Lula breekt lans voor biobrandstoffen

Lula noemde Ziegler, de speciale VN-rapporteur voor het Recht op Voedsel, een ‘palpiteiro’, een Braziliaans-Portugese term voor iemand die zijn mening ventileert over een thema zonder het goed te kennen. “De biobrandstoffen zijn niet de slechteriken die een bedreiging vormen voor arme landen”, zei Lula voor vertegenwoordigers van 33 Latijns-Amerikaanse landen. “Het zijn niet de arme landen die verantwoordelijk zijn voor de stijging van de olieprijs en de uitstoot van koolstofdioxide (een gas dat bijdraagt tot het broeikaseffect, nvdr)”.
De Braziliaanse president zei verrast te zijn over “de poging om een relatie van oorzaak en gevolg te construeren tussen de ontwikkeling van biobrandstoffen en de schaarste van voedsel of de stijging van de voedselprijzen.” “Mijn verrassing wordt nog groter wanneer ik moet vaststellen dat weinig mensen oog hebben voor de impact van de brandstofprijs op de transportkosten en de productie van meststoffen.”
“Nog minder mensen wijzen op de schadelijke en langdurige impact van subsidies en protectionisme (met name in rijke landen, nvdr), terwijl heel wat mensen kritiek hebben op de stijging van de voedselconsumptie in de meest dynamische ontwikkelingslanden, wat toch eigenlijk moet worden toegejuicht.”
“Het goede nieuws is dat steeds meer mensen meer en beter kunnen eten”, zei Lula, daarbij verwijzend naar de sterke stijging in de vraag naar voedingsmiddelen in China, India en Brazilië. In Brazilië krijgen elf miljoen arme families elke maand een korf met basisvoedingsmiddelen in het kader van Lula’s campagne om in zijn land de ‘nulhonger’ te bereiken.
De Braziliaanse president roep andere landen op om hetzelfde te doen en betreurde dat de internationale organisaties in die taak tekortschieten, omwille van “de verstoring van de markten door tientallen jaren van protectionisme en subsidies in rijke landen.”

Brazilië rijdt op bio

In Brazilië heeft tachtig procent van de voertuigen een motor die een mengeling van gewone brandstof en biobrandstof aankan, in verschillende verhoudingen. De benzine die er momenteel wordt verkocht bevat 25 procent bio-ethanol. Brazilië geeft ook steun aan de productie van biodiesel door kleine boeren, om het inkomen van arme families op het platteland te verhogen.
Tegen 2010 zal de productie van suikerriet voor ethanol en van oliehoudende planten voor biodiesel vijf procent van de Braziliaanse landbouwoppervlakte beslaan. In totaal heeft Brazilië 50 miljoen hectare landbouwgrond, een oppervlakte zo groot als Spanje. Volgens Brazilië kan 90 miljoen hectare in cultuur worden gebracht, zonder schade toe te brengen aan kostbaar natuurgebied. Het Amazonewoud beslaat 40 procent van Brazilië.
De FAO verspreidde op de conferentie een document waarin ze zegt dat “om een beleid inzake biobrandstoffen uit te tekenen eerst het recht op voedsel en de voedselveiligheid van de bevolking in rekening moet worden gebracht.” Volgens het document kan de FAO helpen om de “bio-energetische capaciteit van elk land in kaart te brengen” voor landen die geïnteresseerd zijn om biobrandstoffen te gaan produceren.