Masisi biedt staaltje van interetnische solidariteit in Noord-Kivu
De vredesconferentie in de door etnische twisten verscheurde provincie Noord-Kivu heeft op het terrein nog niet de verhoopte resultaten opgeleverd. De bewoners van Masisi laten zien dat het ook anders kan. Zij stellen hun gronden ter beschikking aan Hutu’s en Tutsi’s die op de vlucht sloegen voor het geweld in het noorden van de provincie.
Patient Ndoole Mambo . 21 januari 2008
De weg van Lusheberhe naar Masisi is afgezoomd met haastig opgetrokken hutjes, de meeste uit plantaardig materiaal, enkelen uit stukken plastic. De vluchtelingen komen uit dorpen in het noorden van Noord-Kivu, een streek waar wordt gevochten tussen het Congolese leger en milities van de opstandige generaal Laurent Nkunda.
Een duizendtal van de vluchtelingen, vooral Hutu’s en Tutsi’s, vond een onderkomen in drie vluchtelingenkampen in het centrum van Masisi. De rest kampeert in de velden rond Masisi, met de toestemming van de eigenaars van de gronden, die vaak tot een andere etnische groep behoren.
“We hebben ze de toestemming gegeven om hun hutten op onze percelen te bouwen”, zegt Kubuya Hangi, zelf een Hunde. “Het leven in de vluchtelingenkampen is niet gemakkelijk. Velen komen er om door ziekte of hongersnood.”
Sinds december leven de Hutu’s en Tutsi’s er dus broederlijk naast de lokale Hundes, Nyanga’s of Tembo’s. De vluchtelingen krijgen ook levensmiddelen en kleren voor hun kinderen. De mannen zijn welkom onder de Baraza, de strohut waar gepalaverd wordt.
De solidariteit tussen voormalige vijanden is opmerkelijk in een gebied dat nog altijd wordt verscheurd door etnische conflicten. “Het is de eerste keer dat ik mensen van verschillende volkeren elkaar zie helpen sinds de oorlogen in de jaren negentig, toen de strijd tussen de Hutu’s en de Tutsi’s of tussen de Hunde en de Nyanga’s een hoogtepunt kende”, zegt de katholieke priester Innocent uit Masisi. “Indertijd moordden ze elkaar wederzijds uit en waagde zich niemand in het vijandelijke kamp. In dorpen met veel Hutu’s werden de Tutsi’s verjaagd en omgekeerd.”
Volgens sommigen bestond die solidariteit in Masisi al voor de oorlog. “De Tutsi’s brachten ons melk aan huis en de Hutu’s brachten soms de nacht door met onze familie. We leefden samen zonder angst”, herinnert zich Faustin Kibancha, voormalig parlementslid uit Masisi. “Hutu’s, Tutsi’s en Hundes moeten met elkaar praten om de problemen op te lossen. Dat hebben ze hier in Masisi goed begrepen.”
Wat ook helpt is dat de Congolezen die Kinyarwanda spreken stilaan de buik vol hebben van de opstand van Laurent Nkunda, die nochtans zegt de belangen te verdedigen van de Rwandese gemeenschap in Congo en zijn soldaten in Rwanda rekruteert. “Nkunda gebruikt onze jeugd als opstapje voor zijn eigen strijd. Hij doet alles om onze gemeenschap te verdelen,” zegt Jean Bosco Sebishimbo Rubuga, een vooraanstaande Hutu uit Masisi. De meeste inwoners van Masisi en de vluchtelingen in de streek delen die mening, Hutu’s en Tutsi’s.
Een duizendtal van de vluchtelingen, vooral Hutu’s en Tutsi’s, vond een onderkomen in drie vluchtelingenkampen in het centrum van Masisi. De rest kampeert in de velden rond Masisi, met de toestemming van de eigenaars van de gronden, die vaak tot een andere etnische groep behoren.
“We hebben ze de toestemming gegeven om hun hutten op onze percelen te bouwen”, zegt Kubuya Hangi, zelf een Hunde. “Het leven in de vluchtelingenkampen is niet gemakkelijk. Velen komen er om door ziekte of hongersnood.”
Sinds december leven de Hutu’s en Tutsi’s er dus broederlijk naast de lokale Hundes, Nyanga’s of Tembo’s. De vluchtelingen krijgen ook levensmiddelen en kleren voor hun kinderen. De mannen zijn welkom onder de Baraza, de strohut waar gepalaverd wordt.
De solidariteit tussen voormalige vijanden is opmerkelijk in een gebied dat nog altijd wordt verscheurd door etnische conflicten. “Het is de eerste keer dat ik mensen van verschillende volkeren elkaar zie helpen sinds de oorlogen in de jaren negentig, toen de strijd tussen de Hutu’s en de Tutsi’s of tussen de Hunde en de Nyanga’s een hoogtepunt kende”, zegt de katholieke priester Innocent uit Masisi. “Indertijd moordden ze elkaar wederzijds uit en waagde zich niemand in het vijandelijke kamp. In dorpen met veel Hutu’s werden de Tutsi’s verjaagd en omgekeerd.”
Volgens sommigen bestond die solidariteit in Masisi al voor de oorlog. “De Tutsi’s brachten ons melk aan huis en de Hutu’s brachten soms de nacht door met onze familie. We leefden samen zonder angst”, herinnert zich Faustin Kibancha, voormalig parlementslid uit Masisi. “Hutu’s, Tutsi’s en Hundes moeten met elkaar praten om de problemen op te lossen. Dat hebben ze hier in Masisi goed begrepen.”
Nkunda minder populair
Wat ook helpt is dat de Congolezen die Kinyarwanda spreken stilaan de buik vol hebben van de opstand van Laurent Nkunda, die nochtans zegt de belangen te verdedigen van de Rwandese gemeenschap in Congo en zijn soldaten in Rwanda rekruteert. “Nkunda gebruikt onze jeugd als opstapje voor zijn eigen strijd. Hij doet alles om onze gemeenschap te verdelen,” zegt Jean Bosco Sebishimbo Rubuga, een vooraanstaande Hutu uit Masisi. De meeste inwoners van Masisi en de vluchtelingen in de streek delen die mening, Hutu’s en Tutsi’s.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2790 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Nieuws
-
De Ontwikkelaars
-
Reportage
-
Nieuws
-
Nieuws