'Misdaden tegen de menselijkheid' in zuiden Soedan

“Soedan bombardeert willekeurig en daarbij komen vrouwen, mannen en kinderen om”, zei Daniel Bekele, Afrikadirecteur van Human Rights Watch (HRW) woensdag. “De internationale gemeenschap moet het stilzwijgen doorbreken en een einde maken aan deze misdaden.”

In juni 2011 laaide het geweld tussen de Soedanese staat en rebellen in de Nuba-bergen in de deelstaat Zuid-Kordofan op. Volgens onderzoekers van HRW suggereert het bewijs dat ze gevonden hebben, dat de regering in Khartoem “een strategie hanteert waarbij de hele bevolking in de rebellengebieden als doelwit wordt gezien, zonder onderscheid tussen burger en rebel.”

Volgens het rapport is een ernstige schending van de internationale humanitaire wetgeving een gevolg van deze strategie. Ongeveer 900.000 mensen hebben te lijden onder het geweld.

HRW stelt dat deze mensen “belegerd” worden en wijzen op straffeloosheid als het gaat om ernstige misdaden die zijn gepleegd tijdens het Noord-Zuidconflict dat in de zomer van 2011 leidde tot de onafhankelijkheid van Zuid-Soedan.

Darfour

Zowel tegen de Soedanese president Omar al-Bashir als de gouverneur van Zuid-Kordofan, Ahmed Haroun, zijn door het Internationaal Strafhof (ICC) arrestatiebevelen uitgevaardigd wegens genocide in de regio Darfour tussen 2003 en 2005. Na Harouns herverkiezing als gouverneur van Zuid-Kordofan in 2011, laaide het conflict tussen het Soedanese leger en een rebellenfactie van het Soedanese Volksbevrijdingsleger (SPLM) op.

De gebeurtenissen in Darfour, die mogelijk geleid hebben tot 500.000 doden, schokten waarnemers in de wereld. Niet alleen vanwege de wreedheid, maar ook vanwege het gebrek aan internationale actie. In de afgelopen maanden hebben waarnemers gewaarschuwd dat de gebeurtenissen in Zuid-Kordofan steeds meer overeenkomsten beginnen te vertonen met Darfour.

Darfour was in feite het laatste voorbeeld van etnische zuivering in Soedan, dat al lang wordt ontwricht door spanningen tussen islamitische leiders van Arabische afkomst in het noorden, en het grotendeels zwarte, christelijke zuiden. Tussen het midden van de jaren tachtig en 2000 kwamen volgens sommigen 2 miljoen mensen om bij een genocide in de Nuba-bergen.

Vernietiging

“We zien duidelijk een herhaling van de jaren negentig, maar niemand of slechts een enkeling noemt het genocide. Maar het gaat hier ook om genocide, mensen worden aangevallen vanwege hun etniciteit”, zegt Eric Reeves, een Soedan-expert van het Smith College in de VS.

Het was volgens Reeves zelfs al duidelijk in de zomer van 2011. “Als je body bags en massagraven ziet, weet je dat er misdaden tegen de menselijkheid worden gepleegd. Als dorpen en landbouwgrond verwoest worden, is er sprake van een systematische poging de Nuba-bevolking te vernietigen.”

Reeves zegt dat het HRW-rapport het aantal slachtoffers in het zuiden van Soedan onderschat, omdat het alleen uitgaat van bevestigde slachtofferaantallen. “We kunnen er zeker van zijn dat het om duizenden mensen gaat.” De discrepantie wordt veroorzaakt doordat onderzoekers geen informatie gebruiken die niet uitgebreid gecontroleerd en geverifieerd is. Dat is prijzenswaardig, zegt Reeves, maar volgens hem zijn de lage slachtofferaantallen daardoor ook misleidend.