Klimaatwijziging raakt viseters bijzonder zwaar

Volgens het onderzoek, dat in het jongste nummer van Fish and Fisheries verscheen en de situatie in 132 landen onder de loep neemt, zijn 33 landen “zeer kwetsbaar” voor de impact van de klimaatwijziging op de visserij. Twee derde van die landen bevindt zich in Afrika, waar vis vaak goed is voor meer dan de helft van de dagelijkse proteïne-inname. In de risicocategorie zitten 19 van de armste landen ter wereld. De hardste klappen vallen in Malawi, Guinea, Senegal en Oeganda in Afrika, Bangladesh, Cambodja, Pakistan and Jemen in Azië en Peru en Colombia in Zuid-Amerika.
De klimaatwijziging dreigt onder meer koraalriffen te vernietigen, zout water in zoetwaterzones te brengen, stormen te veroorzaken en meren droog te leggen. In de Afrikaanse kustzones kan ze zeestromen verstoren en zo visbestanden bedreigen waarmee miljoenen mensen in subsaharaans Afrika zich voeden. In het oosten en zuiden van Afrika zijn de visbestanden in de zoetwatermeren de voorbije honderd jaar al gevoelig geslonken als gevolg van de stijgende temperaturen.

Proteïnen

Maar de meest kwetsbare landen zijn niet noodzakelijk die waar de visserij het hardst getroffen wordt, zegt de studie, maar wel die waar de inwoners het sterkst van vis afhangen, zowel voor hun voeding als voor hun inkomen. “Strikt vanuit milieustandpunt bekeken zullen de landen in de hogere breedtegraden de meest uitgesproken impact voelen van de klimaatwijziging op de visserij”, zegt Edward Allison van het WorldFish Center in Maleisië. “Maar economisch gezien zullen wellicht de mensen in de tropische en subtropische gebieden het meest te lijden hebben onder de klimaatwijziging, omdat vis zo belangrijk is in hun voeding en omdat hun capaciteit om andere bronnen van inkomsten en voeding te ontwikkelen beperkt is.”

De mensen in de tropische en subtropische gebieden zullen wellicht het meest te lijden hebben omdat vis zo belangrijk is in hun voeding.

In de landen die volgens het onderzoek zeer kwetsbaar zijn, is vis goed voor 27 procent van de dagelijkse inname van proteïnen – in niet-kwetsbare landen is dat 13 procent – en zijn er nauwelijks alternatieven voor proteïne-inname voorhanden. De meest kwetsbare landen zijn samen ook goed voor een vijfde van de wereldwijde visexport.
De studie werd uitgevoerd door wetenschappers van het WorldFish Center, de Universiteit van East Anglia, de Simon Fraser Universiteit, het Britse Centrum voor Milieu-, Visserij- en Aquacultuurwetenschap (Cefas), de Universiteit van Bremen en de Mekong-commissie (MRC). In de 132 landen onderzochten ze milieu, visserij, voeding en economie. In hun conclusies dringen ze aan op dringende maatregelen die de meest kwetsbare landen helpen zich aan te passen aan te gevolgen van de klimaatwijziging.