Moldavië: De verleiding van een splitsing

Michael Palin maakte naam als lid van het knotsgekke collectief met Monty Python en is sinds 1988 een gerenommeerd reisjournalist. In zijn nieuwe boek -Michael Palins Nieuwe Europa, geïllustreerd met foto’s van de hand van Basil Pao- verkent Palin de Europese landen die tot 1989 achter het IJzeren Gordijn lagen. Een uittreksel uit het hoofdstuk Moldavië bij wijze van voorpublicatie. ‘Hoe klein het land ook mag zijn, het heeft altijd twee op afscheiding azende republieken gevoed.’
Ik kijk uit het raam van mijn hotelkamer in het centrum van Chisinau in de verwachting een panorama te zien van Sovjetsaaiheid, maar het enige wat ik zie, is het groene tapijt dat zich door de stad uitstrekt. Onder me ligt een park, vol met mooie, hoge bomen, waarin de hele tijd mensen verdwijnen met allerlei stukken gereedschap. Ik wil het personeel vragen wat er aan de hand is, maar ze nodigen niet uit tot contact.

De ontbijtzaal, met een hoog plafond, enorme schilderijen en lange, gebrocheerde gordijnen, is een tempel van schaarste. Je moet overal specifiek om vragen en zelfs voor de hand liggende dingen als melk of boter wacht hetzelfde antwoord: ‘Tien minuten.’ Een verzoek om toast komt me te staan op een blik van vertwijfelde afschuw, alsof ik het personeel heb gevraagd een kind van de straat te plukken en het voor me te roosteren.

Zo weet je tenminste wel waar je bent. Nu steeds meer grote Europese stadshotels de ‘Have a nice day!’-school van onoprechtheid aanhangen, met een glimlach voor iedereen, is het best verfrissend dat zeggen wat je denkt en je gedragen zoals je je werkelijk voelt hier in Moldavië nog overeind zijn gebleven.

Ik word nog verder opgemonterd door een aangename wandeling in het park, de Gardina Publica di Saint Stefan, waar aanplakborden, boekenrekken en een klein podium zijn opgericht voor, zoals een organisatrice me behulpzaam uitlegt, de Nationale Tongdag. Dat roept allerlei verwachtingen op en ik ben dan ook behoorlijk teleurgesteld als ik later hoor dat de juiste vertaling van de gebeurtenis eigenlijk Nationale Taaldag is. Die is bedoeld om de Moldavische taal te vieren, wat politiek een beetje lastig ligt, omdat de taal in essentie Roemeens is, een kwart van de 4,5 miljoen Moldavische inwoners Russisch en de huidige regering communistisch is. Het getouwtrek tussen Roemenië en Rusland om de ziel van dit kleine landje lijkt Moldaviës grootste probleem te zijn.

‘Ik hoop dat als Roemenië ooit lid wordt van de Europese Unie… Moldavië zich ook aansluit. Niet bij Rusland maar bij het Westen. Dat vind ik, tenminste.’ Olga is achter in de twintig. Ze is geboren in Moldavië maar ging op haar zestiende naar Roemenië om actrice te worden. Ze woont in Boekarest, maar komt regelmatig naar huis om haar familie en vrienden te bezoeken. Ze belichaamt de lastige situatie van deze jonge republiek, de meest broze van alle post-Sovjetnieuwkomers.
Moldavië is van noord tot zuid zo’n 320 kilometer lang en van oost naar west iets meer dan 80 kilometer breed. Het is een eigenaardig compromis tussen een historisch naar Roemenië neigend westen, dat vroeger Bessarabië heette, en een historisch naar Rusland neigend oosten, aan de andere kant van de rivier de Dnestr. Het gevolg van deze gespleten persoonlijkheid is dat hoe klein het land ook mag zijn (en ik kon niet één Engelstalige reisgids vinden die uitsluitend aan Moldavië was gewijd), het altijd twee op afscheiding azende republieken heeft gevoed. De ene, Gaugazië genaamd, heeft genoegen genomen met autonomie binnen Moldavië, maar de andere, die zichzelf Transdnestrië noemt, heeft niet alleen de onafhankelijkheid uitgeroepen, maar is daarvoor zelfs ten strijde getrokken. In 1992 werden duizenden mensen gedood of verwond, en hoewel er geen internationale erkenning is gevolgd, is Transdnestrië zo goed als verloren voor Moldavië.
Grote steden geven meestal geen goed beeld van een land, dus ik ben blij als Olga voorstelt om op bezoek te gaan bij haar moeder, die op ongeveer een uur rijden ten zuiden van Chisinau op het platteland woont. Het landschap is weids en open, met lange, glooiende, vruchtbare hellingen. Vroeger noemden de Russen dit Zonnig Land. Als we eenmaal van de hoofdweg af zijn, wordt het asfalt slechter en uiteindelijk ontbreekt het zelfs helemaal, zodat we op modderige wegen door dorpen rijden, met paard en wagens ongeduldig op onze hielen.
De vrouwen dragen een hoofddoek, jack en rok met bloemenpatroon en er lijken maar weinig jongvolwassenen rond te lopen. Er zijn sterke aanwijzingen voor religie, zowel Roemeens- als Russisch-orthodox, in de vorm van versierde kruisen boven waterputten en pasgeschilderde kerken en kerkhoven, die in veel betere staat verkeren dan veel van de huizen.

De weg naar Gradieste, het dorp van Olga’s moeder, gaat over een lange laan van walnootbomen, voordat hij afbuigt en een trage, door wilgen omzoomde beek volgt. Er komt een man onze kant op, die een troep ganzen voor zich uit drijft. Noch de landbouwkundige, noch de industriële revolutie lijkt hier veel invloed te hebben gehad.

Olga’s moeder Helena woont hier alleen sinds haar man zeven jaar geleden is gestorven. Het huis, dat door haar grootouders is gebouwd, staat niet met de voorkant naar de weg maar met de achterkant, zoals hier gebruikelijk is. Het is lang en laag en heeft een zinken dak en een blauwgeschilderde veranda die uitkijkt over een achterplaats vol katten en kittens, honden en pups, kippen en nog meer kippen, en hier en daar een konijn.
De tuinen achter en voor het huis zijn eerder productief dan decoratief en hoewel ze al in de zeventig is, verbouwt en oogst Helena’s moeder haar eigen aardappels, tomaten, kersen, appels, walnoten, perziken, aubergines, paprika’s, cranberry’s, frambozen, aardbeien en watermeloenen. Ook maakt ze wijn van haar eigen druiven. Vroeger werd het huis verwarmd met haardvuur, tot er gas kwam in het dorp, maar aangezien een aansluiting vijfhonderd euro kost, is zij een van de weinigen die er hun voordeel mee hebben gedaan. Het enige toilet bevindt zich in de tuin.

Helena is een mollige vrouw met een overmaat aan rusteloze energie. In de zomer staat ze om vier uur op. Algauw heeft ze me meegetroond om frambozen te plukken, die zo fris sappig zijn als ik me bijna al niet meer kon voorstellen. We praten een beetje over vroeger, toen haar man een lokale ambtenaar van de Partij was en iedereen op de collectieve boerderij werkte. Er was genoeg te eten en werk voor iedereen, al gebeurde er toen ook niet veel, en het was zwaar voor de hele bevolking toen de vriendelijke druk van het socialisme in 1991 wegviel.

Helena wil ons niet laten gaan zonder een typisch Moldavisch avondmaal voor ons te hebben klaargemaakt. Nadat ze een dankgebed heeft uitgesproken, wijden we ons aan de kippensoep met zelfgebakken brood, kaastaart met een knapperige korst en pannenkoeken gevuld met sesamzaadjes, zonnebloempitten en walnoten. Dit alles wordt weggespoeld met een kruik van haar eigen witte wijn.

Op de terugweg naar Chisinau denk ik na over de contrasterende leefstijlen van de zelfvoorzienende Helena en haar jongste dochter Olga, die woont in het kosmopolitische Boekarest en die onlangs is uitverkoren om het gezicht te worden van Paco Rabanne in een reclamecampagne. De oude en de nieuwe wereld, de ene gesloten en zeker, de andere open maar onverzadigbaar. Ik weet niet veel over Moldavië maar toch merk ik dat ik er al sentimenteel over begin te worden.
Het dorp Biesti, op twee uur rijden ten noordoosten van de hoofdstad, ligt in een van de armste gebieden van het land. Het is er een beetje vervallen, maar verre van troosteloos, met blauwgeschilderde metalen hekken en versieringen van gevlochten ijzerwerk op dakgoten, nokken en poorten. Een sober monument voor de Tweede Wereldoorlog gedenkt de Russen (en Moldaviërs) die sneuvelden in de strijd tegen de Duitsers (en hun Roemeense bondgenoten). Het vervallen gebouw ertegenover heeft UNICEF veranderd in een gemeenschapshuis, waar de plaatselijke kinderen bij elkaar kunnen komen en kunnen computeren, lezen, tekenen, toneelspelen en gewoon samen praten. Velen van hen zijn ronduit eenzaam, met vaders en moeders die worden gedwongen om in het buitenland te gaan werken voor het geld en de jongere kinderen toevertrouwen aan de oudsten.

Vandaag voert een groepje kinderen op een stuk gras achter het oorlogsmonument met hulp van een bezielende plaatselijke afgevaardigde van UNICEF een toneelstuk op over de gevaren van sekshandel. Met muziek van Peruaanse panfluiten, Ennio Morricone, Celine Dion en anderen die uit een geluidsinstallatie galmen, schotelen ze ons een sterk verhaal voor dat drie sekshandelaren volgt die naar het dorp komen, waar de kinderen het meeste werk verrichten en de mannen wat rondhangen en drinken. Met diverse middelen halen ze de vrouwen over om mee te gaan om in het buitenland veel geld te verdienen. Maar daar gaat alles natuurlijk mis en ze moeten eerst bedelen en daarna hun lichaam verkopen in de prostitutie, nadat ze over het algemeen eerst zijn verkracht en verslaafd aan drugs zijn gemaakt.

In nog geen kwartier leer ik veel van deze adolescente kinderen. Dat veel van het werk hier - het sorteren en verwerken van tabaksbladeren - slecht wordt betaald en gevaarlijk is. De kinderen maken lange uren en lopen het gevaar kanker of leukemie te krijgen. Dat de meeste sekshandelaren mensen uit hun eigen gemeenschap zijn die in het buitenland al wat geld hebben verdiend. Dat vooral de kinderen gevaar lopen, omdat veel ouders - een kwart van de dorpsbevolking - in het buitenland werken en hun kinderen soms wel vijf of zes jaar lang niet zien. Dat de vrouwen hoofdzakelijk naar Spanje en Italië worden gebracht om te bedelen, en naar Rusland, Israël, Egypte en Griekenland voor seks. Dat in dit dorp kinderen al op hun twaalfde volwassen worden.
Het enige aan het toneelstuk dat niet realistisch is, is het happy end, merkt Tatiana op.
Ondanks alles wat we hebben gezien, zegt ze: ‘Als je aan het eind van het stuk vraagt wie er naar het buitenland wil, zegt de meerderheid “Ik.”’
Later, terug in Chisinau, sluiten Tatiana en ik de middag af in een café in de Gardina Publica en aanschouwen een wonderlijke terugkeer naar vroeger tijden: een volkstheedans waaraan iedereen kan meedoen, met of zonder partner. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers ligt vermoedelijk niet ver onder de zeventig. Ze zijn allemaal met zorg en enige elegantie gekleed volgens de mode van vijftig of zestig jaar geleden en zien er globaal genomen uit als intelligente mensen in goeden doen. Een orkest speelt ballroomhits en er zwieren minstens honderd paren met kalme tevredenheid in het rond.
Tatiana bewondert deze mensen en het feit dat ze nog steeds iets serieus nemen wat een duidelijk gemeenschapsgebeuren uit de Sovjettijd was.
Ik vraag haar of de mensen het jammer vinden dat de oude Sovjet Unie is verdwenen en ze knikt nadrukkelijk. ‘Vrij veel mensen vinden dat zelfs. Ik denk dat ze niet het regime missen, maar de banen en de pensioenen en, je weet wel, goedkoop eten en goede vakanties.’
‘En jij?’
Ze antwoordt zonder nadenken. ‘Ik mis de Sovjetperiode ook. Omdat ik in die tijd nog jong was en mijn ouders en grootouders nog had en alles zo mooi leek.’ Ze zwijgt even en gaat dan bedachtzamer verder. ‘Ik ben natuurlijk blij dat het voorbij is en dat ik nu met je kan praten. Twintig jaar geleden zou dit een misdaad zijn geweest.’

Tatiana nipt van haar koffie. Achter haar zet het orkest een nieuw nummer in, iets Latijns-Amerikaans. ‘Het is belangrijk om realistisch te blijven. Je mist het gevoel van iets, je mist de geur of de smaak, maar je kunt niet iets missen dat zoveel generaties heeft gedood en ongelukkig gemaakt.’

De jonge Moldaviërs die het Sovjetsysteem nooit hebben gekend, zoals Tatiana het noemt, geven de voorkeur aan een andere manier van dansen, en ze zegt dat ze me die zal laten zien als we uitgaan om het bruisende en inventieve nachtleven van Chisinau te proeven. Ze heeft me beloofd dat we naar een club gaan waar ze drankjes maken met hete kolen en cocktails mixen door de ingrediënten rechtstreeks in de mond van de klant te schenken en dan met zijn hoofd te schudden. Tegen de tijd dat ik vertrek, wat uiteraard veel te snel is, heeft zich zo’n hoofdschudden niet voorgedaan, maar wel loopt er een als schoolmeisje geklede vrouw door de bar, die langzaam haar kleren uittrekt en zich in de richting van een paal begeeft.
In het dorp Valeni woont een echtpaar van ver in de zestig dat in Moldavië grote bekendheid geniet. Een paar stevige metalen poorten biedt toegang tot een klein erf met aan drie zijden bijgebouwen van één verdieping. In het midden staat een lange gedekte tafel. Daarachter ligt een terrein waarop ik schuren kan zien, balen stro, karntonnen, paarden, geiten, kippen, wat ganzen, een drumstel, vier zwarte Marshall-versterkers, een rij microfoons en een kluwen kabels die door het zand kronkelen.

Een kleine, ronde dame met heldere ogen en een blozend, verweerd gezicht heet ons welkom. Dit is Leda, overal bekend als Bunica (Oma), die de show stal door op de trom te slaan bij het lied waarmee Moldavië in 2005 aan het Eurovisie Songfestival deelnam (en als zesde eindigde). Dat alles zou niet zijn gebeurd als Roma, een jonge singer-songwriter op zoek naar inspiratie, niet hier in de zanderige velden van de Prutvallei was beland om een man te ontmoeten die een legendarisch trommelmaker zou zijn. Dat was Bunica’s man Lliubomir.

Vandaag is hij teruggekomen om een wederdienst te bewijzen door op haar erf te spelen. Anders dan de drukke en vriendelijke Bunica is Roma, een slanke, bleke jongen met ontkleed bovenlijf en een pet met klep op zijn hoofd, vriendelijk maar afwezig. Zoals zijn naam doet vermoeden, is hij een zigeuner. Sommige leden van zijn band zijn Russen. Lliubomir helpt hier en daar en loopt wat achter zijn vrouw aan. Net als zij is hij klein, mager en verweerd. Hij draagt een slappe zwarte vilthoed en straalt iedereen vrolijk tegemoet.

Op de lange tafel wordt een maaltijd geserveerd. Eend met noedels, diverse salades, feta en sterke lokale wijn, die wordt genuttigd met de joviale kreet ‘Noroc!’ Na de maaltijd gaat Roma, die in grote zalen verspreid over heel Europa speelt, met zijn band tussen de geiten en de ganzen staan. Hun trombone, trompet, fluit, panfluit, gitaar en drum krijgen gezelschap van Bunica en Lliubomir, hun zoon, twee schoondochters en diverse neven en nichten; het is een heuse Moldavische familie Von Trapp, met hun  geborduurde vesten voor de mannen en bloemetjesjurken en witte hoofddoeken voor de vrouwen.
Roma lijkt zich zo geïnspireerd te voelen door hun aanwezigheid dat hij aan een buitengewone horlepiep begint, die steeds sneller wordt, met bliksemsnel voetenwerk dat de buren die een kijkje zijn komen nemen stimuleert om mee te doen. Een hond weet uit zijn kennel te ontsnappen en rent over het terrein rond met een stuk ketting achter zich aan.

Het is een vrolijk laatste beeld van een chaotisch land. Zoals een plaatselijke inwoner laatst tegen me zei: Moldavië is een klein, zwak land, waarvan een kwart van de bevolking naar het buitenland is gevlucht. De politie is alleen op eigen voordeel uit en het rechtsstelsel is nog niet sterk genoeg om de welig tierende corruptie aan te pakken. Maar ze zijn niet geslepen, oppervlakkig en onbetrouwbaar, zoals de Roemenen, ze hebben niet de grootouders van anderen vermoord, zoals de Russen, en ze zijn niet als de Oekraïners, ‘die praten alsof ze de hele tijd dronken zijn’.
Het is misschien geen ronkende bevestiging van nationale trots, maar toch een heel aardige definitie van wat het betekent om anno nu Moldaviër te zijn.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.