Marcha Patriótica geviseerd in Colombiaanse vredesonderhandelingen

Édgar Sánchez verliet zaterdagochtend 10 november zijn favoriete broodjeszaak, toen twee mannen hem van dichtbij in het gezicht schoten. De 54-jarige Colombiaan was lid van Marcha Patriótica (MP), de enige politieke beweging die zich bereid heeft verklaard FARC-soldaten binnen hun gelederen op te nemen als er eenmaal vrede is bereikt.

  • Daniel Iannini/Elespectador.com Leden van de Marcha Patriotica. Daniel Iannini/Elespectador.com

Marcha Patriótica ontstond in 2010 als gezamenlijk initiatief van 1700 sociale en politieke organisaties. Zij hekelen de afhankelijkheid van buitenlands kapitaal en willen een vreedzame oplossing voor het gewapende en politieke conflict. Carlos Lozano, woordvoerder van MP sluit niet uit dat de beweging uitgroeit tot een politieke partij. Hij liet in oktober bovendien weten dat de FARC welkom is binnen de MP om politiek actief te blijven na een mogelijk vredesakkoord.

Colombia gaat al bijna vijftig jaar gebukt onder een gewapend conflict waarbij honderdduizenden doden zijn gevallen en miljoenen Colombianen op de vlucht zijn geslagen. Sinds november dit jaar onderhandelen de Colombiaanse regering en de guerrillabeweging FARC in de Cubaanse hoofdstad Havana opnieuw over mogelijke vrede. Eerdere vredesbesprekingen tussen beiden in de jaren tachtig en negentig sprongen voortijdig af.

FARC als politieke partij

Beide partijen zeggen voorstander te zijn van deelname van de FARC aan de landelijke politiek. Zo liet president Juan Manuel Santos eind september weten dat het onontkoombaar is om de guerrilla binnen de politiek een stem te geven op het moment dat de rebellen de wapens neerleggen. En voor de FARC is politieke participatie zelfs een harde voorwaarde voor vrede. ‘Wij zijn op de eerste plaats een politieke organisatie’, zei de Nederlandse FARC soldaat Tanja Nijmeijer begin december in een interview met Russia Today. ‘Geweren zijn alleen nodig als ze ons geen politiek laten bedrijven.’

Marcha Patriótica, een sociale beweging met sterke banden met de communistische partij, heeft haar deuren vast opengezet voor de FARC. Garanties voor het voeren van politieke oppositie zijn er echter nauwelijks. Naast Sánchez zijn er sinds april dit jaar nog vijf leden van Marcha Patriótica vermoord.

Intimidaties

In september arresteerde de politie op basis van een militair onderzoek vier leden van MP en beschuldigde hen ervan tot de politieke en ideologische tak van de FARC te behoren. Eind november werden acht andere leden van MP gearresteerd onder dezelfde beschuldiging.

Sinds het begin van de vredesonderhandelingen hebben verschillende MP-leden doodsbedreigingen ontvangen. ‘Het is een wanhopige poging van het Colombiaanse leger om de nieuwe politieke beweging in diskrediet te brengen’, aldus MP-woordvoerder Andrés Gil. 

De geschiedenis herhaalt zich

De huidige situatie doet denken aan een eerdere poging van de FARC om aan de politiek deel te nemen. Bij de eerste vredesonderhandelingen die ooit plaats vonden tussen de guerrilla en de Colombiaanse regering in 1984 was politieke participatie ook één van de speerpunten. Tijdens de onderhandelingen ontstond de politieke partij Unión Patriótica (Patriotische Unie - UP), waar zowel links gezinde als strijders van de guerrilla zich bij aansloten. De vorige maand vermoordde Edgar Sanchez was bijna dertig jaar geleden lid van diezelfde UP. Bij de verkiezingen in 1986 kreeg de partij negen zetels in de Tweede Kamer en vijf in de Senaat.

Volgens Jahel Quiroga, zelf twee keer UP-gemeenteraadslid, zou de FARC zich via de UP in de politiek begeven na het bereiken van een akkoord. Tegelijk met de verkiezingsoverwinning begon een geweldcampagne tegen leden van de UP.

Volgens de Colombiaanse Staat was die hetze een direct resultaat van het politieke geweld uit de jaren tachtig, terug te voeren op drugskartels en paramilitairen. Volgens Quiroga, inmiddels directrice van mensenrechtenorganisatie Reiniciar, ging het om een doelbewuste strategie.

De ex-guerrillero’s die aan de UP deelnamen, hielden het voor bekeken en keerden terug naar de wapens en het oerwoud. Zo een zevenduizend mensen die in de UP actief bleven, werden in de afgelopen 28 jaar vermoord. Door het gebrek aan leden hield de partij in 2002 op te bestaan.

Het Interamerikaanse Hof verklaarde in 1997 een aanklacht van Reiniciar tegen de Colombiaanse Staat voor de structurele vervolging van de politieke partij ontvankelijk. Hoewel de Colombiaanse Staat de banden tussen leger en paramilitairen om de UP te vernietigen ontkent, erkennen onder andere de Verenigde Naties en de Interamerikaanse Comissie de verantwoordelijkheid van de Colombiaanse Staat en beschouwen ze de vervolging van de UP als systematisch.

De Colombiaanse regering probeert op dit moment een schikking te treffen met Reiniciar en kwam het Hof op 11 oktober 2012 tegemoet door beschermingsmaatregelen op te nemen voor leden van de UP en de Communistische Partij. 

Wantrouwen aan beide kanten

De ervaring van de Unión Patriótica in de jaren tachtig roept vragen op over de mogelijkheid dat oud-leden van de FARC zich in de politiek begeven. De moord op Sánchez, en bedreigingen aan het adres van andere MP- prominenten, geven weinig reden tot hoop.

Minister van Defensie Pinzón heeft zijn twijfels over de intenties van de FARC bij de vredesonderhandelingen en steekt zijn afkeer van de nieuwe politieke beweging niet onder stoelen of banken. ‘De Marcha Patriótica krijgt financiering van de FARC’, zei hij in augustus dit jaar. ‘Deze terroristische organisaties hebben ervoor gekozen om via sociale bewegingen de politiek te beïnvloeden, waaronder via de Marcha Patriótica. Van die organisatie durf ik met zekerheid te zeggen dat die voor een groot gedeelte gefinancierd is door de FARC.’

De Organisatie van Gepensioneerde Militaire Officieren ging nog een stap verder en stelde dat de MP als politieke tak van de FARC uitgeroeid moest worden. Dergelijke uitspraken in combinatie met de huidige vervolging en moorden op leden, sluit bij voorbaat de deuren voor politieke participatie voor FARC strijders.

De ervaring van de Unión Patriótica ligt nog steeds vers in het geheugen en de aantijgingen en agressies tegen de nieuwe politieke beweging doen vrezen dat de geschiedenis zich kan herhalen. Minister van Binnenlandse Zaken Fernando Carillo verzekerde in oktober dit jaar dat “we een dergelijke tragedie als die van de Unión Patriótica niet nog een keer zullen toestaan.” Ondanks zijn belofte, zijn sinds april dit jaar zes leden van Marcha Patriótica vermoord. Volgens Lorena Sánchez, zus van de vermoorde Edgar en ook lid van MP “is er een plan om onze beweging te vernietigen en de nieuwe generatie sociale leiders te vermoorden.”  Volgens Jahel Quiroga zijn diegene die de genocide van de Unión Patriótica hebben gepland en uitgevoerd in staat om er nog één te laten plaatsvinden.

Een gebrek aan garanties voor de Marcha Patriotica is een duidelijk signaal naar de FARC toe dat het vooralsnog veiliger is om gewapend vanuit het oerwoud oppositie te voeren, dan vreedzaam op straat, laat staan via het parlement.

Ex-guerrillero’s in de politiek 

In Zuid-Amerika is het zo vreemd nog niet dat oud-guerrillero’s uiteindelijk via een politieke partij het tot president weten te maken. In Uruguay, Nicaragua en Brazilië hebben de huidige presidenten deel uitgemaakt van de gewapende oppositie in die landen in de jaren zestig en zeventig. En in El Salvador wist de kandidaat van de voormalige guerrillaorganisatie FMLN, Carlos Mauricio Funes, in 2009 de verkiezingen te winnen. In Uruguay maakte José Mujica in de jaren zestig deel uit van het Nationale Bevrijdingsleger Tupamaru en zat in totaal bijna vijftien jaar in de cel, vanwege zijn politieke betrokkenheid. In oktober 2009 werd hij in de verkiezingen verkozen tot president.

In Nicaragua vocht het Sandinistische Bevrijdings Front vanaf begin de jaren zestig een gewapende strijd tegen de dictatuur van Somoza, die leidde tot het overnemen van de macht in 1979. Daniel Ortega Saavedra, voormalig strijder van de Sandinisten, is sinds 2007 president.

De Braziliaanse president Dilma Rousseff werd in 2010 als eerste vrouwelijke president van het land gekozen. Eind jaren zestig maakte ze deel uit van Gewapende Revolutionaire Voorhoede Palmares en het Nationale Bevrijdings Commando, die vochten tegen de militaire dictatuur. In 1970 belandde Rousseff in de gevangenis, waar ze drie jaar lang zat en onder andere werd gemarteld.

Moritz Tenthoff is een Nederlandse freelance journalist in Colombia.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.