Minder asielzoekers in Centraal en Oost-Europa

Het aantal mensen dat in Centraal en Oost-Europa asiel aanvraagt, is in de afgelopen jaren langzaam maar gestaag gedaald. Voor de weinige mensen die er een vluchtelingenstatus krijgen, is het meestal moeilijk hun leven op de rails te krijgen.

Tussen 2007 en 2009 daalde het aantal aanvragen in zeven Centraal en Oost-Europese landen (Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Polen, Roemenie, Slovenië en Slovakije) van 20.053 naar 19.388. Het aantal mensen dat als vluchteling erkend werd, daalde van 744 tot 507.

De totale acceptatie daalde van 20 procent tot 17,9 procent. De grote meerderheid van de asielzoekers kreeg echter wel een vorm van subsidiaire bescherming.

Nadia Jbour van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Boedapest, zegt dat er diverse factoren bijdragen aan de afname van het aantal asielaanvragen. Die factoren zijn onder meer de kleine kans om een vluchtelingenstatus te krijgen, de slechte ontvangstsituatie, detentie van asielzoekers in sommige landen, slechte integratievooruitzichten en gebrek aan mogelijkheden voor gezinshereniging.
 
De meeste asielzoekers in de regio komen uit Centraal-Azië, Zuid-Azië en het Midden-Oosten, vooral uit Afghanistan, Pakistan, Irak en Iran.

Bewegingsvrijheid

De lot van asielzoekers in Centraal en Oost-Europa kan erg verschillen, afhankelijk van het land waarin asiel wordt aangevraagd. Ook in een land zelf kan de regio verschil maken, staat in het Unchr-rapport ‘Being a Refugee, How Refugees and Asylum Seekers Experience Life in Central Europe’. De informatie voor het rapport is grotendeels verzameld in 2009, met enkele toevoegingen in 2010.

In Bulgarije hebben asielzoekers te maken met “langdurige en onregelmatige” detentie, zowel bij de grens als in het Busmantsi-centrum bij het vliegveld van Sofia, meldt het rapport. Plaatstelijke ngo’s bevestigen dat Bulgarije in 2008 Europese regelgeving heeft aangenomen waarin een maximum detentieperiode van zes maanden geldt, met in bijzondere gevallen een verlenging tot achttien maanden. In Bulgarije is achttien maanden echter eerder regel dan uitzondering.

De omstandigheden in de detentiecentra kunnen per land sterk verschillen. In Hongarije heeft slechts een detentiecentrum, in Gyor, een relatief ontspannen regime. Asielzoekers hebben aanzienlijke bewegingsvrijheid binnen de instelling. In de andere drie centra gelden strengere regels. De administratieve detentie duurt meestal langer dan het maximum van vijftien dagen en gedetineerde asielzoekers mogen geen kranten of extra eten kopen. Ze mogen ook niet langer van vijf minuten bellen.

Kinderen

In Slovakije bestaan geen eenduidige regels over hulp aan vluchtelingen. Voor taalcursussen, hulp bij huisvesting en financiële steun zijn asielzoekers volledig aangewezen op ngo’s die daarvoor programma’s hebben opgezet. De hulp wordt daardoor vaak niet eerlijk verdeeld.
Ook kinderen zijn in het ene land beter af dan in het andere. In Polen zit 90 procent van de asielzoekerskinderen op school. Alle kinderen kunnen extra taalcursussen volgen. Aan het andere einde van het spectrum is Bulgarije te vinden. Kinderen van asielzoekers worden daar vaak geplaatst in lagere klassen omdat ze de taal niet machtig zijn. Tegelijkertijd krijgen ze geen extra hulp bij het leren van de taal.
 
Huisvesting is een grote zorg voor alle vluchtelingen in de regio. In sommige landen, zoals Roemenie en Bulgarije, zijn de autoriteiten ermee begonnen om vluchtelingen in te schrijven voor sociale huisvesting. Die initiatieven staan echter nog in de kinderschoenen. De meeste vluchtelingen in Centraal en Oost-Europa komen terecht in een vicieuze cirkel: zonder financiële garanties kunnen ze geen huis huren. En om financiële garanties te kunnen bieden, hebben ze werk nodig, wat vaak moeilijk te vinden is.

Goodwill

In alle landen in Centraal en Oost-Europa ontbreekt een duidelijke integratiestrategie, zegt Nadia Jbour. “Er wordt niet samengewerkt tussen ministeries. In de meeste landen, waar vooral plaatselijke overheden het asielbeleid uitvoeren, bestaat geen samenwerking tussen het centrale vluchtelingorgaan en de plaatselijke overheden.”

“Traditioneel proberen ngo’s de kloof te dichten”, zegt Jbour. “Maar hoewel er veel goodwill is, zijn niet alle ngo’s in staat om de diensten te leveren die nodig zijn. Veel zaken dienen in de eerste plaats gegarandeerd te worden door de overheid. Die zou daarvoor eigen programma’s moeten opzetten.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.