L’état, c’est qui?

1929 staat er de bakstenen muur te lezen van het oude vervallen ogende gebouw dat ooit een deel van de koloniale administratie geherbergd moet hebben.  In Irumo zijn we aanbeland, een eind weg van Bunia in de richting van Kisangani. 

  • Brecht Goris Guy Poppe Brecht Goris

In de tijd was het een districtshoofdplaats, nu een vergane glorie.  Maar de koloniale gebouwen staan er nog, ingenomen door onbestemde administratieve instellingen van de République Démocratique du Congo, waarvan zelfs de aanwezige ambtenaren niet goed weten wat ze er uit moeten spoken.  Afgetakelde gebouwen, in gebruik genomen door een staat tot ze uitgeleefd zijn.  Een staat die zich ent op wat ooit in het verleden bestaan heeft en dat zal doen tot het vergaan is.  Zo heb ik de staat altijd gekend in Congo, zo herken ik hem in Irumo.

Maar de Congolese staat is zich aan het heruitvinden.  We passeren de in keurig blauw en geel geschilderde nieuwe gebouwen van FONER, waar geüniformiseerde agenten heuse ontvangstbewijzen schrijven voor de péage die ze innen.  FONER staat voor Fondation National pour l’Etablissement des Routes.  Met dat nieuwe systeem kun je uitpakken als je buitenlandse gasten diets wil maken dat de staat problemen als het herstel en de onderhoud van de wegen aanpakt, in plaats van alles op zijn beloop te laten en te laten verloederen.

De inning van tolgeld op de Congolese wegen gebeurt dus tegenwoordig door een nationale instantie.  Voor we in Béni aanbelanden, hebben we vier keer moeten stoppen voor zo’n tolslagboom.  In totaal hebben we 12 US $ betaald plus wat kleinere biljetten weggegeven aan een niet al te officieel uitziende beambte.  “Des dépenses inutiles”, zegt Willy achteraan in de auto maar Charles, aan het stuur, steekt hem toch enkele briefjes toe.  Achteraf geven ze elkaar gelijk, de twee Congolezen, en vragen ze zich af wanneer de in de grondwet ingeschreven decentralisatie er eindelijk komt en hoe dat nationaal geïnde tolgeld ooit terug hier in het Ituri-district in het oosten van hun land geraakt om waar nodig de weg iets berijdbaarder te maken ?  De fietsers die halve boomstammen en grote zakken houtskool vervoeren zouden dat best leuk vinden.

Als we op 45 km van Béni op een onvervalste asfaltweg terechtkomen, ontspint zich tussen de twee een discussie over de Chinezen.  Dit is hun werk.  Maar of ze dit stuk van het wegennet als eerste aan moesten pakken ?  Ze gaan ervan uit dat er in de hogere politieke sferen in Kinshasa een of andere hoge ome Béni bevoordeeld heeft.  Een minister als Mbusa bijvoorbeeld. Ik heb hem er nog ontmoet als rebellenleider, acht jaar geleden is dat al.  Zijn broer, een plaatselijke tycoon, is er tijdens de oorlog vermoord.

Dit stuk van Congo oogt anders dan een jaar of twee terug toen ik hier voor het laatst was.  De staat manifesteert zich, met nieuwe instellingen en nieuwe verwezenlijkingen.  De Congolezen maken de herschepping mee van iets dat ze jarenlang niet meer gekend hebben, een staat.  “Un Congolais qui aime son pays, paie ses impôts librement”, heb ik ‘s morgens op de voorgevel van de belastingdienst in Béni gelezen.

Maar tegelijkertijd blijven naast dat proces van staatsvorming de oude patronen van kracht.  L’état bidon overleeft, de staat die doet alsof hij echt is.  Die nieuwe instanties in het leven roept voor van alles wat in de ogen van buitenstaanders modern en efficiënt lijkt.  Ruimte voor nieuwe tracasseries, zegt Valère ons ’s anderendaags in Butembo.  “Ze ruiken waar geld zit en ze komen innen ?”, vraag ik hem.  Hij knikt van ja, de ironie zit niet in zijn stem maar in zijn ogen.

In Kyondo, 20 km buiten Butembo, heeft “Gorilla Organisation” een centrum.  De nazaten van Diane Fossey vertellen ons dat we het Virungapark niet in kunnen om er de laaglandgorilla’s op te zoeken.  Er zijn er de laatste tijd te veel gestorven en ze willen eerst de oorzaak daarvan kennen.  Bovendien zijn er onderweg Maji Maji milities gesignaleerd.  Wij betalen de rangers, vertelt Odilon ons, anders zou er niemand de gorilla’s beschermen.  We nemen die taak van de staat over, zo bevestigt hij mijn opmerking.  “De staat zou zich beter ook wat meer met de veiligheid in de streek bezighouden”, voegt zijn medewerker langs zijn neus weg eraan toe.

Op de terugweg naar Butembo kruisen we piepjonge scholieren met elk een stuk brandhout op het hoofd of op de schouder.  Charles legt het me uit : als iemand de scholieren voor een karweitje wil inschakelen, betaalt hij un petit rien aan de school en klaar is kees.  Vanuit Kinshasa komt het geld voor het onderwijs niet, dus moeten schooldirecties het op die manier oplossen.

Staatsvorming in Congo of schone schijn ? 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.