Liberiaanse vluchtelingen willen niet terug

40.000 Liberianen vluchtten in december 1989 naar buurland Sierra Leone toen een burgeroorlog uitbrak in Liberia. Sinds in 2003 de vrede werd getekend keerden 18.000 Liberianen terug, de rest bleef in Sierra Leone.
Het vluchtelingenagentschap hoopt tegen juni nog 15.000 Liberianen uit Sierra Leone te kunnen repatriëren, daarna loopt het repatriëringsprogramma van het VN-agentschap af. De meeste Liberianen die in Sierra Leone verblijven, zijn afkomstig van de noordelijke gebieden van Liberia. Dat gebied kreeg het het zwaarst te verduren tijdens de 14 jaar durende burgeroorlog.
“De meerderheid van de vluchtelingen zien het niet zitten om terug te keren. Hun huis is vernield en ze weten niet waar ze moeten wonen indien ze terugkeren”, zegt Fallah Sollie, het hoofd van een vluchtelingenkamp in Sierra Leone, aan het VN-agentschap IRIN. “We hebben duidelijk gemaakt aan het UNHCR en de verschillende overheden dat we niet kunnen terugkeren indien er te weinig huizen, ziekenhuizen en wegen zijn.”
Volgens het UNHCR is de wederopbouw in het noorden van Liberia langzaam op gang aan het komen. De inwoners bouwen terug huizen met behulp van klei, bakstenen uit modder en palmbladeren. “Sommigen van ons hebben niet gewerkt in Sierra Leone. We leefden van hulpgoederen in de kampen en daardoor hebben we geen geld om een huis te bouwen”, zegt Sia Kendor, een moeder van vier die al meer dan vijf jaar in een kamp woont in Sierra Leone.
Wanneer het VN-programma voor repatriëring ten einde loopt, zullen ook de kampen in Sierra Leone moeten verdwijnen. De overheid van Sierra Leone is alvast begonnen met een plan om de vluchtelingen te integreren en over te brengen naar dorpjes en steden in het land.
Vluchtelingen die alsnog zijn teruggekeerd naar Liberia zeggen dat ze liever in hun thuisland zitten dan in een kamp in Sierra Leone: “Ik miste Liberia en het is heerlijk om terug thuis te zijn”, zegt Bendu Massaley, een vluchteling die vorig weekend terugkeerde naar Liberia. “Dit is ons land en we moeten het heropbouwen, en dat kunnen we niet als we elders verblijven.”