Latijns-Amerika wil clusterbomvrij worden

Tweeëntwintig landen engageerden zich met plannen voor een internationale conventie die clusterbommen moet verbieden. De aanzet daartoe werd in februari gegeven in Oslo en het proces moet eind 2008 zijn afgerond, zei de Peruaanse plaatsvervangend minister van Defensie Fabián Novak. In totaal zijn nu 68 landen bij het proces betrokken.
“Er zijn stappen gezet in de richting van wettelijke bescherming van mensen tegen clustermunitie”, zei Novak. In een toekomstig verdrag zal gebruik, productie en opslag van clustermunitie waarschijnlijk verboden worden. “Tijdens de volgende bijeenkomst in Costa Rica zullen we verder werken aan een consensus die ervoor moet zorgen dat Latijns-Amerika het eerste continent wordt dat helemaal vrij is van clusterbommen.” De eerstvolgende internationale bijeenkomst over het concept-voorstel is in december in Wenen.
De conferentie in Lima werd georganiseerd op initiatief van Peru, als vervolg op het ‘Osloproces’. Ondanks de goede bedoelingen bezit Peru nog wel clustermunitie: de Peruaanse luchtmacht heeft achttien Sukhoi-25-vliegtuigen met Russische RBK-500 clusterbommen en twaalf vliegtuigen van het type Mirage-2000, met Spaanse BME-300 bommen. Militaire bronnen zeggen echter dat de meeste clustermunitie bedoeld is voor het vernietigen van landingsbanen en niet voor gebruik in bewoonde gebieden.
Een clusterbom is een granaat of raket die honderden kleine bommen afwerpt, verspreid over een groot gebied. De bommen kunnen vanuit vliegtuigen en vanaf de grond gelanceerd worden, en zijn moeilijk te onderscheppen. Tussen 5 en 30 procent van de munitie explodeert niet, wat jaren later nog gevaren kan opleveren voor burgers. Volgens Handicap International leven zo’n 400 miljoen mensen in gebieden waar niet-geëxplodeerd materiaal van clusterbommen ligt. Vaak worden kinderen slachtoffer van de explosieven, omdat zij die niet als bommen herkennen.