"Lof VN voor opiumbestrijding in Myanmar misplaatst"

De Verenigde Naties doen er goed aan de militaire machthebbers in Myanmar (Birma) niet te veel lof toe te zwaaien voor hun succesvolle campagne tegen de teelt van papaver, een grondstof voor opium en heroïne. Op lokaal niveau financieren commandanten hun activiteiten nog altijd met opbrengsten uit de opiumhandel, zeggen mensenrechtenorganisaties en vertegenwoordigers van het Shan-volk.
Zolang de band tussen het leger en de opiumhandel blijft bestaan, zijn de inspanningen van de Verenigde Naties tot mislukken gedoemd, zegt Kheunsai Jaiyen van het Shan Herald Agency for News (SHAN), een in Thailand gebaseerd persorgaan dat zich richt tot de etnische Shan in het noordoosten van Myanmar.
In een VN-rapport over drugs, dat in juni van dit jaar verscheen, wordt Myanmar geprezen voor de reductie van de oppervlakte voor papaverteelt met 35 procent tegenover 2006. Uit het hars van de onrijpe papaverbollen wordt opium gewonnen, dat op zijn beurt als grondstof dient voor de harddrug heroïne. De voorbije tien jaar verminderde de papaverteelt in Myanmar met 83 procent, wat heel wat internationale sympathie opleverde voor de militairen die in 1962 aan door een staatsgreep aan de macht kwamen in het land dat toen nog Birma heette.
“In de gebieden onder controle van het Myanmarese leger wordt meer opium dan ooit geteeld”, zegt Jaiyen, “Voor 1998 waren er 33 militaire bataljons in het gebied van de Shan, nu zijn het er 141.” Het verband met de opiumteelt en de troepensterkte is volgens hem een gevolg van de politiek van de militaire leiders in de hoofdstad Rangoon: “Elke eenheid moet ter plaatse geld vinden voor om haar uitgaven te dekken. Dat doen ze met de handel in drugs.”
Mensenrechtenorganisaties hebben zo ook hun bedenkingen bij de ontwikkelingsprogramma’s waarmee de VN een alternatief inkomen willen zoeken voor de 250.000 tot 300.000 mensen die betrokken zijn bij de opiumteelt het Shan-gebied. “De mensen mogen niet kiezen welk project hen het beste lijkt, de projecten worden vaak van bovenaf opgelegd”, zegt David Scott Mathieson, die in Myanmar werkt voor Human Rights Watch.
Het VN-bureau voor Misdaad- en Drugsbestrijding (UNODC) werkt in de streek samen met het Wereldvoedselprogramma (WFP) om de gezinnen te helpen die zijn overgeschakeld van papaver naar een andere teelt. Sommigen hebben door de overschakeling tot zestig procent van hun inkomen verloren.
Daarbij loopt niet alles van een leien dakje “We kunnen alleen werken waar het leger ons de toestemming geeft”, zegt een woordvoerder van het WFP, “Wegversperringen en checkpoints maken het erg moeilijk om voedsel te transporten en dat is erg lastig voor de boeren die zijn overgeschakeld op nieuwe producten.”
Ook het UNODC geeft toe dat de restrictieve klimaat en de latente onrust in Myanmar het werk bemoeilijken: “Zonder vrede en stabiliteit kunnen we de papaverteelt niet uitroeien”, zegt Xavier Bouan, de vertegenwoordiger van het agentschap in Myanmar

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.