Moordend geweld in Nigeria

Zondagochtend rond 2 uur vielen vermoedelijk Hausa-Fulani, de grootste etnische groep in Nigeria bestaande uit vooral moslims, enkele dorpjes binnen vlakbij Jos. Huizen zouden afgebrand zijn. Wie kon vluchten werd volgens getuigen op BBC in dierenvallen en visnetten tegengehouden door strijders die zich aan de invalswegen van de dorpjes hadden opgesteld.
In de dorpjes woonden Beroms, een etnische groep die vooral christelijk is. De aanval zou een vergeldingsactie zijn voor het geweld dat in januari uitbrak in Jos, waarbij moslims kop van jut waren. Volgens de Nigeriaanse overheid en mensenrechtenorganisaties vielen er meer dan 500 slachtoffers, de lokale politie van Jos houdt het op 109 slachtoffers.

Probleem en slachtoffers begraven

De meeste slachtoffers zijn ondertussen begraven in verschillende massagraven. ‘Met de massabegrafenis van de slachtoffers wordt ook het probleem begraven, tot het geweld weer opflakkert’, zegt Action Congress (AC), een liberale oppositiepartij.
Corinne Dufka, West-Afrika researcher bij Human Rights Watch (HRW), zegt dat leger en politie nu moeten optreden: ‘Dit soort geweld heeft de voorbije decennia al duizenden slachtoffers gemaakt maar niemand werd verantwoordelijk gehouden voor de feiten.’

Leger kon ingrijpen

De autoriteiten zouden er niet in geslaagd zijn op tijd in te grijpen, dat melden getuigen aan het persagentschap AFP. Bovendien zouden de moslims in de getroffen dorpen vooraf op de hoogte zijn gebracht van de nakende aanval. Volgens de staatsgouverneur van Plateau, Jonah John Jang, had het leger de moordende aanval van zondag kunnen voorkomen.
Jang zegt informatie verkregen te hebben van enkele burgers, die gewapende mannen hadden gesignaleerd. Jang zou dit onmiddellijk hebben gemeld aan de General Officer Commanding (GOC) van de 82 legerdivisies in Jos. Deze zou daarop hebben beloofd actie te ondernemen maar dat is blijkbaar niet gebeurd.
Drie uur later werd Jang wakker gebeld, het geweld was toch massaal uitgebroken. Ook zeggen verschillende getuigen dat het leger veel te laat zou hebben gereageerd hebben tijdens het conflict.
Nigeriaanse troepen patrouilleren momenteel in de gebieden om verder geweld te voorkomen en de politie heeft al meer dan negentig mensen gearresteerd. Maar volgens het Internationale Rode Kruis bereiden vele bewoners zich voor om te vluchten, uit vrees voor nieuw geweld. De Mensenrechtenliga waarschuwt dat de bevolking het vertrouwen in de veiligheidstroepen verliest.

Rust verstoord

Ondertussen is op verschillende plaatsen de rust alweer verstoord. Een groep christelijke vrouwen kwam op straat omdat ze vrezen dat de troepen, die er kwamen om de veiligheid te garanderen, partij kiezen en zich dus tegen hen keren.
Dinsdagavond zouden zeven mensen gedood zijn in Kuru en Tundun Wada, al zijn de omstandigheden niet helemaal duidelijk. Ook de samenwerking tussen politie en leger is nog niet optimaal en leidt tot conflict.

Politieke gevolgen

Ondertussen is ook de nationale veiligheidsadviseur, Sarki Mukhtar, ontslagen door interimpresident Goodluck Jonathan. Sinds de recente problemen van januari had de president immers een meer proactieve aanpak van de veiligheidstroepen verwacht. Na overleg tussen de interimpresident en de veiligheidsadviseurs werd besloten Mukhtar uit zijn functie te ontheffen omdat hij geen verklaring kon geven voor de beveiligingsinbreuken.
De staatsoverheid van Plateau, waarvan Jos de hoofdstad is, veroordeelt de aanval en de Nigeriaanse blogosfeer reageert vooral met een mix van horror, schaamte en empathie.
Sommige bloggers posten gruwelijke foto’s van de slachtpartij, als bewijs dat het land faalt. Volgens sommigen is de crisis in Jos enkel een symptoom van een algemeen Nigeriaans probleem. Het zou een weerspiegeling zijn van een falend systeem en een gebrek aan democratie.