Leven in een land zonder grenzen

Op het tafeltje ligt een bril en een GSM. Baly Othmani kan zijn glimlach nauwelijks verbergen: “Zie me hier eens zitten: als ik mijn wereld verlaat, kan ik deze moderne hulpmiddelen niet eens meer missen. En dat voor een kind van de woestijn … Misschien is dat het grote probleem van de mensen. Wij zijn slaaf van onze uitvindingen geworden, de machines beheersen ons, de harmonie ontbreekt.” Mark Vandommele trof deze Toeareg-kunstenaar in het stemmige café van het Zuiderpershuis.
“Ons leven is verbonden met de woestijn en dat merken we pas goed als we ons leefgebied verlaten. We horen niet meer door het lawaai, we zien nauwelijks iets, er zijn te veel obstakels, en we kunnen niet meer voortgaan op de geuren waardoor we onze koers verliezen. De stilte van de woestijn heeft ons leren luisteren en waarschuwt ons. Ondanks de felle zon kunnen we zelfs de kleinste verandering opmerken, we ruiken het water. En dat is van levensbelang. Ik kan maar niet begrijpen hoe onzorgvuldig jullie hier met water omspringen, het achteloos verspillen … Water is leven. Als wij met onze karavaan door de woestijn trekken, hebben we altijd water bij. Maar we beroeren het zo min mogelijk: het is de druppel die ons kan redden, dus sparen we het zolang mogelijk op en zoeken naar een bron. Velen noemen ons nomadisch leven primitief. Voor mij is het een eretitel, het betekent dat wij nog de kern van het menszijn beleven, en het zou goed zijn als de moderne maatschappij daarover eens nadenkt …”

“Natuurlijk is de vooruitgang boeiend, het is goed dat we de mogelijkheden ontwikkelen om het leven aangenamer te maken. Maar de wielen van onze levensauto draaien niet in dezelfde richting. Het is wellicht vreemd, maar veelal is de opvoeding vandaag veel waziger dan in de traditionele maatschappijen, er is veel meer onwetendheid, ondanks de opgedane kennis …”

Volk zonder land, zonder grenzen
Baly Othmani, schrijver en componist, blijft trouw aan zijn identiteit – zo benadrukt hij. Daarom zit hij in het Zuiderpershuis in traditionele woes-tijnkledij: bescherming tegen hitte, wind en kou, zich goed voelen in zijn vel. Geen imitatie, maar echt. De Toeareg zijn een volk, maar zonder land. Hun ‘regio’, grotendeels woes-tijn, strekt zich uit over Algerije, Mali, Libië, Niger en Burkina Faso. Eeuwen-lang draaide hun nomadische leven rond de karavanen die van Noord naar Zuid trokken, door de woestijn, van Algerije tot Nigeria. Zout was het belangrijkste product, maar ze hadden ook hun kuddes runderen, geiten en schapen, ze verhandelden leer en wapens, ze kochten en verkochten op hun lange weg van de Hoggar tot in Kano, een tocht op het ritme van het regenseizoen, van waterput naar wa-terput. Ze waren ook gevreesd, want hun zorgvuldig opgebouwd bestaan kon niet zonder slaven – ‘dienaars’ – zeggen ze zelf.
De Toeareg behoren tot de Berberfamilie, maar Baly Othmani hoort die naam liever niet. “De Romeinen noemden ons ‘Barbaren’, wat later ‘Berber’ werd. Wij zijn de Kel Tamashek, het volk dat Tamashek spreekt. En zo bar baars zijn we ook niet, al eeuwen hebben we ons eigen schrift, het Tifinagh, ver-want aan het Assyrische spijkerschrift. Behoefte aan een eigen staat hebben we niet. En dat is ons probleem. We hebben een identiteit, maar willen geen identi-teitskaart. Om mijn familie te bezoeken - in de vier landen waar de Toeareg leven - heb ik vier visa nodig. Grenzen zijn voor ons zeer abstracte begrippen. Elk land kent zijn eigen gevoeligheden.”

Japanse kamelen
“Voor de Toeareg was de onafhankelijkheid van de Afrikaanse staten een ramp: we zaten gevangen binnen nieuwe gren zen. In Libië worden de Toeareg sinds kolonel Khaddafi enkel nog als ‘Libiërs’ erkend, in Niger wordt hen de toegang tot de hoofdstad Niamey belet – “als je in ‘brousse’ wil leven, blijf dan in de brousse”. In Mali vechten ze al jaren voor enige autonomie in het gebied ten oosten van Gao. Hoe erg dat is, kan je maar begrijpen als je weet dat elke Toeareg zich richt naar zijn familie, zijn clan, met zijn eigen raad van wijzen. Tot overmaat van ramp kwam na de onafhankelijkheid ook nog de grote Saheldroogte (1968-1972). Duizenden Toeareg verloren hun kuddes, precies omdat ze niet meer de grens over konden op zoek naar water. En dat viel samen met het vervangen van onze kamelen door de ‘Japanse’ kamelen, de Toyota-pick-ups. Onze rijkdom en investeringen, de kuddes, verdwenen. Wie rijk was, zoals de Toeareg-adel, werd straatarm. Geen revolte, maar droogte gooide de hele opbouw van onze maat-schappij omver. Sommige nomaden zijn sedentair gaan leven. In vele gevallen werd het een ramp. Onze tradities zijn niet gericht op een dergelijk leven, jongeren verloren hun identiteit, meisjes werden aan hun lot overgelaten.”

Op zoek naar een nieuw bestaan
Algerije deed pogingen om de Toeareg een nieuw leven te geven. De sedentarisatie werd er gekoppeld aan ‘beperkt’ rondzwerven. Ze kregen nieuwe putten en jongeren kregen de kans om te studeren. “Toch zullen er altijd nomaden zijn, het is een natuurlijke instelling. De nomade is een mens die zich aanpast aan de natuur, alle zintui-gen zijn gericht op de natuur. Een mens die de natuur alleen maar gebruikt voor eigen gewin, verliest niet enkel het milieu, maar ook de essentie van het menszijn. In steden verliezen wij onze eigenheid. Daarom moeten wij onze eigen tradities beter leren kennen en hertalen naar onze huidige situatie. Als artiest – schrijver en componist – wil ik onze geschiedenis blijven herhalen. Herinneren wie we zijn, wat we zijn en wat we doen. Het levend geheugen zijn van ons volk. We moeten over onze situatie durven nadenken. Ik geloof dat we op een verkeerde weg zitten en als we niet opletten, zijn we tot verdwijnen gedoemd. De consumptiemaatschappij tast ons aan, zoals ze de hele wereld aantast. We moeten bijblijven met de moderne wereld, maar we moeten ook onszelf blijven binnen een waardevolle traditie. Onze jongeren moeten niet kiezen tussen traditie en moderniteit, wel met welke identiteit ze in dit leven willen staan op weg naar een harmonieuze ontwikkeling. Mijn dochter geeft les Engelse literatuur, mijn oudste zoon geeft Franse literatuur en de jongste heeft zich de informatica eigen gemaakt. Dat is hun moderne kant. Hun traditionele levenswijze is de harmonie van het woestijnleven, de waardering voor de kostbaarheid van water, van het zien en horen, zonder grenzen, zonder obstakels.”

Vrouwen , slaven en democratie …
De Toeareg-maatschappij komt een buitenstaander vreemd en verwarrend over. Er is een matriarchale en een patriarchale structuur. Maar dat hangt ook samen met het nomadenleven. “Van oudsher bleef de vrouw het vaste punt in het nomadenbestaan. Zij bleef thuis, terwijl de mannen en de jongeren maanden op weg waren met de zoutka-ravanen en de kuddes. Zij onderwees de kinderen, leerde hen schrijven en maakte hen wegwijs in het taalgebruik – naast het Tamashek heeft elke clan immers ook nog eigen ‘geheimwoorden’. Toen de Toeareg moslim werden, bleef dit zo: wat logisch is, wordt door de islam geaccepteerd. Er zijn geen verschil–len tussen man en vrouw, elk heeft zijn rechten en plichten. De vrouw is de koningin van de familie. De Toeareg hebben het geloof van de ko-ran aangenomen, maar we zijn niet ‘geïslamiseerd’, we zijn moslims, maar hebben onze oude tradities in het geloof verwerkt. Islamisme heeft bij ons dan ook totaal geen betekenis.”

Een ander heikel punt is de slavernij. Om hun levenswijze in stand te hou-den, om te voorzien in mankracht voor de kuddes en de karavanen hielden de Toeareg er traditioneel zwarte slaven op na. De razzia’s van de Toeareg werden in vele populaire romans van de vorige eeuw verwerkt. Ze gaven trouwens een morele grondslag aan het Europese koloniaal avontuur in West-Afrika. Baly Othmani reageert: “Mijn vader was een edelman, mijn moeder een slavin. Zelf behoor ik nog tot de Toeareg-adel. Slaven waren bij ons geen ‘bezit’, maar ‘dienaars’. Ze moesten netjes wonen, goed gekleed gaan en behoorlijk worden gevoed. Zij hadden hun taak: van landbouw en veeteelt tot en met het onderricht en de opvoeding van de kinderen. Er was een regel waaraan niet werd getornd: geen Toeareg zou eten voor zijn dienaars hun maaltijd hadden gekregen. Wie goed gevoed is, kan beter dienen. De dienaars waren ook de smeden en de wapenmakers. Toeareg zijn wel trots, ze vernederen zich niet voor anderen. Wij zijn bijvoorbeeld geschokt als we mensen zien buigen voor andere mensen. Het is zoals een Toeareg-tent: de vier pijlers moeten recht staan, anders is ze onstabiel.”

Theecultuur
Die trots vertaalt zich ook in de relaties tussen de diverse stammen, clans en families. De Toeareg leven in een confederaal verband, waar elke clan zijn eigen ‘wijzen’ heeft, een soort van lokaal parlement. “Wijzen oordelen over geschillen, geven raad. Om bij de wijzen te horen, speelt leeftijd geen rol. De wijzen mengen zich onder de mensen, discussiëren met hen, leggen problemen voor en luisteren. In dat kader is onze ‘theecultuur’ erg belangrijk, het is een opvoedkundig seminarie. Op een rustige wijze worden problemen aangekaart, gewikt en gewogen, en antwoorden gegeven. Van jongs af zitten kinderen mee in de kring. Ook de contacten tussen de diverse families verlopen op die wijze. Voor nomaden is het belangrijk elkaar niet voor de voeten te lopen. Bij het verlaten van een gebied geven we informatie door. Zo weten we waar iedereen zich bevindt. En over water maken we afspraken om conflicten te vermijden: water is immers een goddelijke gift voor iedereen.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.