"Ministers mogen geen visquota meer stellen"

De dreigende ineenstorting van de visbestanden overal ter wereld heeft veel minder aandacht gehad dan de klimaatverandering of het verdwijnen van de oerbossen, maar het boek van de Zweedse Isabella Lövin kan daar wat aan veranderen.
Haar boek Tyst hav (“Stille Zeeën”), dat ze in 2007schreef, werd prompt een bestseller in Zweden en leverde haar de titel Journalist van het Jaar op. Het boek mengt onderzoeksjournalistiek met de stijl van een thriller en geeft een kijk op de teloorgang van de visbestanden. Het is nog niet vertaald in het Engels, maar zorgde toch meteen voor internationale erkenning. Vorig jaar werd Lövin verkozen als lid van de groene fractie in het Europees Parlement, waar ze campagne voerde om de visserijpolitiek van de Europese Unie te herzien.
 
Hoe kwam u erop om een boek over visserij te schrijven?
In de herfst van 2002, tijdens een verkiezingscampagne, was er voor het eerst discussie over de verdwijnende kabeljauw. De Zweedse groenen eisten een compleet vangverbod van één jaar omdat kabeljauw in Zweedse wateren acuut overbevist was, en zo kwam het thema in de bekendheid. Op dat moment werkte ik bij een gastronomisch magazine, en we vroegen ons af of we wel nog recepten voor kabeljauw konden brengen. We beslisten dat ik de status van kabeljauw zou onderzoeken.
Het moratorium kwam er uiteindelijk, maar de Europese Commissie stak er een stokje voor, omdat de beslissing inging tegen het Europese visbeleid. Dat was voor mij een mysterie. We wilden een natuurlijke rijdom redden maar mochten niet van Europa. Als Zweedse groeide ik op in een van de meest milieubewuste landen in de wereld, maar ik ontdekte dat er niet 1 kubieke meter Zweeds water beschermd was tegen visserij, terwijl we op land parken hadden waar al honderd jaar niet gejaagd wordt.
Wat er in de zeeën gebeurt, kreeg geen aandacht van de publieke opinie, maar als je met wetenschappers praatte, zeiden die allemaal hetzelfde: niet enkel kabeljauw, maar alle soorten nemen af. De paling is met 99 procent verminderd sinds het einde van de jaren tachtig. De doornhaai, een kleine haai die in Zweden leeft, is met 95 procent achteruitgegaan in amper twintig jaar tijd.
Ik kon nauwelijks geloven dat die soorten geen enkele vorm van bescherming kregen. Ik had nog nooit een boek geschreven, maar realiseerde me dat een boek nodig zou zijn om al die elementen samen te brengen. Welke belangen zijn er in het spel? Waarom zijn de normale milieuregels niet van toepassing? Waarom zorgen we niet voor bescherming voor soorten die acuut en duidelijk in gevaar zijn?
Je beschreef het Europese beleid als een mysterie. Slaagt het boek erin om dat op te lossen?
Ik realiseerde me dat er geen eenvoudige verklaring is. In de jaren zeventig en tachtig was het idee: hoe meer je investeerde in de industrie, hoe meer winst je kon maken. Hoe meer boten je bouwde, hoe meer vis je kon vangen. Dat klopte natuurlijk voor de eerste vijf jaar, maar dan begon de vis plots te verdwijnen.
 
Belangrijk is dat het onder het oppervlak gebeurt. Daardoor is de bevolking niet geïnteresseerd. Het is veel eenvoudiger om mensen te mobiliseren tegen het verdwijnen van wolven, iets wat je kan zien. En het is moeilijk voor politici om voor iets op te komen zonder aanmoediging van de kiezers. De visindustrie heeft dan weer efficiënte lobbyisten. Elke keer als een politicus probeert om de quota te verstrengen of visgebieden in te perken, leidt dat tot groot protest van de vissers. Politici, die denken aan hun electoraat in kustgebieden, hebben het daar moeilijk mee.
Bij de teloorgang van de zee denken mensen vooral aan giftige stoffen, de klimaatverandering en eutrofiëring. Maar de belangrijkste bedreiging is overbevissing. Toch zijn die oceanen enorm belangrijk, onder meer voor de regeling van het klimaat.
Elk jaar in december komen de Europese ministers van Visserij samen om de quota’s voor het volgende jaar vast te leggen. U zegt dat ze onder sterke druk staan van de vissers om die quota hoger te leggen dan wat de wetenschappers adviseren. Vindt u dat die procedure afgeschaft moet worden?
Ik denk niet dat ministers de quota moeten vastleggen. We zouden beheersplannen op lange termijn moeten uitdokteren, in plaats van quota die elk jaar herzien worden. De ministers zouden over enkele grote principes moeten beslissen: het volgen van het voorzorgsprincipe, de aanpak op basis van het ecosysteem en dergelijke. Maar niet over de quota en het aantal dagen op zee. Die moeten op een lager administratief niveau bepaald worden, op basis van de beste beschikbare gegevens.
 
Het grootste probleem is dat we ministers, die de hoogste quota hebben gemarchandeerd, binnenhalen als helden.
Je hebt het effect van de Europese visserijpolitiek bestudeerd in Afrika. Hoe moet verzekerd worden dat Afrikanen voordeel halen uit de visserij voor hun kust?
Visserij zou net als landbouw een pijler moeten worden van het ontwikkelingsbeleid. Ik vroeg Andris Piebalgs, de nieuwe EU-commissaris voor Ontwikkeling, onlangs of er hulp gegeven zou moeten worden aan de Afrikaanse visserij als Europese schepen in Afrikaanse wateren vissen. Hij zei: ‘Ik denk niet dat het ene met het andere in verband gebracht moet worden.’ Maar er is natuurlijk wel een verband. We hebben geen coherente ontwikkelingspolitiek in de EU.
De vissersvloot zou zelf voor de toegang tot de Afrikaanse wateren moeten betalen. Belastingbetalers moeten dat niet doen. Ik denk niet dat Zweden, Britten en Denen moeten betalen voor de toegang van Spaanse en Portugese vissersboten.
Je hebt ook vragen gesteld over de legale status van het Europese visserijakkoord met Marokko, omdat Europese schepen vissen voor de kust van de Westelijke Sahara, die bezet is. Hoe zit het daar?
De Europese Commissie heeft altijd voet bij stuk gehouden dat, als het akkoord ten goede komt aan de bevolking in het bezette gebied, het kan toegelaten worden. Dat was in 2005, nu zijn we 2010, maar wie heeft bewijs geleverd dat de lokale bevolking profiteert van het akkoord? De juridische dienst van het Europese Parlement heeft het zelf schriftelijk toegegeven: ‘Neen, we kunnen geen bewijs vinden.’ Dat Europese schepen er vissen, is wel ruim voldoende bewezen. We beschikken over een lijst van schepen en nationaliteiten. Vraag is nu of dat niet in strijd is met de internationale regels.
 
Hoe zit het met het Europese akkoord met Guinee na de coup daar eind vorig jaar?
Dat is nog zo’n schitterend voorbeeld van hoe het Europese beleid zichzelf tegenwerkt. Na de slachting in Conakry werd de hulp van de EU automatisch stopgezet en kwam de Europese Commissievoorzitter Barroso met een sterke verklaring. Maar twee dagen laten werden onder het visserijakkoord 1 miljoen euro voorzien voor Guinee, die recht naar de zakken van dezelfde man gaan die het bevel gegeven had om het vuur te openen, waarbij 153 doden vielen. Iedereen wist dat dat geld niet naar ziekenhuizen en scholen zou gaan.

Eet u vis? Moet er een internationale campagne komen om de consumptie van vis te verminderen?
Ik eet nu en dan vis, maar enkel soorten die niet bedreigd zijn. We kunnen vis eten, maar dan wel tot een bepaalde hoeveelheid, we kunnen niet alsmaar meer vis consumeren. Het wordt een groot probleem als we met negen miljard mensen op de planeet zijn tegen 2050. De Europese vangst is met een kwart verminderd in de voorbije tien jaar. Tegelijk is onze consumptie met 20 procent gestegen. Dat is een rekensommetje dat niet klopt.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.