Lokalisering als antwoord op globalisering

Tulpen uit Thailand of liever uit Amsterdam? ‘Amsterdam of nog dichter bij huis’, antwoordt een groep leidende andersglobalisten op die vraag in een nieuw boek. Hun economisch alternatief bestaat niet uit één enkel model dat zich tegenover de vrije markt stelt, maar uit een politiek-economisch regime dat verschillende modellen toelaat.


Neen, het staat niet in de sterren geschreven dat China de fabriek van de wereld wordt. Neen, het is niet onvermijdelijk dat in de Wereldhandelsorganisatie wordt beslist of er in Vlaanderen of Nederland nog toekomst is voor boeren. Dat zijn politieke keuzes die volkeren van de wereld zelf moeten kunnen maken. Dat vinden de intellectuelen van het Internationaal Forum over Globalisering (IFG). Het merendeel van deze vooraanstaande andersglobalisten komt uit de Verenigde Staten, al maken met Vandana Shiva of Walden Bello ook bekende Aziaten deel uit van het IFG. Met hun boek ‘Alternatives to Economic Globalization. A Better World is Possible’ reageren ze op de kritiek dat andersglobalisten wel altijd gebreken van de globalisering blootleggen maar zelf niet met een coherent alternatief komen.

Centraal in het boek staan de tien fundamentele principes die volgens de auteurs nodig zijn voor een andere, duurzame wereld. Enkele van die principes, zoals mensenrechten, het voorzorgsprincipe, rechtvaardigheid of ecologische duurzaamheid, genieten brede erkenning. Vier andere principes onderscheiden de voorstellen van het IFG van andere andersglobalisten omdat ze allemaal op een of andere manier staan voor ‘lokalisering’.

Nieuwe democratie wil meer macht geven aan de mensen die de gevolgen van beslissingen dragen. De auteurs geloven dat de kwaliteit van de beslissingen daardoor zal verhogen: “Groepen die de gevolgen van houtkap aan den lijve ondervinden, zullen bossen anders beheren dan globale ondernemingen die enkel verantwoording verschuldigd zijn aan verre aandeelhouders, die door de structuur van de naamloze vennootschap nooit echt aanspreekbaar zijn voor wat in hun naam duizenden kilometer verder gebeurt.” Subsidiariteit - beslissingen worden zoveel mogelijk genomen op het lokale niveau - is verwant met het vorige principe. Beide elementen werken volgens de auteurs twee verdere principes in de hand: diversiteit (cultureel, economisch en biologisch) en voedselveiligheid (waarvoor vooral de lokale voedselproductie moet gestimuleerd worden).

De kernidee is volgens eindredacteur Jerry Mander dat beslissingen niet of minder in ongrijpbare internationale organisaties als de WTO of transnationale bedrijven worden genomen, maar door de betrokken mensen en door de regeringen die deze mensen hebben verkozen. Om dat mogelijk te maken, moeten er op een of andere manier beperkingen komen op de vrijheid waarmee geld en goederen zich nu over de planeet kunnen bewegen. Alleen zo kunnen verschillende economische modellen naast mekaar gedijen, zoals dat bijvoorbeeld het geval was in de jaren zestig en zeventig. De auteurs zeggen dat ook met zoveel woorden: kapitaal dient verankerd of ‘geaard’ te worden in lokale gemeenschappen - kapitaalcontroles dus - en landen mogen zelf beslissen hoe hoog de invoertarieven zijn waarmee ze hun economie willen beschermen tegen buitenlandse concurrentie.

Het boek is het resultaat van meerdere jaren van discussies, e-mailuitwisselingen, bezinking en het luisteren naar meningen in Latijns-Amerika, Azië en Afrika. De auteurs maken zich daarom sterk dat hun ideeën aangepast zijn aan de noden van de ontwikkelingslanden. Toch is het maar de vraag of landen als China en India, die nu pas goed de neus aan het venster van de wereldeconomie steken, oren zullen hebben naar lokalisering. Beschikken zij nu niet net over de troeven om het Westen aan te pakken met de vrijhandelsmantra waarmee het zelf al twee decennia lang de ontwikkelingslanden achtervolgt?

De auteurs vinden dat de opkomst van een andersglobalistische beweging en de verkiezing van een reeks centrumlinkse presidenten in Latijns-Amerika een signaal zijn dat er wel degelijk een sterke stroming tegen de huidige liberalisering bestaat. Bovendien erkennen ze dat veel afhangt van toekomstige evoluties. Naarmate globalisering leidt tot maatschappelijke en ecologische schokken, zal het draagvlak voor een andere aanpak groeien.

Een ander heikel punt is hoe het recht op bescherming van de diverse economieën kan worden ingebed in een stabiele internationale orde. Hoe voorkom je een destructieve spiraal van protectionisme en van onenigheid? De auteurs erkennen dat dit niet van een leien dakje zal lopen. Ze denken dat de opbouw van zo’n nieuwe orde - en de daarmee samen hangende internationale instellingen - decennia zal vergen. (JV/PD)

Alternatives to Economic Globalization, John Cavanagh and Jerry Manders, editors, Berrett-Koehler Publishers, San Francisco, 409 pg.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.