Mandela Magic

Nelson Mandela wordt negentig jaar op 18 juli. Dat wordt gevierd, onder andere met een speciale Zuid-Afrikadag op de Gentse Feesten, een verjaardagskaartenactie van Linx+ en met Voor Nelson Mandela - Verhalen en voetnoten bij zijn negentigste verjaardag. Uit dat boek publiceert MO* de bijdrage van Peter ter Horst, een Nederlands journalist die zich afvraagt of de berichtgeving over Mandela wel opgewassen is tegen de onweerstaanbare uitstraling van de man die Zuid-Afrika naar vrijheid en democratie geleid heeft. Want zelfs reuzen en monumenten verdienen een kritische blik, niet?
Tot het belangrijkste genetisch materiaal van de journalist behoort het wantrouwen van de macht. Zonder wantrouwen geen afstand, zonder afstand geen onafhankelijke blik op de motieven van de machthebber. Zo hoor je te opereren vanaf de eerste dag dat je met blocnote en pen de wereld tegemoet treedt.
Totdat je op een persconferentie in Johannesburg naast een vrouwelijke collega zit die haar zoontje heeft meegenomen, omdat ze geen oppas heeft kunnen vinden. Totdat Nelson Mandela binnenschrijdt, stopt bij het jongetje van vier, voorover buigt, de miniverslaggever de hand drukt en zegt: ‘Ik ben blij dat je ondanks je drukke programma tijd hebt kunnen vinden om deze persconferentie te bezoeken.’
Presidenten hebben het meegemaakt, ministers, groupies van alle leeftijden, CEO’S van multinationals, zelfs aartsvijanden uit extreemrechtse blanke kringen: wie in de buurt van Nelson Mandela komt, dreigt te smelten. En waarom zouden journalisten ontsnappen aan de betovering? Ik heb het talloze malen gezien tijdens mijn correspondentschap in Zuid-Afrika, zoals tijdens deze persconferentie in het begin van de jaren negentig, toen Mandela nog geen president was. Of ze nu van The New York Times waren, Le Monde, het Chinese staatspersbureau, of The Independent –bij de meest geharde correspondenten vielen alle wapens uit handen als ze in Mandela’s dampkring kwamen. De Mandela Magic. De vraag die de lezer of televisiekijker zich achteraf terecht mag stellen: als de journalisten verblind waren, hebben we dan wel de waarheid gehoord? Is Mandela wie wij denken dat hij is?
Een van de onderbelichte kanten van Mandela is bijvoorbeeld zijn liefde voor dolfijnen. Hij heeft het me zelf verteld, op de raarste middag uit mijn leven.
Het was eind december 1991. Ik werkte drie maanden als correspondent in Zuid-Afrika. De naam Mandela had ik al honderden keren geschreven, want de ANC-leider stond anderhalf jaar na zijn vrijlating in het brandpunt van het nieuws. De onderhandelingen over een nieuwe grondwet met het laatste blanke regime waren net begonnen. Niemand kon voorspellen waar het zou eindigen: een vreedzame overgang van blank naar zwart bewind, of een burgeroorlog.
Een paar keer per dag wandelde ik naar mijn kantoor in het tuinhuis van mijn buurman, de Zuid-Afrikaanse journalist Allister Sparks, door de tuin die wij deelden, langs de tennisbaan, het zwembad, de bloemenperken met hun bedwelmende geuren. Blanke genoegens in Johannesburg. In de verte, op de veranda van het huis van mijn buurman, zag ik een oudere zwarte man met grijzend haar zitten. Hij was alleen, gekleed in zwart pak met das, en keek uit over de tuin. Roerloos.
Daar zit Nelson Mandela, dacht ik, en liep door. Daar zit Nelson Mandela? Ik stond stil, en keek opnieuw. Het wás Nelson Mandela. Zonder bodyguard. Later begreep ik dat hij hier was omdat hij tijdens zijn scheiding van Winnie van huis naar huis trok en bij vrienden logeerde. Voor mij was het een buitenkans. Een gesprek met Mandela was toentertijd zo zeldzaam als zwarte ministers. Maar ik was er zo vreselijk niet op voorbereid: ongeschoren, een korte kakibroek zoals de Boeren dragen, blote voeten, en een wild groen T-shirt met oranje dolfijnen.
Ik besloot het toch te proberen. Ik stapte op Mandela af, stelde me voor, en verontschuldigde me voor mijn informele kleding. ‘Helemaal geen probleem,’ zei hij, ‘dolfijnen zijn mijn lievelingsdieren. Ga zitten. Waar kun je zo’n T-shirt kopen?’
Het werd geen politiek diepte-interview, maar een praatje van een half uur op de veranda over van alles en nog wat. Ik was sprakeloos door zijn ontwapenende openheid, alsof we elkaar al jaren kenden. Hoe kon iemand zo ontspannen zijn, met de verwachtingen van miljoenen zwarten op zijn schouders, een merknaam voor verzoening die miljarden op de wereld kenden, aan de vooravond van een traumatische echtscheiding? Totaal relaxed, totaal zichzelf. Deze man had geen omgeving meer nodig, geen oordeel van anderen. Wat kon hem een ongeschoren gezicht schelen?
Het T-shirt was genoeg aanleiding voor Mandela om uitgebreid te vertellen dat hij eens een studie had gelezen over het gedrag van dolfijnen in Australië. ‘Het zijn zeer intelligente dieren. Ze zijn heel vriendelijk tegen mensen. Als we op Robbeneiland in de steengroeve werkten, zagen we ze weleens zwemmen.’ Alsof hij alle tijd van de wereld had, haalde Mandela herinneringen op over zijn 27 jaren in de gevangenis. Hij lachte toen hij vertelde dat hij op het eiland in een oude krant eens het menu las van het bruiloftsdiner van de Britse prinses Anne met Mark Philips. ‘Het hoofdgerecht was kreeft. Kreeft! Daar hebben we zo om gelachen. Wij kregen in de gevangenis op Robbeneiland zo vaak kreeft!’
Jaren later, aan de vooravond van mijn terugkeer naar Nederland, vertelde ik een vriendin van Mandela over de ontmoeting op de veranda. Ze vond het een prachtig verhaal. ‘Ik zit morgen naast hem aan een diner. Zal ik hem het T-shirt met de dolfijnen geven?’ Het leek me een mooi afscheid van Zuid-Afrika. Ze belde me na het diner. De president vond het T-shirt prachtig en had het dankbaar in ontvangst genomen. Van het gesprek op de veranda herinnerde hij zich weinig, eigenlijk niets. Ik werd bang dat het niet was gebeurd, dat ik het had gedroomd. Nog steeds, als ik Mandela op televisie zie, hoop ik stiekem dat hij het T-shirt met de oranje dolfijnen aanheeft.
Het probleem voor de journalistiek was dat Mandela niet volgens de gangbare termen te beoordelen viel. Toen hij in 1990 na 27 jaar uit de gevangenis kwam, was hij geen mens, maar een mythe, zorgvuldig opgebouwd en onderhouden door het ANC in ballingschap. Hij was geen politicus die in een gestage mars naar de top fouten had gemaakt of beloften had geschonden. Hij had geen principes opgeofferd voor politiek gewin, hij schiep geen vijanden. Mandela was niet opgeklommen, maar neergedaald.
Voor de zwarte bevolking van Zuid-Afrika was hij geen politicus, maar een verlosser, die zijn mensen naar vrijheid en welvaart zou leiden, die een eind zou maken aan het geweld, en die de apartheid zou begraven. De verwachtingen waren immens. In een krottenkamp ten oosten van Johannesburg kwam ik eens in een huisje van golfplaat, hout en hardboard. In het halfduister liet de bewoner me vier kamertjes zien waarin achttien mensen sliepen. Hij wees naar de poster van een breed lachende Nelson Mandela boven het tweepersoonsbed. Met een zwarte stift had hij eronder geschreven: MY BLACK JESUS.
Toen de blanco president zichzelf begon in te kleuren, verraste hij vriend en vijand met zijn natuurlijk leiderschap, zijn politiek instinct en zijn verzoeningspolitiek. Het lukte hem het ANC, een onmogelijke coalitie van sociaaldemocraten en stalinisten, dominees, bommenplanters en onderhandelaars, om te vormen tot een politieke partij met een gematigde onderhandelingsstrategie. Die leidde uiteindelijk tot een regering van nationale eenheid met de voormalige vijanden van de Nationale Partij. Daarbij durfde hij de koers te verleggen als hij het nodig vond, en zette hij de interne oppositie voor het blok.
Toen hij begreep dat de internationale economische verhoudingen niet meer die van de jaren zestig waren, ruilde hij eigenhandig het ANC-principe van nationalisatie van mijnen en banken in voor de vrijemarkteconomie. En hij leidde de partij terug naar de onderhandelingstafel, toen het geweld begin jaren negentig gevaarlijke proporties aannam. Het past in zijn visie op leiderschap, die hem is ingeprent tijdens zijn bijna adellijke opvoeding bij zijn stam in de Oost-Kaap. ‘Er zijn momenten dat een leider de kudde moet verlaten en voorop moet lopen, een nieuwe richting moet inslaan, omdat hij weet dat hij zijn volk de goede weg op leidt,’ zei Mandela eens.
Mandela, de patriarch, begreep en gebruikte zijn messianistische status. Hij had hoge normen voor anderen, en voor zichzelf. Wie er niet aan voldeed, kon hij bikkelhard laten vallen. Dan kreeg hij iets ijzigs en onbenaderbaars over zich, een glimp van de mentale hardheid die hij in de gevangenis moet hebben opgebouwd. ‘Als je zijn morele normen hebt overschreden, moet hij niets meer van je weten. De verachting van Mandela is vreselijk,’ legde een naaste medewerker me uit. President F.W. de Klerk, Mandela’s blanke tegenspeler, viel die kille behandeling ten deel. Mandela vond dat De Klerk bewust het geweld in de zwarte townships liet voortwoekeren. Hij vergeleek zijn mede-Nobelprijswinnaar voor de vrede met een nazi.
Een unieke man in een unieke tijd. Het was niet vreemd dat de media massaal vielen voor Mandela. Hij leidde het land weg van de apartheid, naar een democratie die weinigen voor mogelijk hadden gehouden. Zonder wrok bracht hij de verzoening tot stand met de voormalige blanke onderdrukkers, totdat hij in die kringen even populair leek als in de zwarte krottenkampen. Anders dan de meeste zwarten had hij op het Zuid-Afrikaanse platteland niet direct geleden onder blanke onderdrukking. Mandela had geen haat opgebouwd tegen blanken, zelfs niet in de gevangenis. Vergevingsgezind, wijs, humoristisch, bescheiden, een natuurlijk leider: Mandela was de mens die wij allemaal wel zouden willen zijn.
Mandela’s Magic heeft in mijn ogen velen wel het zicht ontnomen op het ANC. Ook in de media werd de morele verhevenheid van de leider geprojecteerd op zijn partij. Het ANC werd gezien als de hoeder van de nieuwe democratie, die in de geest van Mandela de verzoening zou koesteren. Zuid-Afrika zou daardoor nooit in de fouten vervallen van andere Afrikaanse landen na de dekolonisatie. Nu Mandela in de schemertijd van het leven is beland, blijkt die verwachting een illusie.
President Thabo Mbeki, de opvolger die niet Mandela’s voorkeur had (dat was Cyril Ramaphosa), heeft met een verstandig financieel-economisch beleid jaren van economische groei verzekerd. Maar hij heeft tevens een autocratisch bewind gevestigd, waar tegenspraak niet wordt geduld. Met een absolute ANC-meerderheid in het parlement is Zuid-Afrika de facto een eenpartijstaat geworden. Het ene na het andere corruptieschandaal binnen het ANC komt naar boven, want de politiek is voor velen de weg naar snelle rijkdom. Wie ertegen protesteert, wordt het leven in de partij onmogelijk gemaakt, zoals de verdreven blanke ANC-parlementariër Andrew Feinstein in zijn boek After the Party beschrijft.
Het ANC is niet de stabiele factor geworden waar Mandela op had gehoopt. Af en toe roert hij zich nog als het hem te gek wordt, zoals over het aidsbeleid van zijn opvolger. Maar Mandela’s stem deed er al niet meer toe toen de partij verwikkeld raakte in een smerige opvolgingsstrijd. Het ANC koos de van corruptie verdachte Jacob Zuma tot zijn nieuwe president, en mogelijk tot de volgende president van Zuid-Afrika. Het was een overwinning voor het populisme en, erger nog, voor etniciteit binnen een beweging die ruim honderd jaar lang haar kracht vond in het beginsel van non-racialiteit. Zuma afficheert zich als ‘honderd procent Zulu’, vertegenwoordiger van de grootste zwarte bevolkingsgroep. Dat is een regelrechte aanval op de geschiedenis en de principes van het ANC.
De verlosser kan er niets meer aan doen. Hij is van eergisteren, boegbeeld van een wonderlijke periode in Zuid-Afrika, waarin het land op ongelooflijke wijze ontsnapte aan een burgeroorlog. Waarin even de droom van de “regenboognatie” gloorde. Hij had de grootsheid om op tijd op te stappen als president, op een continent waar leiders liefst voor het leven regeren. Zijn nalatenschap is ongewis. In de geschiedenisboeken zal Mandela waarschijnlijk een eervolle plek krijgen als transitiefiguur, tussen het oude Zuid-Afrika van de apartheid en het nieuwe van…? Zimbabwe?
Veel Zuid-Afrikanen zullen af en toe terugverlangen naar hun eerste zwarte president. Die op zijn eerste dag in office die fameuze maatregel afkondigde: iedere ochtend twee boterhammen met pindakaas voor alle schoolkinderen. Zodat geen kind meer met honger naar school hoefde. Voor zo’n man val je toch, zelfs als journalist?
Voor Nelson Mandela - Verhalen en voetnoten bij zijn negentigste verjaardag
Mets & Schilt uitgevers, Amsterdam (
www.metsenschilt.com)
ISBN 978-90-5330-628-4
Distributie in België: Roularta Books (
www.roulartabooks.be)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.