Kronos Quartet: Een strijkkwartet in verzet tegen oppervlakkigheid en oorlog

Twee violen, een altviool en een cello: daarmee maakt het Kronos Quartet al bijna veertig jaar de meest avontuurlijke en grenzeloze muziek. Van Inuit-keelzang over Jimi Hendrix en Astor Piazzolla tot Centraal-Aziatische traditionele ensemble-muziek. MO* sprak met oprichter en drijvende kracht David Harrington.
David Harrington ziet er niet uit als een wereldmuziekster –daarvoor is hij te wit. En voor een klassiek topviolist is hij dan weer veel te kleurrijk. Harrington is gewoon klassieke grunge: hij groeide op in Seattle met Mozart en Schubert, maar ook met Jimi Hendrix en Janis Joplin. Dat resulteert in een artistieke filosofie die qua breedte en duizelingwekkendheid allesbehalve onderdoet voor zijn jongere en rockende stadsgenoten van Nirvana en Pearl Jam.
‘Ik ben strijkkwartetten beginnen spelen op mijn twaalfde, nadat ik Beethovens Opus 127, het strijkkwartet in Es groot, hoorde. De klank van de openingsakkoorden trof me zo diep, dat ik besloot om het zelf te spelen –gelukkig heeft niemand me toen verteld dat het een van de moeilijkste kwartetten was die Beethoven ooit geschreven heeft. En eigenlijk ben ik dat sindsdien gewoon blijven doen: leven met open oren, en telkens ik muziek hoor die diep in mij resoneert, wil deel uitmaken van die klank.’

Het originele van Harringtons benadering is dat hij zich weigert neer te leggen bij de veronderstelde grenzen van zijn instrument –de viool– en genre –het strijkkwartet. Zijn zoektocht naar telkens nieuwe muzikale horizonten en mogelijkheden begon toen hij op zijn dertiende besefte dat hij tot dan enkel muziek gespeeld had van vier mannen die in Wenen gewoond hadden: Mozart, Haydn, Beethoven en Schubert.
Vanaf zijn vijftiende vulde hij zijn blanco muzikale wereldkaart in door te luisteren naar de platen uit de Explorer-serie, uitgebracht door Nonesuch Records. ‘Bij die Indonesische gamelanmuziek of Ghanese ritmes, dacht ik: “Zo wil ik op een dag ook klinken.” Hetzelfde gevoel had ik toen ik voor het eerst Jimi Hendrix op de radio hoorde. Ik wou mijn viool laten klinken zoals zijn Fender Stratocaster.’ Dat laatste is alvast gelukt.
In 1980 speelde Kronos Quartet voor het eerst Hendrix’ Purple Haze. Een gimmick? Allesbehalve, zegt Harrington: ‘Purple Haze was voor mij het enige passende antwoord op de vraag: wat kunnen we als bisnummer spelen na Stravinsky’s Le sacre du Printemps? Alleen de kracht en het primaire ritme van Hendrix’ song leken mij te corresponderen met Stravinsky.’
Het is overigens niet bij een eenmalige uitstap gebleven: ‘Sinds de inval van de Verenigde Staten in Irak spelen we geregeld een versie van het Amerikaanse volkslied, geïnspireerd op Hendrix’ Star Sprangled Banner op Woodstock. Dat is tegelijk een eerbetoon aan het muzikale genie van Hendrix en een politiek standpunt tegen de oorlog in Irak.’ Kronos Quartet heeft geen schrik van een politiek standpunt, zegt Harrington: ‘Met onze projecten en initiatieven bieden we graag een tegenwicht voor wat president Eisenhower vijftig jaar geleden al omschreef als het militair-industrieel complex.’

David Harrington heeft de koffieshops van Seattle al lang geleden ingeruild voor de intellectuele aantrekkingskracht van San Fransisco, enkele jaren nadat hij als drieëntwintigjarige Kronos Quartet opgericht had. In 1978 werd Joan Jeanrenaud de cellospeelster van de groep. Ze bleef dat tot 1999, toen ze als gevolg van MS het tourritme van de groep niet meer aankon. Ze werd gedurende enkele jaren vervangen door Jennifer Culp, maar vandaag is haar plaats aan het mooiste instrument ingenomen door Jeff Zeigler.
Maakt het een verschil uit voor een kwartet als er een vrouw bij is? Harrington lacht: ‘Het maakt altijd een verschil als er een vrouw in de kamer is.’ Waarna hij daaraan toevoegt: ‘Het perspectief dat vrouwen aandragen, is niet alleen belangrijk voor een strijkkwartet. Het is gewoon essentieel voor het overleven van de mensheid.’
Wie de discografie van het kwartet doorneemt, moet daarvoor de tijd nemen: meer dan 45 cd’s, talloze live-projecten en in toenemende mate ook opnamen die enkel via iTunes uitgebracht worden, waaronder Star Sprangeld Banner op Kronos Quartet plays Sigur Rós. Als iemand het gezegde “muziek is de universele taal” waarmaakt, dan wel de jongens van Kronos.
Toch plaatst Harrington grote vraagtekens bij de uitspraak: ‘Zowat elke beschaving of samenleving heeft een eigen muzikale taal ontwikkeld en het is dus niet vanzelfsprekend om elkaars muziek te delen of te begrijpen. Ik hoop wel dat onze muzikale samenwerkingen zo moeiteloos en vanzelfsprekend klinken alsof ze uit de hemel gevallen zijn. Maar ik kan je verzekeren: zo simpel gaat dat niet. Wie geen inspanning doet om een gezamenlijke woordenschat te ontwikkelen, kan niet dialogeren. Dat geldt ook voor de muziek.’
Cruciaal in de muzikale innovatie van Kronos zijn tijd en ontmoeting. Het volstaat voor hen niet om de muziek van iemand anders te spelen, ze verkiezen samen met andere muzikanten en componisten nieuwe creaties te maken. In het voorjaar van 2010 bereiden ze een nieuw project voor met Wu Man, de Chinese pipa-speelster waarmee het kwartet vroeger al samenwerkte. Het nieuwe stuk heet A Chinese home.
‘Het is verbazend hoe ongelooflijk verschillend onze eerste muzikale ervaringen zijn. De muziek waarmee zij opgroeide tijdens de Culturele Revolutie en de muziek die ik in de jaren zeventig in de VS leerde kennen, liggen lichtjaren uit elkaar. Toch slagen we er vandaag in om die verschillende muzikale universums met elkaar te verbinden en samen iets nieuws te creëren. Heerlijk, toch?’

Begin april verscheen wereldwijd de cd Rainbow, een samenwerking van Kronos Quartet met de Afghaanse componist-rhubab-speler Homayun Sakhi, de Azerbeidzjaanse zangers Alim en Fargana Qasimov en hun ensembles. De geschiedenis met Alim Qasimov en zijn dochter Fargana gaat al vijftien jaar terug. ‘Ik wist meteen dat Ali in dezelfde klasse thuishoort als Nusrat Fateh Ali Khan, Bessie Smith of Billie Holiday. Eender welke noot Alim zingt, telkens heb ik het gevoel dat hij op het diepe centrum van die noot mikt –en doorgans treft hij ook raak.’
Dat is wat er volgens Harrington bedoeld wordt als Theodore Levin in het cd-boekje schrijft dat ‘traditionele muziek voor altijd hedendaags zal zijn’. Hij is het dan ook niet eens met degenen die vinden dat je culturele tradities best afschermt omdat ze niet gewapend zijn om de overheersende krachten van de mondialisering en commercialisering te weerstaan. Tradities communiceren voortdurend en bestaan in een permanent verschuivende wereld, vindt hij. ‘Je kan ook geen hek zetten rond muziek of rond de oren van mensen. Muziek zal altijd door grenzen heen dringen en haar publiek vinden. Tegelijk is niets zo vluchtig als muziek. Eenmaal een noot gespeeld is, bestaat ze enkel nog in de herinnering van degene die haar gespeeld en die haar gehoord heeft. Zelfs als die muziek op cd staat, blijft dat in wezen zo.’
Elders in dat cd-boekje bij Rainbow schrijft Levin dat er vandaag een “veelheid aan muzikale bestemmingen” bestaat, en dat die bovendien onmiddellijk toegankelijk zijn in deze tijden van culturele mondialisering. Bestaat dat nog wel voor Kronos, een muzikale plek waar het kwartet nog niet geweest is? Harrington: ‘Absoluut. Ik zou nog enkele eeuwen moeten leven als ik alle muzikale projecten waarvan ik droom ook echt zou moeten verwezenlijken. Ik voel me als een kind dat pas ontwaakt en de oneindige mogelijkheden van de wereld voor zich ziet. Al zijn we inderdaad al ver gekomen. Vandaag kunnen we de muziek van Ramallah Underground combineren met volksmuziek uit de Georgische Kaukasus. Of we brengen Sardijnse polyfonische muziek samen met de Azerbeidzjaanse gezangen van Alim en Fargana Qasimov.’

Drie jaar geleden maakte Harrington kennis met het werk van Homayun Sakhi. ‘Zijn muziek is echt heel authentiek, dat voel je intuïtief. Toen ik te weten kwam dat de man in Freemont, Californië, woonde, op nauwelijks vijftig kilometer van mijn deur, regelde ik een ontmoeting. Gaandeweg geraakte ik er steeds meer van overtuigd dat hij een prachtig stuk voor ons zou schrijven.’ Dat werd Rangin Kaman of regenboog, een suite van bijna een half uur, waarin Sakhi de diversiteit en de onderliggende hoop van zijn geboorteland Afghanistan verklankt en bezingt.
‘Een kunstenaar heeft de verantwoordelijkheid om zaken te creëren die nodig zijn maar nog niet bestaan. Rangin Kaman behoort tot die categorie. Het is schoonheid die voortkomt uit de samenwerking tussen Amerikanen en Afghanen, wat haaks staat op de feitelijke en historische interactie tussen de regeringen van de Verenigde Staten en Afghanistan. Daarom is dit nummer als gezamenlijke creatie ook zo wezenlijk. Het is ons verzet tegen de manier waarop de VS aanwezig zijn in Afghanistan.’
Win de cd ‘Rainbow. Music of Central Asia Vol. 8’.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.