Hoe catastrofaal de gevolgen van de temperatuurstijging zullen zijn -stijging van de zeespiegel, meer extreme weersomstandigheden, overstromingen, minder drinkwater, mislukte oogsten, een toename van ziekten enz.- is moeilijk te voorspellen.Veel hangt af van hoevéél de temperatuur zal stijgen. De laatste analyse (uit 2001) van het wetenschappelijke VN-panel IPCC gaat uit van een toename van 1,4 tot 5,8 graden Celsius in de loop van deze eeuw. Eén van de belangrijkste pijlers van de Klimaatconventie is dan ook het voorzorgsprincipe. Het voorkomen van al te radicale klimaatveranderingen is nog altijd veel goedkoper dan het bestrijden van alle mogelijke rampen.
Het duurde wel tot 1997 voor de Klimaatconventie werd vertaald in concrete afspraken. In Kyoto werd toen het protocol opgesteld voor het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen, in het bijzonder van kooldioxide (CO2). De rijke, geïndustrialiseerde landen moeten hun CO2-uitstoot in de periode 2008-2012 met gemiddeld vijf procent verminderen tegenover hun niveau in 1990. Daar zullen ze behoorlijk wat werk mee hebben, want intussen is die uitstoot er alleen nog maar meer gestegen. Volgens de laatste cijfers die het UNFCCC in Bonn verzamelde en in oktober analyseerde, kende de rijke Oeso-landen tussen 1990 en 2002 een stijging van de CO2-uitstoot van 8,4 procent. België zit op een toename van 2,9 en Nederland een stijging van 1,1 procent.
Wat als blijkt dat landen hun doelstellingen niet halen? Zijn er sancties? Joke Waller-Hunter, grote baas bij het UNFCCC: ‘Er zijn geen sancties afgesproken binnen het Kyoto-protocol. Wel is er een vrij uniek mechanisme voorzien -de zogenaamde compliance. Alle partijen moeten elk jaar een nauwkeurige inventaris van hun emissies bijhouden en inleveren bij het UNFCCC. Is een inventaris niet in orde, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende gegevens zijn of omdat de gegevens niet kloppen, dan mag het land in kwestie geen gebruik maken van de “flexibele mechanismen” zoals voorzien in het Kyoto-protocol: handel in emissierechten, reductie realiseren in arme landen, export van schone technologie. En dat doet pijn, want het betekent dat alle CO2-reducties op de thuismarkt gerealiseerd moeten worden, wat over het algemeen duurder zal uitpakken. Als landen hun doelstellingen niet halen, dan kunnen we voorlopig niet anders dan dat publiceren.’ Bij het UNFCCC verwacht men wel dat die rapportering in de nabije toekomst vaker zal gebeuren en ook meer gecommuniceerd zal worden. Landen die hun doelstellingen niet halen, staan dan in hun blootje.
die VN-milieucampus in Bonn ooit uitgroeien tot een mondiale milieuorganisatie mét tanden?
Meer informatie:
www.unfccc.int
www.theclimategroup.org

In het zonnetje


Kan die VN-milieucampus in Bonn ooit uitgroeien tot een mondiale milieuorganisatie mét tanden? Als je iemand als John Brown, de grote baas van British Petroleum (BP), mag geloven, is daar goede hoop op. Brown, die vanuit het bedrijfsleven één van de voortrekkers voor een daadkrachtig klimaatbeleid is, zei onlangs dat wie bezorgd is over klimaatverandering alle reden heeft om depressief te worden, afgaande op de povere concrete resultaten die tot nu toe zijn gehaald, zelfs in de EU, Japan en Canada, waar het Kyoto-protocol enthousiast verdedigd wordt. Maar Brown zegt evengoed dat er reden is voor optimisme. Hij is van mening dat het Kyoto-protocol maar het begin is van een lang proces en trekt de parallel met de 23 landen die in 1946 overeenkwamen om handelsbarrières af te bouwen, wat leidde tot de GATT en uiteindelijk de WTO, de Wereldhandelsorganisatie.
Bonn glimlacht UNFCCC-baas Joke Waller-Hunter vergenoegd bij zoveel enthousiasme. Toch denkt ze dat het nog wel even zal duren voor er zoiets als een mondiale milieuorganisatie zal ontstaan. Nationale regeringen zijn nog steeds erg gevoelig voor inmenging: elke minuscule aantasting van hun soevereiniteit wordt als een kaakslag ervaren. UNFCCC-ambtenaren die rapporten opstellen over het beleid en de resultaten van de landen, bevestigen dat ze hun conclusies in uiterst diplomatische bewoordingen moeten opstellen. ‘Maar sinds de regeringen zich realiseren dat we hen niet aanvallen, en dat onze aanbevelingen juist in hun voordeel werken, gaat het al beter,’ zegt Halldor Thorgeirsson, coördinator van de dienst die onder andere het beleid en de reducties van landen analyseert.
John Brown wijst erop dat de toegenomen wetenschappelijke kennis over klimaatverandering de druk om te handelen doet stijgen, en dat veel bedrijven en overheden inmiddels ervaring hebben opgedaan met het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Er wordt ook steeds meer geïnvesteerd in technologische vooruitgang. Overigens stond BP recent mee aan de basis van The Climate Group, een non-profit organisatie van twintig grote bedrijven, overheden en ngo’s die een daadkrachtig klimaatbeleid uitdragen en stimuleren. Ze doen dat in de eerste plaats door zelf het goede voorbeeld te geven. Enkele van die succesverhalen bundelden ze in het rapport Less is more. Zo verklaart BP trots dat zijn bedrijf een reductie van de CO2-uitstoot van achttien procent realiseerde tussen 1998 en 2001. Dat kostte 20 miljoen dollar aan investeringen, maar leverde uiteindelijk 650 miljoen dollar op. Chemiereus Dupont slaagde er dan weer in om tussen 1990 en 2000 zijn productie met 35 procent te verhogen zonder het energieverbruik op te drijven, en bespaarde daardoor twee miljard dollar.
Waller-Hunter spreekt van een trendbreuk in het bedrijfsleven, maar wijst ook op het feit dat men nu nog de ‘laag hangende vruchten plukt’ -de CO2-reducties die het minste kosten- en dat de omschakeling naar een koolstofarme economie sommige sectoren wel degelijk pijn zal doen.
Howard, hoofd van The Climate Group blijft optimistisch: ‘Er zijn veel bedrijven en overheden verspreid over de wereld die toegewijd werken aan de reductie van hun emissies. Deze spelers samenbrengen, kan het begin zijn van een nieuwe klimaatbeweging.’
The Climate Group plant congressen, een virtuele ‘carbon university’ voor beleidsmakers en ondernemers en een jaarlijkse publicatie van de Climate Index met een overzicht van bedrijven en overheden die met succes hun CO2-uitstoot terugschroeven. Zo worden sommigen publiekelijk in hun blootje en andere in het zonnetje gezet, in naam van het klimaat.

Champagne


Toen op 22 oktober het nieuws uit Moskou kwam dat de Doema het Kyoto-protocol had geratificeerd, ontkurkte Europees commissaris voor Milieu Margot Wallstöm een fles Russische schuimwijn. Dat hadden de VN-ambtenaren al twee eerder gedaan, toen duidelijk werd dat de cruciale handtekening eraan zat te komen. De Russische aansluiting bij het Kyoto-protocol betekent immers dat het protocol begin 2005 eindelijk officieel van kracht wordt.
‘Op COP10 in Buenos Aires zal er veel aandacht zijn voor tien jaar successtories. Want die zijn er steeds meer,’ zegt een VN-ambtenaar. ‘Vergeet ook niet dat het mondiale bewustzijn over het broeikaseffect op tien jaar tijd enorm is gegroeid.’ Hoewel de UNFCCC zijn mandaat krijgt van alle 189 landen en dus neutraal en faciliterend moet optreden, werkt het samen met 600 ngo’s, van milieubeweging tot bedrijfsleven.
Een wat verrassende vaststelling in Bonn is dat de Verenigde Staten niet de grote boeman zijn, ondanks de weigering het Kyoto-protocol goed te keuren. Integendeel. Niet alleen is men in veel Amerikaanse staten actief bezig is met klimaatbeleid en gebeurt er veel onderzoek, ook is het land volgens de algemene VN-verdeelsleutel de grootste financier van het UNFCCC. Bovendien wil het UNFCCC de grootste vervuiler ter wereld -een derde van de mondiale CO2-uitstoot- absoluut aan boord van de klimaatonderhandelingen houden en dus niet bruskeren. Toch moet het land als geheel dringend iets aan zijn energieconsumptie gaan doen, klinkt het.
Thorgeirsson: ‘Het ligt in de menselijke natuur om actie uit te stellen. Hoewel het te laat is om elke menselijke invloed op het klimaat te voorkomen, hebben we nog tijd om de desastreuze impact te voorkomen. Als we de afspraken maar beginnen uit te voeren. Helaas zijn het niet de grootste vervuilers die nu al de consequenties van de klimaatwijziging beginnen te voelen, het zijn arme landen als Bangladesh, die nu al geconfronteerd worden met overstromingen. Bij het ‘gebruik’ van die atmosfeer, die maar een beperkte concentratie broeikasgassen kan dragen, gold tot nu toe het principe: wie het eerst komt, het eerst maalt. Dat wordt vervangen door: de vervuiler betaalt.’
Thorgeirsson vreest dat ondanks de vele positieve ontwikkelingen nog niet alle overheden de boodschap écht begrepen hebben: ‘Politici denken in de eerste plaats aan de volgende verkiezingen, niet aan wat er in 2050 kan gebeuren. Wat dat betreft zijn bedrijven meer open minded. Zij gaan meer uit van lange termijn beleid en houden niet van wishfull thinking.’ Al zou dat laatste ook wel eens een sterk staaltje wishfull thinking kunnen zijn.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.