Kunst is niet voor koeien

De Europese Commissie organiseert begin april een internationaal colloquium over cultuur, creativiteit en ontwikkeling. Toevallig plannen een aantal Vlaamse cultuurhuizen en ngo’s de week daarvoor ook al een colloquium over cultuur en ontwikkeling. Moeten ministeries van Ontwikkelingssamenwerking of ontwikkelings-ngo’s investeren in kunstenaars? Heeft de Vlaamse kunstensector een verantwoordelijkheid voor ontwikkeling in de Derde Wereld?
  • BigBazart voor Africalia BigBazart voor Africalia
‘Wij zijn geen bankiers, geen dokters, geen verpleegsters’, zegt de Zimbabwaanse zangeres Chiwoniso Maraire. ‘Wij hebben onze eigen verantwoordelijkheid tegenover de samenleving en dat is: zeggen wat gezegd moet worden, ongeacht de repressie en intimidatie die deel uitmaken van het dagelijkse leven in Zimbabwe.’ Chiwoniso is top of the bill tijdens het openluchtconcert dat de Europese Commissie op 3 april organiseert op het Flageyplein in Brussel. Met dat concert wordt het colloquium Culture and Creativity as Vectors for Development afgesloten.

Chiwoniso drukt onverkort een maatschappelijk engagement uit dat binnen de artistieke sector van Zimbabwe wijd verspreid is. Dat is niet ongewoon in samenlevingen waar dictaturen de vrijheid van spreken, ondernemen en organiseren met harde hand onderdrukken. Dat bleek in de jaren zeventig en tachtig van vorige eeuw ook al in Zuid-Afrika, toen dat land nog gebukt ging onder de apartheid.
Breyten Breytenbach, de Zuid-Afrikaanse auteur die destijds in de gevangenis zat omdat hij het verbod op interraciaal huwelijk had overtreden, vindt dat cultuur in het ontwikkelingsproces vooral moet zorgen voor verbeelding: ‘Om vooruitgang te realiseren, moeten we streven naar iets dat net buiten ons bereik ligt. Al was het maar dat we verlangen naar een leven met meer waardigheid en compassie dan de wreedheid, paranoia, hebzucht, corporatisme of narcisme waarmee we ons meestal bezighouden en waarvoor we zo makkelijk een uitleg vinden.’
In zijn openingstoespraak tot ARTerial, een conferentie over het dynamiseren van de Afrikaanse kunstensector in 2007, voegde hij er nog aan toe dat de noodzakelijke morele verbeelding die kunstenaars aanbrengen in de samenleving ‘acties en uitdrukkingen zijn van creativiteit die altijd de macht en de pretenties van othodoxie uitdagen en ondermijnen.’

Al Jazeera noemde het Book Café in Harare, waar Chiwoniso vaak optreedt, vorig jaar nog ‘de enige censuurvrije ruimte’ in het land van Robert Mugabe. De Malinese Aminata Traoré bevestigt de stelling van Chiwoniso en Breytenbach voor heel Afrika: ‘Wie de kracht van het woord bezit, moet die gebruiken om essentiële zaken te zeggen, niet om er geld mee te verdienen op de mondiale vrije markt van de cultuur. We hebben geen behoefte aan een generatie kunstenaars die schrik heeft om sponsors of mensen met koopkracht voor het hoofd te stoten.’

de creatieve economie


‘Er is nu unanieme erkenning van het feit dat cultuur een doorslaggevende rol speelt in ontwikkeling’, schrijven de Eurocommissarissen Louis Michel en Jan Figel in de uitnodiging voor het internationaal colloquium begin april. Een blik op het budget van Louis Michel leert dat die grote consensus wel heel nieuw is, want nauwelijks terug te vinden in de uitgaven die de Europese Commissie zelf doet voor ontwikkeling.
Het European Development Fund 2008-2013 heeft binnen een totaal budget van 23 miljard euro bijvoorbeeld 21,33 miljoen euro uitgetrokken voor steun aan culturele industrieën en vormingsactiviteiten die daarmee verbonden zijn. Een budgetpost van 0,1 procent geldt zelden als een hoge prioriteit. Al moet daarbij vermeld worden dat ook elders in het Europese ontwikkelingsbudget bedragen zitten om de culturele sector te ondersteunen. Het programma Investing in People 2007-2013 voorziet 50 millioen euro voor cultuur, het Mercosur Regional Programme 2007-2013 heeft 1,5 millioen euro voor cultuur, de Country Strategy Paper for India 2007-2013 moet het stellen met 4,7 millioen euro, …

Als de Europese Commissie nu de loftrompet steekt over het belang van cultuur voor ontwikkeling, dan is dat niet op de eerste plaats omwille van de dissidentie en het verzet waarover kunstenaars als Chiwoniso en Breytenbach het hebben. Het is net de economische belofte waarbij Traoré vraagtekens plaatst, die centraal staat. De Commissie bevindt zich met die benadering in goed gezelschap.
Het VN-Programma voor Ontwikkeling (UNDP) en de VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (Unctad) publiceerden vorig jaar samen het Creative Economy Report 2008. In de inleiding van dat rapport schrijven de VN-organisaties dat ‘creativiteit, kennis en toegang tot informatie in toenemende mate erkend worden als krachtige motoren voor economische groei en voor ontwikkeling in een geglobaliseerde wereld.’

De creatieve economie waarnaar verwezen wordt, is breder dan het artistieke veld en omvat onder andere ook software-ontwikkeling, mode en media. De uitvoer van creatieve goederen en diensten in 2005 bedroeg volgens Unctad 424,4 miljard dollar of 3,4 procent van de totale wereldhandel. Elders in het rapport wordt de mondiale uitvoer van visuele kunsten op 22,1 miljard dollar per jaar geschat, ongeveer hetzelfde bedrag dat de culturele en creatieve sector in België elk jaar omzet.
Die algemene cijfers maskeren het feit dat de “creatieve economie” vooral een zaak is van het Noorden, waarbij het Zuiden en zeker Afrika nauwelijks meespelen. ‘Ondanks de overvloed aan talent en de rijkdom aan culturele tradities en erfgoed in Afrika, blijken Afrikaanse culturele en artistieke creaties maar op heel beperkte schaal gecommercialiseerd voor zowel de binnenlandse als de mondiale markten.’ Als de culturele of creatieve economie een centrale rol te spelen heeft in armoedebestrijding en ontwikkeling, dan moet er duidelijk nog veel veranderen.

mensen zijn geen vee


Het Creative Economy Report 2008 stelt dan ook terecht dat de tijd gekomen  is voor ‘een meer holistische benadering die vertrekt van de specifieke realiteiten van de verschillende landen en die culturele verschillen, identiteiten en reële noden erkent’.
Marie-Clémence Paes, cineaste uit Madagascar, zou daarop kunnen antwoorden met een ouder citaat: ‘Kunst is geen prioriteit voor de meeste Afrikaanse landen, waar ze gereserveerd is voor de elite en voor gemeenschappen die hun minimumbehoeften al voldaan weten. Maar het is een ernstige vergissing om exclusief te denken in termen van vitale noden. Als we hulp beperken tot voedsel en gezondheidszorg, behandelen we mensen als vee. Koeien hebben enkel behoefte aan graasland, water en vaccinaties tegen ziekten. Kunst en cultuur zijn essentieel, al was het maar om ons eraan te herinneren dat we allemaal menselijke wezens zijn en dat onze behoeften niet teruggebracht kunnen worden tot het vullen van onze maag.’
Deze uitspraak van Paes verscheen eind vorig jaar op een poster van Africalia, een vzw die Eddy Boutmans oprichtte toen hij staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking was en die de voorbije jaren honderden culturele en artistieke initiatieven in Afrika gesteund heeft.

Tegenover de overtuiging van veel ontwikkelingsactoren dat kunst een luxe is, stelt de Mozambikaanse auteur Mia Couto de uitdagende stelling dat de échte luxe voor de elite zit in het pessimisme dat zij zich kan permitteren. De armen, zegt hij, kunnen niet anders dan hoopvol zijn.

De ontwikkelingswaarde van kunst en culturele expressie ligt dan ook niet enkel in de economie die rond culturele productie ontstaat, maar heeft vooral te maken met wat de Commonwealth Foundation ‘het bevrijdende proces van culturele expressie’ noemt.
In het recente rapport Putting
Als we hulp beperken tot voedsel en gezondheidszorg, behandelen we mensen als vee. Koeien hebben enkel behoefte aan graasland, water en vaccinaties tegen ziekten.
Culture First. Commonwealth Perspectives on culture and development
argumenteert de organisatie dat het belang van een omgeving waarbinnen culturele en creatieve uitdrukkingen kunnen floreren duidelijk wordt als je ‘culturele expressie door kunst, artisanaat, muziek, drama, verhalen en performance niet enkel begrijpt als uitdrukkingen van een al bestaande cultuur, maar ook als een manier waarop vloeibare culturen zichzelf op een dynamische wijze bevragen en veranderen’. De culturele sector verdient ondersteuning, met name in ontwikkelingslanden, want ‘het is pas wanneer mensen hun eigen verhalen kunnen vertellen, kunnen reflecteren op hun eigen boodschappen en creatieve discussies kunnen aangaan over hun eigen samenleving dat ontwikkelingsinspanningen echt vrucht kunnen beginnen dragen’.

De Congolese choreograaf Faustin Linyenkula omschreef dat wat minder ambtelijk tijdens een gesprek dat we vorig jaar met hem hadden in Kinshasa: ‘De Congolezen leven temidden van de ruïnes –en dan heb ik het niet alleen over fysieke ruïnes, maar ook over de verwoestingen in het hoofd van de mensen. Daarom is de behoefte zo groot aan ruimtes waarin opnieuw gedroomd kan worden. Ruimtes waarin ook aan kritische zelfbevraging gedaan kan worden. We moeten blijven dromen, ook al staan we tot aan onze knieën in de stront. Natuurlijk is het belangrijk dat iedereen, eindelijk, weer genoeg te eten zou hebben. Maar we moeten meer durven verwachten. En dus is kunst –verontrustende kunst– meer dan ooit noodzakelijk.’

de onmeetbaarheid van verontrusting


Er is in het Zuiden geen gebrek aan artistieke initiatieven die proberen om zowel economische meerwaarde en tewerkstelling als maatschappelijke verbondheid of kritiek te produceren. Kunstenaars maken nu eenmaal graag de kwadratuur van de cirkel. Dat blijkt uit de geciteerde rapporten, uit de projectverslagen van Africalia of vergelijkbare actoren uit het buitenland en uit de verhalen van organisaties zoals KVS en Music Fund. Wat wél ontbreekt, is een aangepast beleidskader om die initiatieven te ondersteunen op langere termijn en vanuit een aangepaste logica.
Els van der Plas, directeur van het Nederlandse Prins Claus Fonds voor Cultuur en Ontwikkeling: ‘In ontwikkelingskringen worden kunst en cultuur vaak gesteund als ze andere doelen nastreven: het bestrijden van armoede, voorlichting geven over aids, het verminderen van analfabetisme, enzovoort. Het lijkt vreemd deze doelen te koppelen aan culturele instellingen. In Nederland steunen we het Rijksmuseum en het Concertgebouw (…) niet omdat ze aan aidsbestrijding doen. Dat moeten we dan ook niet van culturele instellingen en personen in arme landen eisen.’

Van der Plas besluit dat cultuur een doel op zich is en niet een middel tot iets anders. Misschien. Als het Vlaams ministerie voor Cultuur een aantal artistieke projecten in Kinshasa of Johannesburg steunt, gaat die redenering onverkort op. Maar als de Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking via Africalia steun geeft aan initiatieven in Burkina Faso, Kenia of Congo, dan is het niet abnormaal dat gevraagd wordt naar de ontwikkelingsrelevantie van die steun.
Alleen is de maatstaf die gebruikt moet worden voor artistieke projecten een andere dan voor infrastructuur, sociale organisatie-opbouw of het realiseren van concrete deelaspecten van de Millenniumdoelstellingen. Hoe meet je immers verontrusting? Of reflectie op de eigen verhalen? Als die processen plaatsvinden in de context van uitgesproken repressie, is dat nog mogelijk, dat merken we in Zimbabwe vandaag. En daarvoor is vlot steun te vinden.
Maar het is ook belangrijk om in schijnbaar stabiele samenlevingen nieuwe scenario’s te schrijven, confronterende beelden te tonen, een tegenstem te zingen. Om verder te reiken dan de armoede die mensen al generaties gewoon geworden zijn. Een goed cultuur- en ontwikkelingsbeleid, zegt Els van der Plas nog, ‘heeft misschien wel meer invloed dan het sturen van troepen of politieke delegaties naar probleemgebieden.’

Met dank aan Bjorn Maes van Africalia voor de research.
Gie Goris is hoofdredacteur van MO* en voorzitter van Africalia.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.