Nieuw onderzoeksrapport hekelt Delcredere-beleid

‘De Nationale Delcrederedienst steunt projecten die haaks staan op de internationale wetgeving’. Dat schrijft Jan Cappelle, onderzoeker bij het vredesonderzoekscentrum IPIS. De reden hiervoor is volgens IPIS dat de aanbevelingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) inzake ethisch ondernemen te vaag zijn.
De Nationale Delcrederedienst, een Belgisch overheidsbedrijf, verzekert bedrijven tegen politieke, financiële en commerciële risico’s van internationale handelstransacties.
In het IPIS-rapport Het milieu en sociaal beleid van exportkredietverzekeringsmaatschappijen worden de ethische aanbevelingen besproken die exportkredietverzekeringsmaatschappijen uit elf Europese landen – Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Portugal, Oostenrijk, Finland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk- hanteren bij de eventuele goedkeuring van overheidssteun.

Geen wet


De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) werkte als enige supranationale organisatie een referentiekader uit met aanbevelingen voor het al dan niet verlenen van overheidssteun aan exportbedrijven. De voorwaarden werden overgenomen door de Party on Export Credits and Credit Guarantees (ECG), een groep binnen de OESO waartoe België behoort. Bij het toekennen van overheidssteun aan bedrijven moet Delcredere rekening houden met de effecten op milieu- en mensenrechtenvlak.
Het probleem is dat de OESO werkt met aanbevelingen, niet met bindende regels. De ECG-landen worden uitgenodigd de normen na te leven, maar ze worden daartoe niet verplicht. ‘De aanbevelingen van de OESO zijn veel te vaag. Het is voor veel landen onduidelijk volgens welke normen ze moeten werken’, zegt Cappelle. In het rapport wordt dit met een treffend voorbeeld geïllustreerd. Delcredere hanteert de normen van het gastland, de regionale ontwikkelinsbanken en de milieustandaarden van de Wereldbank bij de belissing over het al dan niet verlenen aan overheidssteun rekening houdend met de biologische diversiteit. GIEK, de Noorse tegenhanger van Delcredere, houdt zich aan dezelfde normen als België maar houdt ook rekening met de internationale financiële instellingen en andere instellingen wanneer die in het project betrokken zijn.
De OESO streefde naar een gezamelijke aanpak door alle ECG-landen inzake ethiek maar is daar nog niet in geslaagd. Van de elf onderzochte landen hielden enkel Italië, Noorwegen en Portugal zich strikt aan de OESO-aanbevelingen. De andere landen interpreteerden de aanbevelingen op hun eigen manier.

Vals rapport, geen transparantie


Middenveldorganisaties, waaronder ECA-watch en Proyecto Gato, willen dat de Nationale Delcrederedienst de effecten van een project grondig bestudeert, een transparant beleid toepast en geen steun verleent aan exporttransacties die de aanvrager door corruptie of fraude heeft verkregen.
Sinds 2004 is Delcredere verplicht om een milieu-effecten-rapport te laten opstellen voor projecten die meer zullen kosten dan tien miljoen euro. In 2006 bestelde Delcredere een studie bij het Belgische studie- en ingenieursbureau Ecorem. De dienst wou krediet verschaffen aan de Belgische baggermaatschappij Dredging International voor een havenuitbreiding in Dharma, India.
Het bureau moest  een onderzoek verrichten naar de gevolgen voor het milieu en de biologische diversiteit indien het project zou doorgaan. ‘Het rapport was onvolledig en zat vol fouten. Misschien is bepaalde informatie wel bewust weggelaten’, zegt Cappelle.
Volgens IPIS blinkt Delcredere evenmin uit in openbaarheid van bestuur. ‘Communiceren over projecten is geen verplichting. De informatie wordt gepubliceerd wanneer de verzekerde daarmee instemt. Over dossiers geaccepteerd in onderaanneming wordt niets gepubliceerd aangezien de verantwoordelijkheid daarvoor bij de hoofdcontractant berust’, staat te lezen op de website van de Nationale Delcrederedienst.

(on)ethisch ondernemen


In een ander IPIS-rapport, Transacties van de Nationale Delcrederedienst, stellen de onderzoekers dat bepaalde projecten, die de Nationale Delcrederedienst steunde, mee verantwoordelijk zijn voor milieuvervuiling, het verdrijven van inheemse volkeren en gewapende conflicten. In 2003 kreeg Tractebel Delcrederesteun voor het Camisea-gasproject in Peru. Al voor de start waren de risico’s van het project gekend. De biologische diversiteit en de rechten van inheemse volkeren werden bedreigd door de gasontginning en de aanleg van een pijpleiding in het Peruaanse Amazonegebied. Toch besloot Delcredere het project te steunen. Anderhalf jaar na de aanleg deden zich al vijf gaslekken voor met verschillende gewonden en ernstige milieuvervuiling tot gevolg. 
In 2007 berichtte de Standaard dat België ongeveer anderhalf miljard euro exportkredieten aan wapenhandelaars geeft. De meeste wapens gingen naar arme landen die bij conflicten betrokken zijn. ‘De Nationale Delcrederedienst werd voor deze praktijken nooit juridisch vervolgd,’ aldus Cappelle.

‘Nooit iets verkeerd gedaan’


‘Delcredere heeft nooit iets verkeerd gedaan. Wij hebben meermaals onze medewerking geweigerd aan projecten waar de milieu- en mensenrechtenwetten geschonden werden’, reageert Yves Windelinckx, directeur van Delcredere.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.