Machtswissel in Uttar Pradesh kan nare gevolgen hebben voor BJP

Dat de deelstaatregering van Uttar Pradesh vorige week gevallen is over de tempelkwestie, wil de BJP niet gezegd hebben. De partij houdt het er enkel op dat haar coalitiepartner er genoeg van had. Ook al was de opportunistische coalitie tussen de hindoenationalistische BJP en de Dalit-partij Buhajan Samaj (BSP) een onmogelijk huwelijk, toch was de vernielde Babri Masjid opnieuw de steen des aanstoot. Premier Mayawati (geleverd door de BSP) gaf als reden voor haar ontslag op dat ze het beu was dat de BJP haar onder druk zette om te verhinderen dat het tot processen zou komen tegen de BJP-kopstukken die beschuldigd worden van betrokkenheid bij de vernieling van de 16de-eeuwse moskee. Vice-premier L K Advani, minister van HR-Ontwikkeling Murli Manohar Joshi en andere hindoe-hardliners van BJP-signatuur zouden de fanatieke hindoes hebben opgeroepen tot de vernieling van de moskee.

Het dispuut tussen hindoes en moslims over de voor beide gemeenschappen heilige site in Ayodhya woedt al tien jaar. In 1992 vernielde duizenden fanatieke hindoes de Babri Masjid nadat ze daartoe waren opgezweept door hindoenationalistische leiders. Die beweren dat de moskee werd gebouw door islamitische bezetters op de plaats waar voordien een hindoetempel stond, gewijd aan de godheid Ram, die daar tienduizend jaar geleden geboren zou zijn.

De geloofskwestie domineert de Indiase politiek nog steeds. De schokgolven die de vernietiging van de Babri Masjid veroorzaakte, zijn nog steeds voelbaar. De spiraal van wraak en weerwraak zorgde in heel India voor een polarisering tussen de hindoemeerderheid en de moslimminderheid, tot aan de pogrom tegen moslims in de deelstaat Gujarat vorig jaar toe. De politieke deining die de tempelkwestie veroorzaakte, katapulteerde de BJP op het voorplan van de Indiase politiek. De hindoenationalistische partij verzilverde de polarisering tussen hindoes en moslims, eerst door overwinningen in de deelstaten en in 1998 op nationaal niveau. In december behaalde ze nog een overweldigende overwinning in de deelstaat Gujarat in een campagne die draaide rond ‘Hindutva’ of hindoehegemonie.

Maar de partij van premier Atal Vaypayee Atal Bihari Vayjapee ondervindt nu voor het eerst politieke schade van de bloedige rellen die de tempelkwestie met zich meebracht. Onder de nieuwe deelstaatregering van Uttar Pradesh kan de tempelkwestie zich zelfs helemaal tegen de BJP keren. De sinds donderdag regerende seculiere Samajwadi partij (die zich kon verzekeren van de hoogste post dankzij de steun van enkele andere partijen) wil de BJP-leden die vervolgd worden voor vermeende betrokkenheid bij de slooppartij uit 1992 geen hand meer boven het hoofd houden.

De belaagde BJP-kopstukken waren er tot dusver in geslaagd om de rechtszaken tegen hen op te splitsen en te vertragen met allerlei proceduremiddelen. Maar, toeval of niet, nu komt er plots schot in de zaak. Het persagentschap United News of India meldde gisteren (maandag) dat het Indiase hooggerechtshof in te gaan op het verzoek om een deel van de klachten tegen Advani en de anderen op te schorten. Dat verzoek was in mei ingediend door het Centrale Onderzoeksbureau (CBI), dat gecontroleerd wordt door Binnenlandse Zaken.

Na zijn eedaflegging op donderdag verklaarde de nieuwe premier Mulayam Singh Yada nadrukkelijk dat hij zich niet zou bemoeien met de rechtszaken omtrent de Babri Masjid. Yada verklaarde veelbetekenend dat hij in elk geval de mening zou vragen aan de partijen die zijn kandidatuur gesteund hadden - een verwijzing naar de Congrespartij, de erfvijand van de BJP.